Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Zuiderzeepad van Monnickendam naar Amsterdam
van vrijdag 28 november t/m zondag 30 november 2008
Vrijdag 28 november 2008
Monnickendam – Amsterdam
De laatste resten sneeuw zijn gisteren weggesmolten. Maar liefst vier dagen heerste ‘Koning Winter’ in Nederland. De ANWB gaf voor afgelopen maandag een weeralarm uit. Lachen natuurlijk. Wat niet om te lachen is, dat is de ontsporing van een goederentrein nabij Amsterdam. Hoe krijgen ze het voor elkaar! Goederentreinen rijden altijd met een matige snelheid. Of waren ze aan het racen? Hoe moet dat straks met de Betuwelijn?
Het is al een week geleden gebeurd, maar de rails zijn nog niet hersteld. Ik hoop en ga ervan uit dat ik geen vertraging oploop. Het is zwaar bewolkt, tjonge, waar heb ik mijn thermometer nu weer gelaten? Nou ja, ’t is in elk geval boven nul. Vanaf Amersfoort moet ik met de stoptrein, de intercity rijdt niet.
Op elk station stappen er veel mensen in en allengs wordt de trein voller en voller.
Er wordt omgeroepen dat we om 10.54 uur op Amsterdam Centraal zullen aankomen. Toch gaan we dat niet halen, op de gekste plekken staan we een tijd stil. Het wordt 11.05 uur oftewel ik ben ruim een half uur te laat. Sjef loopt ook vertraging op. Het spijt me voor Coralie, zij zit al die tijd in het Noord-Zuid Hollands koffiehuis te wachten. Als ik daar aankom is Sjef er nog niet. Tijd voor koffie. Die kost hier €2,20, maar dan is toiletbezoek inbegrepen. Tegen half twaalf komt Sjef binnenstappen. Ook hij heeft nog precies tijd voor een snelle bak. Daarna lopen we met gezwinde spoed naar de bushalte. We moeten bus 111 hebben richting Marken. De bus van 11.44 uur komt mooi op tijd aanrijden. We zijn precies een uur later dan gepland! In twintig minuutjes rijden we naar Monnickendam.
Ik moet me even oriënteren, tjonge, waar heb ik mijn kompas nu weer gelaten? Sjef is hier bekend, vorige maand is hij hier in de bus gestapt. Tja, nu kom ik er niet langer onderuit, ik moet iets bekennen. Vorige maand heb ik het eerste traject van het Zuiderzeepad gemist. Ik had griep. Wat een narigheid. Twee dagen voor vertrek had ik mijn rugzak nog met veel pijn en moeite ingepakt. Ik ging ervan uit dat het wel zou gaan. Helaas, de dag voor vertrek voelde ik mij zo mogelijk nog beroerder. Ik moest mij afmelden. Ik heb het er dat weekend niet gemakkelijk mee gehad. Maar het ging echt niet. Goed, het traject van Enkhuizen naar Monnickendam moet ik een keer inhalen. Nu lopen we in oostelijke richting Monnickendam uit. Het oude centrum gaan we niet in, dat hoort bij het vorige traject. Er staat een paal met daarop het logo van het Zuiderzeepad. Als ik er een foto van wil maken weigert mijn fototoestel dienst. De batterij is leeg. Wat een narigheid. Gelukkig heb ik een volle batterij bij me, die moet ik er eerst maar even in doen. Na een kilometertje bereiken we het IJsselmeer, of juister gezegd de Gouwzee.
Een stukje verder staat een grote boerderij, houden ze hier paarden? In elk geval zijn er bovenaan tegen de gevel twee paardenkoppen, sorry paardenhoofden bevestigd. Tegen half twee bereiken we Zuiderwoude. Het dorp bestaat uit één straat, echte lintbebouwing dus. We passeren een theetuin, uiteraard is deze gesloten. Nou ja, we zijn toch al aan de late kant door de vertragingen. Hoewel, in Monnickendam hebben we de KMA overgeslagen, dus dat scheelt weer tijd. Zouden we het voor donker halen? Het dorpshuis is ook dicht. Aan het eind van het dorp staat deze kerk. Er staat een wegwijzer die ook wel eens gereinigd zou kunnen worden. Een set plakletters is ook welkom! Hier houden we een half uurtje pauze om de van huis meegenomen boterhammen te nuttigen. Het is toch een beetje ‘waterkoud’.
De schapen wat verderop hebben geen moeite met het weer. Over de Uitdammer Die krijgen we zicht op Uitdam. Dat is toch wel een overdreven brede sloot. Is er al een plan om er een stuk van in te polderen? Uitdam is ook weer zo’n dorp dat uit één straat bestaat. Ze zijn hier goed aan het ‘knotten’ geweest. Sowieso een leuk straatje met leuke huisjes. Gemalen staan er genoeg, vroeger op stoom, nu allemaal op elektra. Je moet er toch niet aan denken dat de elektriciteit uitvalt, Noord-Holland loopt dan op de duinen na helemaal onder water! Nog een klein stukje, dan gaan we over het land van Boer Bakker. Ik heb nog een krantenknipsel bewaard van 17 januari 2004. Boer Bakker had namelijk het drie eeuwenoude kerkepad dat over zijn grond loopt afgesloten. Het beviel hem niet dat hordes wandelaars over zijn weides liepen, bang als hij was dat zij zijn koeien en schapen ziek zouden maken. Helemaal onterecht was zijn angst niet, denk maar aan de MKZ-crisis in 2001. Maar ja, de kruik gaat zolang te water tot hij barst. Op 20 september 2003 jaagde hij (bewapend met windbuks) de verkeerde wandelaars van het kerkepad. Dat waren drie advocaten die hem onmiddellijk een proces aandeden. De uitslag van het proces heb ik gemist, maar het is evident dat Boer Bakker verloor. Ik heb wel gelezen dat Boer Bakker – die van de rechter één meter grond gelegen naast de sloot moest openstellen voor wandelaars – die meter afpaalde met schrikdraad. Dat is zijn goed recht natuurlijk.
Maar minder was dat hij elke week de sloot op diepte bracht. De modder gooide hij precies op die ene meter. Pure pesterij natuurlijk. Later las ik dat het schrikdraad er nog hangt, maar dat hij de sloot nu jaarlijks op diepte brengt. Nou ja, we zullen zien.
Rechts voor me zie ik de markering. Daar gaan we het asfalt af en het weiland in.
Dat is het kerkepad naar Holysloot. Eerst moeten we de dijk af en daar gaat het mis!!
Ik ga onderuit op het spekgladde gras. Ik val niet eens hard, maar mijn linkerbeen komt min of meer onder mij terecht. Dat doet verschrikkelijk zeer! Ik heb niets gebroken, maar ik heb mijn linkerbovenbeenspier ernstig overrekt. Na een paar minuten gaat het weer een beetje. Ik kan voorzichtig overeind komen. Moet ik een taxi bellen of zou ik twee kilometer door kunnen lopen naar Holysloot? Als het dan niet gaat, kan ik daar de bus nemen.
Ik probeer het voorzichtig. Ik kan lopen, alleen niet zo hard. Met beleid loop ik over het hobbelige kerkepad. Enig onderhoud kan hier geen kwaad, maar ja, dat zal de rechter niet hebben afgedwongen. Ik had in het krantenartikel gelezen dat Boer Bakker destijds vijf van de zes karakteristieke witte bruggetjes over de sloten gesloopt had. Die zesde had hij zelf nodig. Op die manier maakte hij de doortocht over het kerkepad onmogelijk.
Nu liggen er spekgladde doorbuigende planken over de sloten. Het valt niet mee om met mijn zere been en rugzak over deze bruggetjes te komen. Gelukkig gaat het goed. Boer Bakker heeft die ene meter exact opgemeten, maar ja, slootkanten lopen af naar het water. Het kerkepad is dus niet vlak, het loopt op sommige stukken steil af naar het slootwater. Het schrikdraad staat onder stroom, toch is er niet één schaap te zien.
Drie draden heeft Boer Bakker boven elkaar gespannen. Soms raak ik met mijn toch iets vochtige broek de bovenste draad aan. Dat voel ik direct, zou het voltage opgeschroefd zijn? Of zijn het de ampères die het hem doen?
Tegen kwart voor vier bereiken we Holysloot. Het ‘Schoolhuis’ is open. Dat blijkt een soort dorpshuis annex restaurant te zijn. Zo te zien kun je hier goed eten, maar wij houden het bij koffie. Ik kom een beetje bij, ik had het koud gekregen. Na een half uurtje stappen we op. Het is nu nog een kilometer of acht, negen naar camping Zeeburg. Ik ga ervan uit, dat ik dat moet kunnen halen. De start gaat moeizaam, ik ben door het zitten zo stijf als een plank geworden. Na een kwartiertje gaat het wat vlotter, maar sneller lopen dan vier kilometer per uur lukt echt niet. Het begint ook al te schemeren, sowieso was het vandaag een bewolkte dag. We komen weer op de dijk uit, links van ons ligt de Gouwzee en rechts het Kinselmeer. Dit meer is ontstaan na een dijkdoorbraak in 1825. Na nog een moeizame kilometer bereiken we Durgerdam.
Ik ben hier al meer geweest. Het is ook weer een dorp met lintbebouwing. Wat ik wel jammer vind dat er helaas geen tijd meer is om het plaatselijke café te bezoeken. Hier ga je echt honderd of meer jaar terug in de tijd. Ondertussen is het volledig donker geworden. Nog een kilometer verder lopen we onder de A10 door en iets verder is de Schellingwouderbrug over het IJ. We passeren wat industrie en dan bereiken we de Amsterdamse Brug. Daar is camping Zeeburg, het is intussen al twintig over zeven. Onderweg hadden we al van Coralie gehoord, dat ’s winters de receptie alleen ’s morgens open is. Wel mogen we een plekje voor de tent uitzoeken en morgenochtend afrekenen. Wat ook tegenvalt, ook de bar en het restaurant zijn ’s winters gesloten. Daar staat niets van op hun site, ik vind dat een regelrechte omissie. Ik was ervan uitgegaan dat we in de bar wat konden opwarmen en nog een slaapmutsje konden nuttigen. Ik zet met enige moeite mijn tent op. Daarna moet ik op mijn knieën om de tent in te ruimen en te koken. Dat gaat eigenlijk niet, ik kan niet op mijn linkerknie zitten en ook mijn been nauwelijks buigen. Wat een narigheid! Nou ja, het lukt om een kerriesoepje en een Knorr-maaltijd te bereiden. Het smaakt me nog goed ook. Ik warm water op voor de afwas en smijt het afwaswater zo ver mogelijk weg. Ik ben niet van plan om nog één stap te verzetten.
Met Coralie en Sjef spreek ik af dat we morgen om 09.00 uur gereedstaan en dat ik dan bekijk of ik kan lopen. Ik heb het koud gekregen, dat zal ook wel de reactie zijn op mijn blessure. Ik kleed me (gedeeltelijk) uit en doe eerst mijn ‘Omsak’ om mijn slaapzak.
Het wordt een frisse nacht en ik zie het niet zitten om mijn Omsak midden in de nacht om mijn slaapzak te doen. Ik kruip erin en word al snel warm. Zo’n Omsak is toch wel een ideaal ding. De snelweg ligt hier nog geen kilometer vandaan en ik kan hem goed horen. Toch val ik meteen in slaap, ik ben vandaag erg moe geworden.