Donderdag 15 september 2016
Ballum – Nes
Ik word gewekt door de wekker om half zeven. Het is al nagenoeg licht en het waait. Mijn tent is van buiten en van binnen kurkdroog. Het is niet koud. Ik bereid tweemaal een beker thee en havermoutse pap. Ik had zo’n gratis havermout-proefpakket gescoord bij de Appie. Nou, best wel te eten, alleen is zo’n plastic verpakking – in de vorm van een beker – wat lastig om mee te nemen. Om halfacht komt de zon bloedrood op.
Om acht uur stap ik op en ik was net doende om €15,- in het busje te doen – je kunt hier ook drankjes uit de koelkast afrekenen – als de uitbater komt aanlopen. Hij steekt het geld meteen bij zich, dat is voor de veiligheid natuurlijk. Hij vraagt mij naar mijn wandelroute en ik vertel dat ik gisteravond over een bedrijfsterrein heb gelopen om op de camping te komen. Nou, dat hoeft niet, hij weet een legaal pad dat mij naar mijn route brengt.
En inderdaad, het klopt, hier zit ik weer op de route. Het is trouwens nu (08.07 uur) al 18 graden in de plus. Een half uurtje later loop ik Ballum in. Zo te zien is het best wel een leuk dorpje. Er staan hier zowel oude als nieuwe panden. Dit is best wel een aparte toren. In informatie is gelukkig voorzien. Achter de toren staat een kerkje. Ook hier is weer aan een bordje gedacht. In een zijstraat staat hotel-restaurant Nobel. Ik heb zo het idee dat half Ballum ‘Nobel’ heet, maar ’t kan toeval zijn. In elk geval, tijdens de afgelopen kerst zag ik in ons hotel op Schiermonnikoog (http://www.bernstorff.nl/nl/index.html) informatie over dit hotel. De site ziet er prima uit (http://www.hotelnobel.nl). Mijn foto toont niet zo, maar ze hebben het hier goed voor elkaar. Is dit iets voor kerst 2016? In deze voormalige kerk heeft hotel-restaurant Nobel twee zes-persoons suites gesitueerd. Nog twee pandjes. Kijk, de Spar. Dat is een supermarkt(tje). Maar ik ben er blij mee. Ik scoor een koude cola en bananen. Ik eet meteen een banaan en nuttig de cola.
Leuk, zo’n paddestoel. Vandaag loop ik naar de SBB camping noordwest van Nes, maar ik rond wel de oostpunt van Ameland. Dat is dus behoorlijk om. Zo hier en daar is de markering voorzien van de tekst ‘Waddenwandelen’. Deze route loop ik dus en de markering is heel redelijk op orde. Links is weiland en rechts een perceel vergraste hei. Ik loop op een fietspad, dat loopt wel lekker vlot weg. Dit kalfje wil graag voor mij poseren. Wel een aparte gevel, dit pand. Ze zijn met dijkverzwaringen bezig, had ik ergens opgevangen. Meestal kun je er te voet wel langs. Maar hier? Verderop loopt een mevrouw met twee honden. Ik ga het vragen, hondenuitlaters kennen de omgeving als hun broekzak. Nou, ik heb het zojuist gevraagd. Zo te horen staan er grote hekken dwars over de dijk.
De doorgang is dus versperd en ik zie zandwagens rijden. Het is daar gewoon te gevaarlijk en ik keer om. Mevrouw loopt nog een stukje door.
In plaats van de dijk met zicht op de Waddenzee neem ik nu de Lombokweg. Daar rechts ligt het dorpje Hollum. Ik word gepasseerd door een groot aantal scholieren. Zou groep acht hier op schoolkamp zijn? Ze treffen het met het weer. Hollum zit eraan te komen. Het is tien uur geweest. Zou er al iets open zijn voor de KMA? Kijk, het plaatsnaambord. Ook Hollum is zo’n oud, authentiek dorpje. De tijd heeft hier stilgestaan. Tja, Ameland heeft wel iets aparts met toch weer een andere sfeer dan Schiermonnikoog. Dit huisje dateert uit 1670. De kerk zag ik al van verre, maar dat is ook precies de bedoeling. Ook hier is weer voorzien in informatie. Zo te zien is restaurant ‘De Welvaart’ al een aantal jaar gesloten. De ‘welvaart’ is hier voorbijgegaan. Geen KMA dus. Het kan een nieuw pand zijn, maar ik denk eerder dat hier een grondige renovatie heeft plaatsgehad. Zo te zien is restaurant ‘ut Skoalhuus’ open. Er zitten twee mensen op het terras en de gastvrouw is aan het afdekken. De bestelde koffie was er eerder, dus die had ik al op toen de Appeltaart werd geserveerd. Nou, gewoon prima! Na het afrekenen (€5,50 is toch heel redelijk voor een waddeneiland) stap ik op. Nog een heel eind te gaan vandaag. Kijk, een pand uit 1675. Nog een kerk. Het kan niet op voor zo’n klein dorpje. Met informatie nog wel. Akkerbouw heb ik nog niet waargenomen. Daar is het hier waarschijnlijk te zout voor. Weiland is er wel, hier met schapen. Een kilometer pal naar rechts ligt Hollum en rechts voor mij is de vuurtoren van Ameland te zien. Dit konijntje leeft voort op de eeuwige jachtvelden. Een vliegtuig stort neer, een veerboot kapseist, een volle bus toeristen duikt een ravijn in, enz. enz. maar dit soort trieste gebeurtenissen vergeet ik meestal snel. Zo niet het drama van de paarden die verdronken tijdens de mislukte lancering van de reddingboot. Is dat al zolang geleden? Deze duinroosjes staan nog in volle bloei. En dat voor september! Tot mijn verbazing is de foto scherp want er stond een behoorlijke partij wind. Die (zee)wind heb ik mee en sowieso is daardoor de 25 graden in de plus goed te verdragen. Zo te lezen draaien vrijwilligers hier een (water)vogelproject. Zou er met de kerst …? ’t Is hier tamelijk druk, veel mensen nemen hier een kijkje. De vuurtoren is 55 meter hoog en in 1880 gebouwd van gietijzer. Sinds 2005 is de vuurtoren geopend voor publiek. Nou, een bezoek aan de vuurtoren bewaar ik tot een volgend keer. De vuurtoren ligt alweer achter me. Duinen en straks strand. En de temperatuur is nog steeds aan het stijgen. Hier sta ik op het meest westelijk gelegen punt van de route. Vanaf hier loop ik in voornamelijk oostelijke richting. Ik vreesde – zo te zien op de kaart – dat ik een zeer zanderig pad voor de kiezen zou krijgen, maar het blijkt een prima te begaan graspad. Mooi strak, daar houd ik wel van. Iets verderop – geen bankje te zien natuurlijk – vlij ik mij neer tegen een boom. Ik geniet een banaan, crackers met niets erop en ik drink mijn tweede bidon leeg. Ik heb nu nog een literfles ‘touch of lemon’. Verder wissel ik mijn baseball petje voor een heuse zonnehoed. Na zo’n half uurtje – 13.15 uur – stap ik weer op.
Opnieuw een monument. Deze stranding staat mij niet bij, maar het was dan ook in 1799. Tjonge, dat waren nog eens barre tijden. Op dat zandpad moet ik zometeen rechtsaf. Er staat een informatiebord, dat ga ik zo direct bekijken. In de verte de zee, de Noordzee in dit geval. Nou, leest u maar met me mee. Het is inderdaad een zandpad, maar gelukkig is het zand goed aangereden. Het is alleen tamelijk warm, gelukkig heb ik de zeewind iets tegen. Het zandpad slingert verderop iets. Nog iets verder is de post van LifeGuard, daar moet ik rechtsaf. De markering is redelijk, maar toch raadpleeg ik regelmatig mijn GPS.
De gedownloade track is 100%. Mooi, hier moet ik rechtsaf en het duin over. Iets verder is een strandpaviljoen, maar ik kies ervoor om door te lopen. Als ik nu ga zitten kom ik niet meer overeind. Voorlopig loop ik door de duinen, maar verderop is een boscomplex, daar moet ik linksaf. Mogelijk loop ik daar in de schaduw. Nou ja, ’t is een ‘pierig’ bos, maar elk beetje schaduw is meegenomen. Het zijn geen Bisons, maar ik waan me hier een beetje op de prairie. Ik geef mijn halve koninkrijk voor een paard, wie zei dat ook alweer? Wie zou er in dit stulpje – in tegenlicht – wonen? Gelukkig ben ik niet jaloers. Nog een kilometer of vijf! Iets verder loop ik langs het Chaletpark Roosduinen. Voor het laatste huisje zit een mevrouw in de tuin en aan haar vraag ik een bidon water. Ik sta compleet droog. Het is 33 graden in de plus! Maar toch, het is te doen. Ik stop nog even en drink de halve bidon leeg. Na drie kilometer zanderig pad verlaat ik bij Kooihûs de route. Nu is het nog een meter of vijfhonderd. Gelukkig, het klopt precies, daar is de ingang van de SBB camping ‘De Middelpôlle’ (https://staatsbosbeheerameland.wordpress.com/tag/camping-middelpolle/). Ik heb er bijna 28 kilometer opzitten. Ai, dit is nieuw (voor mij). Voorheen moest je een formulier uit de bak halen, invullen en dan werd later het verschuldigde bedrag van je rekening afgeschreven. Nu moet ik van alles en nog wat invoeren en meteen met mijn pinpas afrekenen. Ideaal natuurlijk, maar niet als je moe bent. Gelukkig kent het systeem mij – om op een SBB camping te mogen overnachten moet je wel lid zijn – en uiteindelijk print het systeem een betalingsbewijs uit dat ik aan mijn tent moet bevestigen. Oh ja, deze grap kost mij €6,31, dat is een meevaller uiteraard. Nou, plek genoeg, maar ik had plek 26 ingevoerd, dus daar ga ik staan. Ik zet mijn tent op en spoel dan eerst mijn T-shirt en wandelshirt uit. Tjonge, er is overal – gratis – warm water! Ik trek mijn zwembroek aan en ga in mijn stoeltje voor mijn tent in de zon zitten. Wat kan het leven toch goed zijn.
Intussen bereid ik thee, dat is het beste voor de dorst. Als ik de halve liter cola meetel die ik vanmorgen heb genuttigd, dan heb ik vandaag vier en een halve liter vocht tot mij genomen. Niet gering! Ondertussen bel ik even naar Orchideetje. Thuis gaat alles goed.
Ik start de maaltijd met een bekertje Merlot en mijn pilletjes. Daarna een soepje en een Knorr-maaltijd. Inderdaad, dat verveelt nooit. Daarna de afwas en onder de douche. Al dik voor achten lig ik erin.