Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Zuiderzeepad van Enkhuizen naar Monnickendam
van vrijdag 31 juli t/m zondag 2 augustus 2009
Vrijdag 31 juli 2009
Enkhuizen – Wijdenes
De trein is mooi op tijd en de drukte valt me mee. Iedereen zit natuurlijk in Spanje. Ik lees dat er daar een ernstig busongeval heeft plaatsgevonden. Er zijn 6 doden en 36 gewonden gevallen. Dat is inderdaad ernstig. Vandaag begin ik met het laatste traject van het Zuiderzeepad. Eigenlijk is dit het eerste traject, maar helaas moest ik oktober vorig jaar vanwege een griepje afzeggen. Dat betekent dat ik het traject – alleen – moet inhalen.
Het weer ziet er goed uit. De zon schijnt, wel is er kans op bewolking. De wind heb ik tegen, maar hij is zwak. Morgen en overmorgen kans op een buitje met mogelijk onweer. Al bij al ziet het er toch heel redelijk uit. Het is gelukkig niet zo bloedheet zoals op Kreta.
Ik moet overstappen richting Amsterdam en daar weer overstappen op de trein naar Enkhuizen. Nu nog een uur treinen! In Enkhuizen loopt de trein leeg. Tjonge, er zaten toch nog een boel mensen in. Ik zie het al, zij bezoeken vandaag het Zuiderzeemuseum. Dat is een hele goede bestemming, er valt veel te zien.
Pal tegenover het station staat de B&B waar we in mei gebruik van maakten. De jachthaven ligt goed vol en dit keer is de bemanning aan boord. Het is dik 20 graden, prima weer om je boot een sopje te geven. De Drommedaris uit 1540 staat er nog steeds te staan. Zoals bekend is het een onderdeel van de voormalige stadsbolwerken. De voormalige stadsgevangenis. De fietsroute gaat de stad uit, maar de route te voet pakt nog een stuk omwalling mee. Deze is aangelegd in 1593, hieraan is ook te zien hoe machtig Enkhuizen is geweest. Tegenwoordig gaat het verkeer om de Koepoort – uit 1649 – heen. Dit is de achtkante stellingmolen ‘Ceres’ uit 1849. De molen is maalvaardig. Tegen enen ben ik bij de Broekerhaven. Hier staat een unieke scheepslift uit 1924.
Eind mei stond ik hier ook al en dit keer heb ik geluk. Het bootje (links tussen de stalen balken zichtbaar), wordt zo direct overgezet. Het polderwater in de betonnen bak aan de linkerkant staat een stuk lager dan het Zuiderzeewater aan de rechterkant. Ik moet even wachten, maar het is gelukkig prachtig weer. Na een half uurtje komt een lid van de vrijwillige brandweer, die het frame laat zakken. Het scheepje kan erop varen en daarna begint het hijs-, overzet en daalwerk. Tjonge, het is een heel gedoe. Toch knap geconstrueerd, ik tel de nodige elektromotoren en een heel breiwerkje van kabels. Er komt een sloep aanvaren, ook deze wordt overgezet. Ik vraag me af of dit gratis is of dat er nog betaald moet worden voor deze grap. Even na tweeën bereik ik de Westfriese Omringdijk. OK, asfalt helaas, maar ik weet dat het verderop gravel wordt. In de bochten van de dijk zijn er veelal kleine strandjes. Tja, ik moet verder. Op regelmatige afstanden staan er prachtige boerderijen. Tegen drieën bereik ik de dijkverzwaringen. Voor auto’s is het hier verboden gebied, dat is voor een wandelaar wel zo rustig. Een enkele wandelaar en fietser kom ik tegen en zowaar nog een motorrijder. Ze hebben het slim aangepakt. Een bord helpt toch niet, dus op regelmatige afstanden hebben ze een grote berg zand gestort. Tot in het oneindige strekt de dijk zich uit. Heerlijk lopen hier zo over de aangestampte klei. Mwoah, nog een mooi huis. Vooral op het riet hebben ze hun best gedaan. Op de vuurtoren bij Oosterleek – het is niet meer dan een stalen pijp met een lamp erop – staat deze fraaie regel te lezen. Ik kijk eens even om, achter mij de dijkverzwaringen. ‘Na 500 meter weg verspert’ staat op het A-viertje te lezen. Dat klopt precies, er ligt daar een keurige berg zand. Een stukje verder is de vluchthaven van Wijdenes. Er zijn wel meer van dit soort haventjes. Ai, er staan hier nog een paar zeer fraaie huizen. Dit zijn geen boerderijen meer, maar zo te zien tweede huizen (of zelfs eerste). Hier is een tuinman in vaste dienst geen luxe. Het is precies half vijf als ik camping ‘De Appelhoek’ oploop. Ik mag meteen op het eerste veldje gaan staan. Hier staat ook de bungalowtent van een Kitesurfschool. De instructeurs zijn bezig met onderhoud, want voor kitesurfen staat er te weinig wind. Ik hoor dat zo’n kitesurfuitrusting op ongeveer €2.000,- komt. Nou dat valt mij nog mee. Wat ook meevalt is de prijs van de camping, ik betaal slechts €7,- voor een overnachting inclusief douche. Ik begin zoals altijd met een kerriesoepje gevolgd door de Al Pesto van Knorr. Ik drink er een wit wijntje bij, wat wil je nog meer. Het is nog een restje van gisteravond en het is een Chardonnay uit South Africa. Ik zie dat ik er vandaag ruim 18 kilometer heb opzitten. Afijn, afwassen, douchen, naar Orchideetje bellen en nog een tijdje naar mijn MP3-speler luisteren. Tegen achten vind ik het wel mooi geweest, morgen een zware dag.