Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Waterliniepad van Culemborg naar Werkendam
van vrijdag 16 september t/m zondag 18 september 2005
Vrijdag 16 september 2005
Culemborg – Acquoy
Het is prachtig weer, de zon schijnt. Wat wil je nog meer. Toch is er vandaag nog kans op een bui. Ik kan het haast niet geloven. Morgen wordt er wisselvallig weer verwacht en overmorgen schijnen de weergoden er een mooie dag van te zullen maken. Het belooft dus redelijk tot goed fotoweer te worden. Dat treft, want ik heb mijn digitale camera net binnen. Ik hoop een aantal mooie foto’s te maken en dan in de toekomst mijn reisverslagen – met foto’s – op internet te zetten.
Ik loop op het station nog even het onlangs geopende koffiepunt binnen. De koffie kost hier €1,-. Dat is dus koffie die door de belastingbetaler gesubsidieerd wordt, omdat het personeel door het blindeninstituut Sonneheerdt betaald wordt. De koffie in Snackbar De Halte kost €1,25. Ik weet niet of dit een aangepaste – verlaagde – prijs is, ik kan er moeilijk naar vragen. Ik heb thuis nog een espresso gedronken, voorlopig dus even geen koffie. Bovendien heb ik nog een bon in mijn portemonnee waar ik een gratis bak mee kan scoren bij een Wizzl. Eerst maar naar Utrecht. Daar zit ik net in de trein naar Culemborg of het begint verschrikkelijk te plenzen. En net scheen de zon nog! Het duurt gelukkig maar kort. Tegen elven ben ik in Culemborg. Op het perron zie ik een vrouw met een rugzak. Het blijkt Jara te zijn, die zich ook heeft opgegeven voor de voettocht. Voor het station ontmoeten we Jan en … Reino. Ik ben blij dat ik haar zie. Bijna vijf maanden is zij in Amerika geweest om daar de Pacific Crest Trail te lopen. In 2004 heeft zij de eerste 1000 kilometer gelopen en nu in 2005 de resterende 3000 kilometer. Niet vlak, maar door de bergen. Sneeuw, ijs, kolkende rivieren, beren en ratelslangen trotserend. Ongelooflijk. Hulde. En dan nu, net drie weken terug, het 2e traject van het Waterliniepad. Het eerste stuk van Weesp naar Culemborg liepen we van 11 t/m 13 februari 2005. En nu dus van Culemborg naar Werkendam vlakbij de Biesbosch. Eerst brengt Reino ons naar haar neef in Culemborg. In februari hebben we daar de voettocht beëindigd met koffie en nu starten we hier met koffie. We krijgen er een stuk boterkoek bij. Erg lekker, voorlopig kunnen we ertegen. Precies vijf voor twaalf gaan we van start. Eerst lopen we naar de Lek. Bij de veerstoep pakken we de markering op en door de uiterwaarden en over de dijk gaat het in de richting van Fort Everdingen. Fort Everdingen is niet te bezichtigen, omdat het gebruikt wordt door het Explosieven Opruimings Commando. Ik vraag me toch af waar deze mannen dit fort voor gebruiken.
Ik heb in het verleden een aantal malen met deze munitietechnici te maken gehad, echter nooit gevraagd wat ze in dit fort uitvoeren. Gemiste kans, jammer. Al snel hebben we ons eerste buitje te pakken. Even later breekt de zon weer door, echter de tweede bui volgt spoedig. Wanneer het voor de derde keer gaat regenen ben ik het zat. Ik wil voorkomen dat het regenwater mijn schoenen inloopt. Ik weet dat ik dan snel blaren krijg.
Mijn regenbroek gaat aan. Zoals het dan meestal gaat, blijft het de rest van de middag droog. Gelukkig valt de temperatuur mee, zodat ik nog net geen peentjes zweet. Jan ritst op een gegeven moment zelfs zijn broekspijpen af. Later gaan de pijpen er toch weer aan, omdat we een smal paadje krijgen, dwars door brandnetels en distels. Maar veelal lopen we op dijkjes voorzien van asfalt. Langs de Diefdijk staat nog een groot aantal zogeheten ‘groepsschuilplaatsen’. We lopen tenslotte het Waterliniepad, dus om de haverklap zien we ‘werken’ die onderdeel hebben uitgemaakt van deze linie. Wat een formidabele prestatie is dat geweest. Met de bouw is begonnen in 1629 en tot aanvang WO2 is doorgebouwd.
Zestig forten, zo’n 500 groepsschuilplaatsen, vele tientallen sluizen, dijken, inundatiedammen, duikers, inlaatpunten, gemalen en kanalen. Daar zitten heel wat belastingcentjes in. Driemaal is de linie in staat van verdediging gebracht, namelijk in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog en ook tijdens WO1 en WO2. In staat van verdediging brengen wil in dit geval zeggen: het land onder water zetten met zo’n 40 à 50 centimeter. Dat proces duurde ongeveer drie weken. Maar dan had je ook wat, van Muiden tot de Biesbosch stond het blank, oftewel een ondoordringbaar gebied van 85 kilometer lang en vijf kilometer breed was gecreëerd. Pech dat in 1940 het Luchtwapen zijn intrede deed in de oorlogvoering. Op slag was de linie verouderd. Zo langzamerhand bevinden we ons ter hoogte van Leerdam, startpunt van Het Lingepad, wat we in januari hebben gelopen. Appels en peren hangen overal in de bomen. Een echt fruitgebied hier. Aan de rand van het dorpje Acquoy verlaten we het Waterliniepad en lopen richting camping. Rond vier uur komen we aan op de Vekabo camping ‘Lappenheide’. Het is een boerenbedrijf met rijpaarden. Paarden vragen meer aandacht en tijd dan koeien, vertelt de boer. Er staan nog twee caravans, dus druk is het niet. Ik zet eerst de tent op en stook water voor een bak koffie. Ik schat dat we zo’n 16 kilometer hebben gelopen. Valt erg mee, maar ja, Reino is nog van plan een avondwandeling te maken van 7.5 kilometer. Als alles volgens plan verloopt komt Saskia rond zes uur op de camping. Dan willen we ook starten met de rondwandeling, dus bereid ik snel een Knorr maaltijd. Ik heb nog niet zoveel trek, maar als de spaghetti gereed is, eet ik de pan met gemak leeg. We rekenen eerst af (€6,50) en met de inmiddels gearriveerde Saskia lopen we richting Asperen. We besluiten een restaurant op te zoeken om wat te drinken, bovendien willen Jan en Saskia hier eten. Reino heeft wel zin in een toetje. Dat spreekt mij ook wel aan. Voor mij wordt het dus een glas rode wijn, later gevolgd door een Dame Blanche. Nu zit ik echt vol en begin slaap te krijgen. We besluiten het vervolg van de rondwandeling te laten voor wat het is en keren terug naar onze camping. Ik duik rond negen uur in de slaapzak en lees nog wat in het boekje van het Waterliniepad. Tot mijn verbazing hoor ik disco muziek. Om precies te zijn: ‘housemuziek’. En als ik ergens een hekel aan heb, dan is het housemuziek. En dat op het platteland! Zou er in de schuur hier vlakbij een boerendisco gevestigd zijn? Wat een pech! Even later gaat het volume een heel stuk terug. Ik hoor zo goed als niets meer. Zouden de deuren dicht zijn? De volgende morgen hoor ik dat de disco vermoedelijk in Asperen staat. Dat is hier – rechtstreeks – wel een kilometer vandaan!