Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Waterliniepad van Weesp naar Culenborg
van vrijdag 11 februari t/m zondag 13 februari 2005
Helaas, ten tijde van deze wandeling had ik nog geen digitale camera, dus foto’s ontbreken in dit verslag.
Vrijdag 11 februari 2005
Weesp – Fort Spion
Vorige week was het erg koud, wat heet; het vroor ’s nachts een graad of vijf. Maar nog geen schaatsers op natuurijs en nog helemaal geen sprake van Elfstedenkoorts.
Deze week sloeg het om en werd het regenachtig. Het leek wel herfst. Gelukkig had ik nog wat in huis te verven. Woensdagmiddag kon ik nog net twee uurtjes de tuin in om blad te harken en te vegen, daarna ging het weer mis met het weer. Donderdag de gehele dag regen. Mijn zoon was nat geworden tot op het bot, vertelde hij. Dat weerhield hem niet om na zijn werk even een bon in te wisselen, waarmee hij voor slechts €17,- een elektrische tandenborstel kocht. Volgens de tandarts is dat beter voor je gebit dan poetsen met een gewone tandenborstel. In de winkel moet je dan achterin zijn. Eerst bij de plasma-schermen rechtsaf, voor de LCD’s linksaf, langs de DVD-spelers en de breedbeeld-tv’s en dan ben je bij de balie voor de kleine artikelen. Mijn zoon verliet de winkel dus met drie dozen. De derde doos was dusdanig groot dat ik werd opgepiept om te helpen deze uit de auto te tillen. Vroeger zat er dan in zo’n doos een complete koel- vriescombinatie. Nu heb je alleen maar een tv.
Voor vrijdag 11 februari 2005 wordt droog weer voorspeld en dat klopt ook. Momenteel is het droog, wel een beetje nevelig, maar alla(h). Er is wel een treinongeluk bij Rotterdam geweest, geen gewonden gelukkig, en er staat een kapotte trein op het traject Gouda.
Ik hoop dat de trein naar Weesp probleemloos rijdt. Als het tegenzit hebben Reino en Jan waarschijnlijk ook vertraging en moeten we de trekking maar aanpassen. Wat dat betreft moet je een soepele instelling hebben, het gaat nooit zoals gepland, maar dat is ook tegelijk de charme van dit soort werk. Oeps, de trein arriveert een paar minuten te laat en dat maken we niet meer goed. In Amersfoort heb ik maar een paar minuten om over te stappen. Gelukkig staat de trein er nog. We wachten nog op een andere vertraagde trein en met tien minuten vertraging komt de trein aan in Weesp. Reizigers naar Schiphol hebben pech. De trein naar Schiphol kon niet langer wachten. Al bij al ben ik precies één minuut later dan de geplande 11.20 uur. Jan en Reino staan bij de uitgang van het station op me te wachten. Saskia moet vandaag nog werken en sluit vanavond bij ons aan. Meteen gaan we van start en lopen Weesp uit. We nemen niet de route via Muiden en Naarden, maar lopen via de route van de rondwandeling rechtstreeks naar De Horn.
Daar pakken we het Waterliniepad weer op. We lopen vandaag naar Fort Spion even voorbij Loenen. Dat is een kleine twintig kilometer. De route via Muiden en Naarden is beter geschikt als dagtocht (na 31 kilometer ben je dan weer in Weesp). Het is nog even lastig om de juiste route te vinden. De kaartjes in de gids zijn niet echt helder, maar dankzij het kaart-interpretatievermogen van Reino gaat het goed. Over de dijk gaat het langs de rivier de Vecht naar De Horn. Even verder lopen we vlak langs de Spiegel- en Blijkpolderplas.
Ik zie weer een heleboel ganzen, echter niet zo veel als in de uiterwaarden vorige maand. Inmiddels heb ik begrepen dat er vele soorten ganzen zijn. Vijf ganzen vreten net zo veel als één koe en doordat er niet op gejaagd mocht worden, beginnen de aantallen ganzen nu de spuigaten uit te lopen. De schadevergoedingen die de boeren ontvangen, ter compensatie van hun kaalgevreten weilanden, krijgen een zorgelijke omvang. Reden om binnenkort toch weer – met beleid – op ganzen te gaan jagen. Het graspad langs de plas is vrij modderig. Niet zo gek; gisteren heeft het de gehele dag geregend. Nu is het prima wandelweer, lekker temperatuurtje en een klein zonnetje. We zien twee ooievaars, zijn ze niet wat vroeg terug uit Afrika? Tja, dat krijg je met die zachte winters. Tegen tweeën zijn we in Nederhorst den Berg en besluiten om hier de KMA te nuttigen. Er staat hier een prachtig kasteel waar de studio’s van Maarten Toonder zijn gevestigd. Verder maar weer via Overmeer en Vreeland naar Loenen. Meestentijds lopen we vlak langs de Vecht. Prachtig is het hier. Vele mooie landhuizen, maar natuurlijk zien we ook vele forten. Tenslotte lopen we het Waterliniepad. Ik wist niet dat er zoveel forten zijn aangelegd.
Het zijn er ruim zestig! Verder zijn er vele honderden ‘groepsschuilplaatsen’. Dit zijn de vierkante betonnen bakken met schuine daken. Ze liggen overal, vaak midden in de weilanden. Er is ook vele, vele jaren aan de ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’ gebouwd.
De eerste forten dateren al van 1629. In 1672, het zogeheten rampjaar, gaf stadhouder Willem III opdracht om forten te bouwen in de lijn Schoonhoven – Oudewater – Woerden – Nieuwersluis. Vanaf 1815 zijn weer vele forten gebouwd om Utrecht binnen de Waterlinie op te nemen. Tot 1940 is aan de linie gebouwd. De waterlinie is in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog, tijdens WO I en in 1939 daadwerkelijk onder water gezet. Dat betekent dat vanaf Muiden tot aan de Biesbosch een strook land van ongeveer vijf kilometer breed met een lengte van 85 kilometer onder 40 à 50 centimeter water kwam te staan. Dat is net te ondiep om te varen. En te voet doorwaden is ook geen optie, want je zakt ook nog een stuk in de modder. Verder zie je de sloten niet, dus daar ga je tot minimaal je nek in de modder. Zie daar maar eens uit te komen. Al bij al een formidabele verdedigingslinie. Aangevallen is de waterlinie nooit, dat zegt al genoeg. In 1940 lag het zwaartepunt van de Duitse aanval bij de Grebbeberg. Daar werden ze vijf dagen tegengehouden. Dat duurde Hitler te lang, reden waarom hij besloot om Rotterdam te bombarderen. Daarna dreigde hij ook Utrecht te bombarderen. Dat was reden te capituleren. De Duitse overmacht was te groot, nog meer burgers opofferen was zinloos. Door het nieuwe luchtwapen en de inzet van parachutisten was de waterlinie ineens achterhaald. Heel bijzonder om hier als oud-militair te wandelen. Ik herinner mij dat ik een aantal jaren geleden hier met Orchideetje heb gefietst. Ik herken vele plekjes. Iets voorbij Loenen verlaten we het Waterliniepad en gaan via de Bloklaan naar Fort Spion. Fort Spion is tussen 1844 en 1847 aangelegd om de weg van Loosdrecht naar Loenen te verdedigen. Nu kunnen fietsers en wandelaars hier kamperen. Er zijn ook een aantal onderkomens ingericht met bedden en kookgelegenheden. Er is zelfs een echte ‘boogtent’ ingericht voor zes personen.
Reino heeft geïnformeerd en het fort is open voor kampeerders. Tegen half zes bereiken we het fort en we worden hartelijk welkom geheten door Tine. Volgens Tine zitten er ijsvogeltjes in de gracht rond het fort, maar helaas zie ik er geen. We zetten onze tentjes op en gaan de warme hap bereiden. Tine belooft de houtkachel in het bomvrije wachtlokaal aan te steken zodat we ons daar ’s avonds kunnen verpozen. Wat een luxe allemaal! We kunnen zelfs douchen, maar dat gaat me te ver; douchen doe ik thuis wel weer. Helaas is het hout niet door en door droog, dus het duurt even voordat het redelijk warm is in het wachtlokaal. In ieder geval zitten we bomvrij, dat is ook wat waard. Later op de avond arriveert Saskia, nu zijn we compleet. Ik ben een ietsje rozig, dat komt ook door de wijn die we tijdens de maaltijd hebben genuttigd. Ik zoek mijn tentje op, duik in de slaapzak en val onmiddellijk in slaap.
Zaterdag 12 februari 2005
Fort Spion – Fort Rhijnauen
Ik wordt gewekt door Saskia. Het regent, het klettert met geweld op mijn tentje. Eerst maar aankleden. Ik rits de tent open en schrik me dood. De tent van Saskia en Jan en de tent van Reino is weg! Heb ik mij verslapen en zijn ze al vertrokken? Ik realiseer mij dat ze waarschijnlijk de hele boel bij elkaar hebben gepakt en in het bomvrije wachtlokaal zitten. Ik laat de tent nog maar even staan, pak mijn ontbijtspulletjes en loop naar het wachtlokaal. Inderdaad, daar zitten ze. Eerst maar mijn havermoutse pap bereiden.
Dat smaakt me weer prima, maar nu moet ik toch de regen in om mijn tentje af te breken. Haastig prop ik al mijn kampeerspulletjes inclusief tent in mijn rugzak. Ik trek mijn regenbroek aan en ben klaar voor vertrek. Het is intussen alweer half negen. We lopen eerst over de Bloklaan terug naar de route. Vandaar via Nieuwersluis, berucht bij dienstplichtig militairen, omdat hier de zogeheten militaire detentie werd uitgezeten. Momenteel is hier een penitentiaire inrichting. Ik zie iemand naar ons kijken. Is het een gevangene of gewoon een personeelslid? Ik besluit maar niet te zwaaien, het zou misschien verkeerd overkomen. Het regent nog steeds. Na Breukelen gaan we een zeer modderige grasdijk op en we lopen vlak langs een brede sloot. De wind hebben we schuin tegen. De regen komt bijna horizontaal aanwaaien en soms moet ik mij schrapzetten om niet compleet met rugzak en al in de sloot te worden geblazen. Dit is niet echt leuk meer, temeer daar het water mijn wandelschoenen begint binnen te dringen.
En ik had ze thuis nog wel zo goed ingevet. Ik begin iet of wat te soppen in mijn schoenen. Dit gaat niet goed, op deze manier loop ik mijn voeten stuk! Ik denk maar aan mijn vroegere collega’s die hier jaar in jaar uit patrouille hebben gelopen. Uiteraard ook bij nacht en ontij. Iets verderop komen we weer langs de Vecht en lopen Maarssen binnen. Inmiddels is het bij elven en waarachtig droog geworden. Iets voorbij de brug over de Vecht is een restaurantje en gelukkig is hij open. We besluiten hier de KMA te nuttigen.
Na de koffie en de warme appeltaart besluit ik om droge sokken aan te trekken.
Mijn wandelschoenen zijn dan nog wel nat, maar al bij al is het toch een stuk comfortabeler. Mijn voeten hou ik wel heel op deze manier. Tenslotte hebben we gepland om vandaag tot fort Rhijnauwen te lopen, toch zo’n vierendertig kilometer. Na zo’n half uurtje gaan we weer op pad. Het is nog steeds droog, de zon begint zelfs iets te schijnen. Wel waait het nog behoorlijk. In de buurt van Oud-Zuilen zien we een politieauto die aan de rand van een boscomplex staat. In het bos zijn de restanten gedumpt van een hennepkwekerij. Dat staan ze te bewaken zeker. Tegen half twee zijn we in Overvecht Noord. We krijgen alweer trek. Om nu met deze wind buiten te gaan lunchen trekt ons niet zo aan. Het begint ook weer een beetje te regenen. We informeren eens bij een local, die ons de route uitlegt naar een snackbar met een naastgelegen Turks restaurant. Het klopt, alleen is de snackbar gesloten. Het restaurant is wel open, gelukkig. Ik bestel koffie en een groot broodje kebab. Het moet mij van het hart, nog nooit heb ik zulke lekkere koffie gedronken en nog nooit heeft een broodje kebab mij zo goed gesmaakt. Ik besluit nog een koffie te nemen en voor de dorst een blikje cola. En dat alles voor maar €7,75. Het is gewoon te geef! En dan kunnen we ook nog gratis en voor niets genieten van Ankara TV. Mooi weer is het daar, ik zie een prachtige blauwe lucht. Ondertussen bestuderen we de kaart en zien dat er vlakbij fort Rhijnauwen een Stayokay is. Vroeger heette dat een jeugdherberg. Zou hij open zijn? Het is wel een aantrekkelijk idee om eens luxe de nacht door te brengen. Reino belt op en inderdaad, ze zijn open. Dit houden we in gedachten. We gaan weer op weg en lopen Overvecht Noord uit, gaan onder de snelweg door, langs fort De Gagel en komen weer uit op een grasdijkje. We lopen verder door het natuurreservaat Polder De Gagel. Het eten bij de Turk was erg lekker, maar ik kom erachter dat het ook erg laxerend werkt. Ik moet met grote spoed het riet in. Daarna moet ik een half uurtje goed doorlopen, want Reino, Saskia en Jan zijn bijna uit het zicht verdwenen. Langzamerhand beginnen we de stad Utrecht aan de noordoostkant te naderen. Ik maak nog een foto van het Rietveld Schröderhuis. Het begint al iets te schemeren; ik ben benieuwd of de foto lukt. Langs de Kromhout kazerne, in de – militaire – volksmond beter bekend als ‘Circus Kromhout’. Iets verder is restaurant De Berenkuil. Reino stelt voor om even oan te stecken. Ik ben voor, want ik geloof dat ik weer met spoed naar het toilet moet. Ongelooflijk lekker dat Turkse eten. Dan heb je ook wat. Na een half uurtje gaan we weer op pad. We lopen onder de snelweg door en zo’n vijfhonderd meter verder komen we in een wat afgelegen boscomplex. Iets verderop is fort Rhijnauwen en daar moet ook de Stayokay zijn. Saskia en Jan besluiten naar de Stayokay te gaan. Het is droog, de wind valt erg mee in het bos en Reino en ik besluiten om hier wild te gaan kamperen. Ik zet mijn tent op die in no time is drooggewaaid. Ik steek de brander aan en zet water op. Vandaag was een lange dag. Inmiddels is het na zessen. We hebben er zo’n vijfendertig kilometer opzitten. Verhard, maar ook vele, vele kilometers over zeer modderige grasdijkjes. Toch was het een prachtige wandeldag. Na de warme hap maak ik nog koffie en duik snel de slaapzak in. Ondanks de moeheid kan ik de slaap niet vatten. We zitten hier toch vrij ver van de snelweg af, maar het lijkt of we er vlak naast zitten.
Of hoor ik constant vliegtuigen overkomen? Ik ben te lui om te gaan kijken. Op een gegeven moment lijkt het wat stiller te worden en val ik in slaap.
Zondag 13 februari 2005
Fort Rhijnauen – Culenborg
Kwart voor zeven maakt Reino me wakker. Het regent, nee, dit is geen regen. Ik rits de tent open en wat blijkt: het hagelt! Eerst aankleden en zoveel mogelijk in de tent de spullen inpakken. Als ik zover ben, is het droog. De brander aan en eerst havermoutse pap bereiden. Daarna de tent afbreken en opbergen onderin de rugzak. Het is nog steeds droog, wat een wonder. Tegen achten gaan we op weg. In de verte zien we Saskia en Jan al staan. Ze hebben een prima nacht achter de rug. Iets verder is de Stayokay.
Dat ziet er prima uit, het is een groot landhuis. Vlak ernaast ligt een theehuis annex pannenkoekenrestaurant. Heb ik toch een verkeerde beslissing genomen? Ach nee, ik loop niet voor joker met mijn tent te sjouwen. Ondertussen is het weer gaan regenen.
Later gaat de regen over in sneeuw en soms in hagel. Het waait ook weer behoorlijk hard. Zo ongeveer elke kilometer passeren we een fort. Ze hebben hier goed hun best gedaan. Ik neem me voor om in de fortenmaand (september) eens een paar forten te bezoeken. We zitten ondertussen ten zuiden van Utrecht en zien iets verderop een McDonalds.
Zo te zien in de gids krijgen we voorlopig geen restaurants. Trouwens, op zondagmorgen zijn ze toch gesloten. Het is kwart voor tien, nog wel wat vroeg, maar we besluiten te kijken of de Mac open is. Dat is gelukkig het geval. We zijn de enige bezoekers en draperen onze natte regenjassen en poncho’s over kinderstoelen en dergelijke. Er is wel koffie, helaas geen appeltaart. In vette hap heb ik echt nog geen trek. Dat is dan €1.25.
Na een half uurtje gaan we weer op pad. We lopen langs de ‘plofsluis’: een aantal grote betonnen bakken gevuld met puin, die in tijd van mobilisatie opgeblazen kunnen worden, zodat het puin in één keer het kanaal blokkeert. We verlaten het asfalt en gaan verder over een grasdijkje langs een wetering. Het is intussen rond half twaalf en eindelijk stopt het met regenen. Het werd een keer tijd. We komen al aardig in de buurt van de rivier de Lek. Het valt mij op dat de klei hier van een andere samenstelling is. Hij is veel dunner!
Dat betekent dat de modder opspat tot ver boven mijn knieën. Mijn wandelschoenen zien er ondertussen ook niet uit. Het is één bonk klei. Gelukkig heb ik nog steeds droge voeten. Ik heb trouwens geen droge sokken meer bij me. Zo rond een uur of één besluiten we om te gaan lunchen. We vinden een bosje waardoor we aardig uit de wind zitten. Ik maak cup-a-soupe en eet een paar crackers met paté. Het is best redelijk weer momenteel. Snel maar verder voor het laatste stuk. We draaien de Lekdijk op. Tot de pont is het asfalt, hoewel de laatste anderhalve kilometer zouden we door de uiterwaarden kunnen lopen. Na vier kilometer asfalt ben ik het aardig zat. Ik loop toch liever onverhard. Reino en ik besluiten om het laatste stukje door de uiterwaarden te lopen, Saskia en Jan lopen verder over de dijk naar de pont. We zien hem verderop, iets na de spoorbrug al liggen. Dat ziet er goed uit. Even ‘schipper mag ik overvaren’ en dan Culemborg, het eindpunt van deze trekking. In september lopen we de rest van de route naar Werkendam. Pas in september, omdat Reino de PCT in de VS gaat lopen. Het pad door de uiterwaarden is alleszins goed beloopbaar, zeker gezien wat we achter de rug hebben. De pont ligt nog steeds aan onze kant van de rivier. Hij gaat er toch niet op het laatste moment vandoor, hoop ik. Dat zul je natuurlijk net zien. Goed doorstappen maar en duimen. In de verte zie ik Saskia en Jan al over de dijk dichterbij komen. Dat komt goed uit, kunnen we tegelijk de pont op.
Maar wat is dat, ik zie een schrikhek over de weg geplaatst met daarop een bord: ‘VEER GESTREMD’. Wat is dit nu? Ik kan het niet geloven, de pont is uit de vaart! Wat nu, we staan voor een snelstromende rivier van een paar honderd meter breed. Er vaart ook helemaal niets heen en weer. Op het informatiebord geen enkele informatie. Zelfs geen telefoonnummer van een taxi of iets over een bus. Nu hebben we een serieus probleem. Over de spoordijk? Dat maar niet, het is allicht verboden en misschien is het sowieso onmogelijk. Omlopen is ook geen optie, de volgende pont bevindt zich vele kilometers verderop. Het is nu half vier, dan wordt het nachtwerk. Daarbij komt dat we er vandaag al zo’n zevenentwintig kilometer hebben opzitten. Gelukkig brengt het improvisatievermogen van Reino uitkomst. Ze bedenkt dat ze familie heeft wonen in Culemborg. Gelukkig wordt de telefoon opgenomen, ze zijn thuis! De heer des huizes is bereid ons op te halen met de auto en is binnen twintig minuten bij ons. Het is een beetje proppen met zijn allen en de rugzakken, maar het gaat. Beter slecht zitten dan goed lopen, zeg ik altijd maar.
Binnen de kortste keren zijn we in Culemborg en zitten we aan de koffie bij de familie thuis. Daarna worden we op het station afgezet. Wat een service. We halen precies de trein van 17.41 uur en na een uurtje sporen ben ik thuis. Daar wandel ik naar restaurant Peacocks waar Orgenia al zit te wachten. Harald komt net na mij naar binnen stappen en op gepaste wijze besluit ik deze 3-daagse trekking. Het was vrij nat en modderig, maar tegelijkertijd ook heel mooi. Reino bedankt!!