Zondag 27 juli 2014
Wehe-den Hoorn – Lauwersoog
Ik sta om vijf uur op. Het heeft gisteravond nog een tijd fors geregend, maar ik heb prima geslapen op deze zeer rustige camping. Ik bereid twee bekers thee en havermoutse pap.
Om half zeven gaan we op pad. Het oogt nogal nevelig. Om zeven uur bereiken we de borg Verhildersum (http://www.verhildersum.nl/html/index.php?page_id=2&language_id=1). De borg stamt uit de 14e eeuw en is stijlvol ingericht. Er is een museumboerderij (daar staan wij nu) en een restaurant. Op dit vroege uur is alles nog gesloten. Het is trouwens al 20 graden in de plus en drukkend (warm). Inmiddels zijn we weer op de hoofdroute. Hier steken we het Hunsingo kanaal over. Nou ja kanaal, ik vind het meer een tochtsloot. Deze boerderij met blokvormig voorhuis heet Tuinsterheerd en is gebouwd in 1867. En dit is pas de echte borg Verhildersum. Het oogt nogal nevelig, maar dat was het ook. De Petruskerk in Leens dateert uit de 12e eeuw. Opnieuw steken we het Hunsingo kanaal over. Hier ziet het er wel een stuk breder uit.
Ik twijfelde even, want ik meende bij de Hoornse Vaart te staan. Gelukkig staat er een bordje, want mijn zeekaarten heb ik niet bij me. De paddenstoel is nauwelijks leesbaar, maar we lopen richting Houwerzijl. Na een stukje asfalt gaan we over op een jaagpad langs de Houwerzijlster Vaart.
Op dit bankje genieten we zelfgemaakte koffie en iets erbij. We zitten vlakbij Houwerzijl, maar voor het dorp slaan we rechtsaf. Op naar Niekerk. Zoutkamp laten we straks links liggen. Het schiet lekker op. Niekerk ligt alweer een kilometertje achter ons en opnieuw steken we het Hunsingo kanaal over. Die borden moet iemand me maar eens uitleggen. De ophaalbrug heet trouwens de ‘Zuidemaklap’. Zoals gezegd, Zoutkamp laten we links liggen. Op naar Vierhuizen en Lauwersoog. Dit is het Pansepad dat loopt van het gehucht Pans (veel meer dan een boerderij is het niet) naar Vierhuizen. Daar staat een kerk, dit is dus een kerkenpad, lijkt me toe. Zo heel voorzichtig begint het zonnetje door te komen. Om tien uur leggen we aan bij ‘Het Lachende Paard’. Ze zijn koud open. Ik bestel een bakje koffie. Nou, die houdt niet over. De man spaart nog wel koffiemolens, daar kan het dus niet aan liggen. Om half elf stappen we op. Het wordt warm, het is inmiddels 23 graden in de plus.
Nog elf kilometer. In Vierhuizen staat de korenmolen ‘De Onderneming’ uit 1858.
Toch jammer dat de molen niet aangegeven staat op de topo-kaart in de LAW-wandelgids. Hier is het graan er al af. Zo te zien zijn ze de Paddenstoelen opnieuw aan het nummeren. Is dat nu nodig? Het oude nummer staat er gelukkig ook nog op. Op naar Lauwersoog, nog 8,3 kilometer. Dat klopt wel zo ongeveer, veel meer mogelijkheden om er te komen zijn er niet. En hier moet het graan er nog af. De kortste route van A naar B is een rechte weg. ‘B’ is in dit geval een dijk. Daarachter bevindt zich geen zee, de Lauwerszee is in 1969 afgesloten. Tja, hoe deze sloot vlak achter de dijk heet weet ik niet. Het staat niet op het kaartje in de LAW-gids. Zijn die gebouwen in de verte de Willem Lodewijk van Nassaukazerne? Ik heb er weleens een paar dagen mogen doorbrengen en het komt me bekend voor. De rode vlag schittert door afwezigheid, dus kunnen we gevoeglijk onze weg vervolgen. En dit is het (of zijn er meer?) schietterrein. We lopen hier over het Militair Oefen- en Schietterrein Marnewaard. Ik vraag me af of er nog wel gebruik wordt gemaakt van de schietbaan en zo ja, hoe vaak? En dit is het Oefendorp Marnehuizen. Er staan hier 122 objecten voor in totaal €13 miljoen euro. Maar dan heb je ook wat. Marnehuizen is het grootste oefendorp van Europa! Tja, vechten gebeurt al jaren niet meer op de hei, maar in de zogeheten ‘Urban Area’. Nog een stuk of vijf. De Lauwerszee is niet meer, daarvoor is het Lauwersmeer in de plaats gekomen. Het is niet uitsluitend oefenterrein, maar er is ook landbouwgrond en veel natuur te vinden. Elk militair voertuig kan tot een bepaalde diepte ‘doorwaden’. En een aantal voertuigen kan ‘zwemmen’. Dat kun je hier allemaal beoefenen. Een handwijzer met allemaal bekende namen. De garnalenvloot van Zoutkamp ligt hier sinds de indijking van de Lauwerszee. Het ‘riekt’ hier enigszins naar vis. Ook naar gebakken vis. Dat hoeft van mij nu even niet. En hier was het me om te doen. We zijn er! Het Nederlands Kustpad naar Bad Nieuweschans zit erop (120 kilometer). Nu nog het traject naar Stavoren (159 kilometer).
Het Friese Woudenpad (147 kilometer) heb ik inmiddels gelopen. Dat pad is echt een aanrader. Hier kun je gerookte paling kopen. Ik ben er wel een liefhebber van, maar dan gewoon thuis, op ons terras (met een koud wit wijntje en stokbrood). Het is kwart voor twee, we hebben nog drie kwartier voor de bus vertrekt. We kunnen mooi een colaatje drinken (of nog iets eten) bij restaurant Zeezicht. We nemen plaats. Het is aardig druk, maar niet overvol. Bedienend personeel loopt af en aan, maar ons wordt geen blik waardig gekeurd. Doen we iets verkeerds?
Na een kwartiertje loop ik naar het toilet om een bidon met water te vullen. Met wat Isostar erin kan ik het daarmee mooi tot huis uithouden. Als ik terugkom staat Albert met rugzak om op me te wachten. Hij is het zat! Nou, ik ook. Zal ik nog een verdrietige mail sturen naar de manager van Zeezicht?
Bij de terminal van Wagenborg (veerdienst op Schiermonnikoog) wachten we op de bus van 14.25 uur. Ik geniet van Isostar-drink en boterkoek. Dat is ook lekker! De boot uit Schier legt aan en de bus komt voorrijden. Trekt het een beetje dicht? Dat valt mee, zonnig gaan we op huis aan. Het is een hele reis, maar rond half zes ben ik in ons dorpje. Ik loop meteen door naar Peacocks om de wandeling met Orchideetje en zoonlief af te sluiten. Het voorgerecht laat ik me goed smaken. Van de uiensoep vergeet ik een foto te maken (die ‘smokkel’ ik er wel een keertje tussen), maar het varkenshaasje staat er wel op. Het Wad- en Wierdenpad zit erop. De inmiddels vervallen druk kan de archiefkast in en het Nederlands Kustpad deel 3 krijgt een plaatsje op mijn bureau. Albert: bedankt!