Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Zuiderzeepad Nijkerk naar Elburg
van vrijdag 23 januari t/m zondag 25 januari 2009
Vrijdag 23 januari 2009
Nijkerk – Mooi Veluwe
Wat een pech. Karel, Cok en Cobie zijn ziek. Tja, griep heerst! Het is niet anders. Dit keer gaan we dus met z’n tweeën. In Putten zie ik een grote groep scholieren het station betreden. Nou ja, scholieren, dit zijn al echte Dames en Heren. De helft begint de trap te beklimmen om naar spoor 2 te lopen, alwaar de trein op het punt staat te vertrekken.
Dat gaan ze onmogelijk halen. Dat betekent een half uur wachten. De trein wacht, dat mag wel in de krant! Als je denkt dat de Dames en Heren snel instappen, nee, dat gaat anders. Ze willen natuurlijk niet zo maar met een willekeurige medeleerling in hetzelfde compartiment zitten. Buiten vormen zich groepjes en als alles naar wens is, stappen ze de trein in. Ze gaan er zeker vanuit dat de trein hier altijd tien minuten stilstaat. Ik vraag aan een Dame of ze met vakantie zijn geweest. ‘Nee’, is het antwoord, ‘we hadden een werkweek’. Volgens mij is dat (bijna) hetzelfde, maar ik laat het er maar bij.
Sjef belt op met de vraag waar ik blijf. We minderen vaart, ik ben er bijna. In de Wizzl in Nijkerk drinken we eerst een beker koffie. Voor de rest van de dag zijn we op onszelf aangewezen, restaurants zullen we vandaag niet tegenkomen. Tegen elven gorden we de rugzakken om en zien buiten het station de bus naar Harderwijk gereed staan. Tja, dat is verleidelijk. Het asfalt naar Salentein hebben we vorige maand al gehad. Er is ook een route binnendoor, maar die ken ik niet precies. We besluiten de bus te nemen, dat heeft ook wel wat. Het is eigenlijk een stukje van niets en even later stappen we de bus weer uit. Koud is het niet, maar wel regenachtig. Op voorhand had ik thuis mijn regenbroek al aangetrokken. Tja, dat worden wat nevelige foto’s vandaag. We lopen het ‘buitengebied’ in, zo noemen we het agrarische gebied langs de voormalige Zuiderzee. Tja, dit is wel een bijzonder ontwerp. Ik vind het wel apart. Als de tuin af is, moet ik er nog maar een keer langs. Dit is dan een traditionele boerderij. Na een half uurtje bereiken we het landgoed Oldenaller. Het gebouw is in 1655 gebouwd door de bekende architect Jacob van Campen (Paleis op de Dam). Het park in Engelse landschapsstijl is aangelegd door K. Zochter.
Deze laatste heeft ook de centrale schoorsteen vervangen door een soort toren. Het landgoed is eigendom van Natuurmonumenten die het gebouw verhuurt aan een viertal welgestelde Nederlanders. Toentertijd woonde hier (of wellicht nog steeds) een voormalig Commissaris der Koningin van de provincie Gelderland. Ik kan even niet op zijn naam komen. Aan het einde van de oprijlaan bereiken we de Oldenallersebrug. Hier werd in oktober 1944 een aanslag gepleegd op een Duitse stafauto. Een Duitse officier kwam daarbij om het leven en de andere werd gevangengenomen.
Als represaillemaatregel werden 660 mannen uit Putten afgevoerd naar Duitse concentratiekampen. Na de oorlog keerden er slechts 48 terug. Tot heden is dit een groot trauma in Putten. Een aantal jaren geleden is er een monument neergezet. Ik vraag me af wat het verzet met deze actie wilde bereiken. We gaan verder in pal zuidelijke richting. We lopen dus van de Zuiderzee vandaan. Tja, ik heb hier wel meer gelopen, het landschap is niet echt spectaculair. Regenachtig is het wel. Het regent niet hard en ook niet voortdurend, maar vervelend is het wel. De sloten in de bossen staan tjokvol water en de sloten naast de wegen lijken op woeste rivieren.
Nog even en je kunt hier wildwater kajakken. De akkers staan blank, dat zie je maar zelden zo. Veel wind staat er niet, tjonge, het is echt druilerig weer. En dan te bedenken dat het tot vorige week hard vroor. Ik zag de Elfstedentocht al doorgaan! Een boerderij met een ludieke tuin. Tegen drieën bereiken we het gehucht Huinen. Een restaurant is hier uiteraard niet en om nu met onze natte spullen de luxe zaak ‘Country Life Style’ binnen te stappen, nee, dat gaat te ver. Gelukkig is er wel een buurtsupermarkt. Vaak is daar koffie te krijgen.
Ik loop de zaak door, maar ontwaar geen koffiehoek. Ik vraag er maar even naar bij het ‘kaasmeisje’. ‘Nee, een koffiehoek hebben we hier niet, maar dan zet ik toch even koffie voor jullie!’ Kijk, dat is nu service! We mogen de koffie opdrinken in het kantoortje.
Na zo’n half uurtje stappen we op, nadat we gedoneerd hebben voor het personeelsuitje.
Een kilometer verder maken de akkertjes plaats voor de Veluwse bossen. Na anderhalf uur – uiteraard regent het voortdurend – bereiken we Mooi Veluwe. Vroeger was het een camping/bungalowpark, daarna is het een tijd in gebruik geweest als opvang voor asielzoekers, en nu is het een pracht van een hotel (www.mooiveluwe.nl). Het begint al te schemeren, maar het is nog net niet donker genoeg om een plekje in het bos te zoeken om de tent op te zetten. De tent opzetten? En dat terwijl er hier zo’n pracht van een hotel staat? Tja, we zijn nu eenmaal een beetje gestoord! Wel drinken we hier een heerlijke kop koffie, maar dat mag ook wel voor deze prijs. Oh ja, er ligt hier ook een krant. Die is natuurlijk bij de prijs inbegrepen. Na zo’n half uur stappen we op, steken de asfaltweg over en lopen 100 meter het bos in. Het verkeer horen we hier nauwelijks. Al snel zien we een pracht van een gedekte plek voor onze tentjes. Tien minuutjes later staat de tent en zet ik water op voor de kerriesoep. Ik drink er een Zuid-Afrikaans wijntje bij. Hij was in de aanbieding en het is een héle liter. Prima te drinken en ik hoef niet op een (titanium)bekertje te kijken. Hij smaakt ook prima bij de Knorr-maaltijd. Tja, het regent nog steeds, maar het is niet anders. Sowieso geen last van boswachters, deze blijven met dit slechte weer wel thuis. Het begint te waaien, de boomtoppen zwiepen heen en weer.
Als er maar geen grote takken omlaag komen, daar kan mijn tentje niet goed tegen.
Na de afwas gaat de tent dicht en steek ik mijn kaarslantaarn aan. Zo wordt het toch nog gezellig. De MP3-speler gaat aan. Drie dagen geleden is een lid van onze woongroep overleden. Ik heb de huisarts meegeholpen om haar op bed te tillen. Het is iets dat moet gebeuren en ik beschouw het als een eer, dat je dat nog voor iemand mag doen.
Gisteren hebben we in besloten kring afscheid van haar genomen. Het was zeer indrukwekkend. Dick had een gedicht gemaakt en de laatste zin heb ik gebruikt voor de rouwadvertentie. Ik heb de rouwadvertentie meteen naar de krant gemaild, dat is wel makkelijk tegenwoordig. Aanstaande maandag wordt ze begraven. Ik heb het er niet moeilijk mee, zo is het leven nu eenmaal. Gilgamesh beschreef het al.
Ik bel Orchideetje even. Ze is uit eten met een vriendin, prima geregeld. Het is al bij achten, tijd om er in te kruipen. Wonderlijk dat zo’n klein kaarsje nog zoveel warmte afgeeft.