Zaterdag 28 maart 2009
Lemmer – camping De Kippenburg
Om half zeven sta ik op. Het heeft vannacht behoorlijk geregend. Nu miezert het iets.
Even na achten gaan we op pad. We lopen onder de A6 door en Lemmer in.
Wat verder lopen we langs de haven. Ik heb geen zeebenen, maar toch vind ik het altijd leuk om naar schepen te kijken. Nog wat verder zie ik Bakkerij Twijnstra. Ze zijn op dit vroege uur nog open ook en de vitrine ziet er goed uit. Uiterst rechts zie een moorkop staan. Dat gaat het worden. Mijn complimenten aan de bakker, de moorkop smaakt voortreffelijk. Ook de koffie is prima. Zou dit spandoek een reactie zijn op de bus die rondrijdt met de tekst: ‘God bestaat waarschijnlijk niet’? Dit bungalowpark staat eivol caravans. Tja, links van ons is de voormalige Zuiderzee.
De Zuiderzee? Ja, de Noordoostpolder ligt achter ons en tot Stavoren zullen we vanaf nu regelmatig de Zuiderzee zien. Even na tienen steken we de Prinses Margrietsluizen over. Er stond zeker nog ergens een grote pot zwarte verf. De Zuiderzee met aan de overkant de Noordoostpolder. Het oogt een beetje mistig, maar dat was het ook. Tja, het begint weer te regenen, niet hard, maar toch. Het landschap, tja, wat moet ik er van zeggen. Goed, het is groen, laat ik het daar maar op houden. Sjef vindt een paraplu handiger dan een regenpak. Daar heeft hij wel een beetje gelijk in. ’s Zomers gebruikt hij datzelfde ding als parasol. Je moet er maar opkomen. Bij deze paddenstoel moeten we rechtsaf. Lemmer ligt bijna 5 kilometer achter ons, dat klopt wel. Naar Stavoren nog dik 23 kilometer, maar wij lopen niet de kortste weg. Schelpenpaden lopen altijd wel lekker. Om te fietsen is het minder, soms rijd je een lekke band! We zijn bijna in Sloten, één van de Elfsteden. Tja, het regent nog steeds en niet zo’n beetje ook. Bij de jachthaven in Sloten lopen Sjef en ik verkeerd. Op een gegeven moment staan we in een privétuin. Dat kan niet de bedoeling zijn. Onder een afdakje raadplegen we het boekje. Dat boekje begint trouwens aardig doorweekt te raken. We moeten in elk geval een eind terug. Jan liep een stukje achter ons. Zou hij goed gelopen zijn? Ik bel hem mobiel, maar hij heeft hem uitstaan.
Als we terug lopen bemerken we onze fout. We zijn rechtdoor gelopen in plaats van linksaf. Als we bij de molen in Sloten zijn krijg ik contact met Jan. Hij had ons lopen zoeken uiteraard. Bij de molen spreken we af. Overigens, het is korenmolen De kaai uit 1755.
Het is een achtkante stellingmolen en hij is maalvaardig. De molenaar is de heer
L. Poepjes. De foto’s in Sloten ogen nogal ‘nattig’, de lens van mijn Nikon was beslagen. Hier het uitzicht vanaf de Lemsterwaterpoort. Eigenlijk bestaat Sloten uit een grachtje met een kruisende straat. Nu is er werkelijk geen mens te zien. ’s Zomers is het hier – bij mooi weer – altijd erg druk. Dit heeft ook wel wat. Onder de poort staat dit schandblok. Waarom zijn die dingen buiten gebruik gesteld? Volgens mij werkte het goed. Het is bij halfeen. In Sloten genieten we de KMA.
We lopen verder door Wijckel en Bargebek. Ik heb nog nooit van deze dorpjes gehoord. Veel weiland uiteraard, maar zo hier en daar staat een boscomplexje. Dit soort huizen vind ik wel wat hebben, ze zien er zo statig uit. Om kwart over twee bereiken we Balk. Het is zowaar droog geworden. In Balk doen we boodschappen bij de C1000. We kwamen er toch langs, altijd handig. Is dit een koopmanswoning uit de rijke tijd van Balk? Het gebouw oogt vrij wazig, mijn Nikon is nog steeds niet opgedroogd. Vroeger had je speciale voorzetlenzen om dit effect te bereiken. Nu gaat dat uiteraard digitaal. Deze foto is niet bewerkt! Na Balk wordt het wat ‘bossiger’. We zitten hier al aan de rand van het Gaasterland.
Het lijkt waarachtig de Veluwe wel. Het weer laat zich van zijn goede kant zien, het wordt steeds lichter. Dat het verschrikkelijk geregend heeft is hier goed te zien. De begraafplaats van het gehucht Ruigahuizen. We hebben al meer van dit soort begraafplaatsen gezien. Het kerkje is in 1904 afgebroken. Wat we vandaag voor het eerst zien: de zon! We maken een grote ‘U’ door het bos. Tja, je moet ook aan je kilometers komen. We lopen door een oude beukenlaan. Hier staan echt dikke jongens. Verliefde stellen beloven elkaar hier eeuwige trouw. Iets verder passeren we huis ‘Kippenburg’. Er staat niets over in het boekje, maar op hun site staat dat dit landhuis gehuurd kan worden per (mid)week. Nu ziet het er verlaten uit, er zullen geen gasten zijn. Het lijkt me leuk om hier een (familie)feest te organiseren. Een paar honderd meter verder is camping De Kippenburg. Het is al over half zes, ik heb het wel een beetje gehad. We hebben er 32 kilometer opzitten! We worden ontvangen door erg aardige mensen. We zijn de enige kampeerders en ook de eersten dit jaar.
Ik zet snel mijn natte tent op, zo in het zonnetje kan hij nog mooi drogen. Ik begin met een bekertje wijn. Dat heb ik wel verdiend. Deze Merlot uit Sicilië heb ik in Balk gekocht. Ze hadden ook nog Merlot uit Zuid-Afrika en Australië, maar in die landen ben ik nog nooit geweest. De wijn smaakt mij heel goed.
Om half zeven bel ik even naar huis. Nou ja, niet naar huis, Orchideetje en zoonlief geven acte de présence bij een familiereünie. Tja, ik had deze wandeling al gepland, dus dat ging even voor. Ze gaan net aan tafel. De eigenaresse van de camping komt met een dienblad aanlopen. Koffie? Nee, eigengemaakte kippensoep. Wat een service!
Ik vraag het maar even, maar de kippen komen niet van eigen erf. Het smaakt er niet minder om. Daarna ga ik aan een Knorr-maaltijd. Ik ben toch wel moe en ik krijg het koud. Dat gaat meestal samen. De klok gaat vannacht vooruit. Dat doe ik nu maar meteen. Oeps, bedtijd! Ik steek voor de gezelligheid (en de warmte) mijn kaarslantaarn nog even aan.