Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Veluwe Zwerfpad van Arnhem naar Rheden
van vrijdag 28 maart t/m zondag 30 maart 2008
Vrijdag 28 februari 2008
Arnhem – Hoenderloo
Gisteravond zijn we op visite geweest, vandaar dat ik pas rond de klok van elven zag dat de film ‘Fitna’ uit was. Onmiddellijk de site opgezocht, maar ja, die zat zo vast als een huis. Jammer dan, zo belangrijk is het nu ook weer niet.
Nu op vrijdagochtend beheerst de film het nieuws, maar ik heb geen tijd om hem te bekijken. Zo te horen zijn er geen rellen uitgebroken en kan ik gewoon met de trein.
Tegen negenen loop ik naar het station, op straat gaat alles zijn normale vrijdagse gangetje. Het is iets mistig en een beetje waterkoud. Een waterig zonnetje probeert door de nevel heen te breken. Mijn thermometer staat op 12 graden in de plus. De trein komt keurig op tijd voorrijden, dus vanaf Utrecht tot hier heeft ‘de leiding’ de situatie in de hand. Ook in Zwolle staat mijn trein naar Arnhem keurig op spoor 6 op mij te wachten. Druk is het niet en sowieso zie ik geen allochtonen. Het is de laatste vrijdag van de maand, echt een dag om lekker thuis te blijven. Hoewel, veel mensen hebben een thuiswerkplek. Goed, ik ga wandelen, helaas kon Reino zich niet vrijmaken. Gelukkig zijn Margriet en Sjef wel van de partij. Als ik tegen elven via de uitgang Sonsbeek station Arnhem verlaat, staan ze al op mij te wachten. Via de Bouriciusstraat lopen we naar het bezoekerscentrum.
Nou ja, dat is in renovatie, in plaats daarvan maken we gebruik van de keet. Eerst maar koffie, daar was ik onderweg nog niet aan toe gekomen. Om half twaalf gaan we dan toch echt van start. Iets verderop staat de Witte Watermolen. Het is een bovenslagradmolen, oftewel het water valt van bovenaf op de schoepen van het rad. Er wordt nu niet gemalen en het water wordt voorbij het rad geleid. Het vermogen valt mij tegen, het is maar zo’n anderhalf pk, oftewel ruim 1000 watt. Een beetje stofzuiger heeft een sterkere motor aan boord. Geen wonder dat na de uitvinding van de stoommachine deze watermolens in onbruik zijn geraakt. We draaien park Sonsbeek in en zien dat de ranonkels in bloei staan. Het lijkt mij niet dat dit hier inheems is, maar ach, wat geeft het. Ik meen dat in de boerderij een restaurant gevestigd is, de zwanen komen eens kijken. Ooit stond hier een watermolen, maar deze is omgetoverd tot een heuse waterval.
De stenen zijn met paard en wagen van de hele Veluwe, hier naartoe gebracht.
Wat bijzonder is; je kunt achter de waterval doorlopen. Opnieuw komen we langs Kasteel Zijpendaal, tja, dit stukje route lopen we maar liefst driemaal. Dat komt doordat het Veluwe Zwerfpad zoveel ‘achtjes’ draait. Morgen komen we hier weer langs. Overigens zou het verboden moeten worden om auto’s te parkeren op de oprijlaan van een kasteel. Voor koetsen maak ik een uitzondering. De narcissen staan er mooi bij, dat doet mij herinneren aan het vakantiewerk dat ik vele jaren geleden verrichtte. Dag in dag uit ‘koppen’, oftewel de bloemen verwijderen. Je krijgt er wel een sterke rug van. We steken de Schelmseweg over en doorkruisen een stukje bos. Ergens rechts van ons ligt Burgers Zoo. Langs boerderij tevens manege Het Lage Erf. Ze hebben hier zelfs een trekkersveldje. Deze minicamping staat niet eens in het boekje van het Veluwe Zwerfpad. Een stukje hei, dat zie je wel vaker op de Veluwe. Zo langzamerhand krijg ik het idee dat ik elk heideveld(je) op de Veluwe gezien heb. Toch is dit een bijzonder stukje hei, het heet de Warnsbornse heide, maar ook wel het heitje van Maasdijk. De Nederlandse luchtvaartpionier Clément van Maasdijk is hier tijdens een vliegdemonstratie op 27 augustus 1910 op 25-jarige leeftijd omgekomen. Dit onder het oog van enkele monteurs, het organiserend comité en zijn verloofde. Hij had haar net beloofd dat dit zijn laatste (goedbetaalde) demonstratie zou zijn. Een granieten gedenksteen staat hier ter herinnering aan het eerste slachtoffer van de Nederlandse luchtvaart. We lopen onder de A50 door, het is behoorlijk druk daarboven. Even verder is een manege. Er staat hier een bank en wat speeltoestellen. Het is intussen een uur, tijd voor de lunch. Na zo’n half uurtje stappen we weer op. Even verder staat restaurant Rijzenburg. Hier hadden we natuurlijk ook kunnen lunchen, mits geopend natuurlijk. Ik ga maar niet kijken. Bij de ingang van de Hoge Veluwe moet de portemonnee getrokken worden. Liefst €7,00 per persoon kost deze grap. Maar goed, dan heb je ook wat, dit is zonder meer het mooiste park van Nederland. De geschiedenis zal bekend zijn; de steenrijke Anton Kröller kocht in het begin van de vorige eeuw steeds meer ‘woeste’ gronden op rond zijn buitenverblijf in de Harskamp. Ach, veel kostte dat niet, stuifzand ging per hectare voor ƒ0,75 over de toonbank en een hectare hei deed zes gulden.
Oeps, voor zes gulden moest mijn opa een week werken en daar zijn vrouw en vijf dochters van onderhouden. Uiteindelijk bezat Anton Kröller 6.000 hectare grond, dat hij inrichtte als jachtgebied. Daartoe importeerde hij edelherten, zwijnen en moeflons uit Duitsland, Schotland en Luxemburg. Zijn echtgenote – Helene Müller – hield zich bezig met het aankopen van kunst waar zij een passend museum voor liet bouwen. Toch ging het mis. Tijdens de recessie van de jaren dertig vervloog het fortuin in enkele jaren. Om te verkomen dat de kunstcollectie en het landgoed uiteen zou vallen schonk het echtpaar hun bezit aan de staat, waarbij werd bedongen dat zij tot hun dood (in 1939 en 1941) op het jachtslot Sint Hubertus mochten blijven wonen.
Op ‘onze’ bospaadjes komen we geen mens tegen, ook geen dier, dat laatste is een beetje jammer.
‘Ons’ pad is behoorlijk kapot gereden, dat maakt het lopen er niet makkelijker op. Dit zijn bandensporen van een uitrijcombinatie. Hier is behoorlijk gezaagd en zo hoort het ook. Op een gegeven moment is een boom uitgegroeid en oogstbaar. Jonge bomen krijgen zo ruimte en licht om op te groeien. Bovendien is het niet eerlijk om hout aan te kopen afkomstig uit Brazilië en gelijktijdig te roepen dat het regenwoud intact moet blijven. Daartoe moet Nederland zelf ook wat doen.
Ai, hier staat de boosdoener. Het is een echte Valmet, een Finse uitrijcombinatie.
De machinist moet het vak nog leren, regelmatig laat hij een boomstam naast de combinatie vallen. Het lijkt makkelijk, maar dat is het niet. Tja, dan is het gewoon rustig doorlopen over de voormalige woeste gronden, momenteel natuurgebied. Het heeft de laatste tijd goed geregend, dat is wel te zien. Het begint trouwens nu ook iets te regenen. De vennen op Het Deelensche Veld staan uiteraard altijd vol water. Tegen vijven bereiken we de in- en uitgang Hoenderloo. We zijn mooi op tijd. We betalen hier €5,- voor het gebruik van de camping. Douchen kan ook, daartoe moet er €0,50 in de automaat. Eigenlijk is de camping gratis, want onze overnachting geeft morgen recht op gratis toegang tot het park. Vandaag hebben we de oostelijke kant van het park gehad, morgen lopen we de noordelijke en de westelijke kant. Snel zet ik mijn tent op, er dreigt nog meer regen te vallen. Ruimte is er genoeg, er kunnen hier zeker een paar honderd tenten staan. Verderop staat nog een tent en er staan een paar caravans. Druk kun je het niet noemen. Ik begin met een kerriesoepje. Ik drink er een rood wijntje bij. Nu begint het toch echt te regenen, tja, dat is ook volgens de weersverwachting. Als ik aan het roeren ben in mijn Spaghetteria Bolognese van Knorr komt de boswachter controleren.
We maken een praatje en hij vertelt dat er vorige week 5 centimeter sneeuw lag.
Nu regent het, je kunt niet alles hebben. Ik zet de radio maar even aan, Wilders beheerst het nieuws. Er wordt hem van alles en nog wat verweten, maar inhoudelijke argumenten hoor ik niet. Die verwijten ken ik nu wel, ik zou wel eens een echte inhoudelijke discussie willen horen. Verder is iedereen erg tevreden met de zeer gematigde reacties uit de moslimhoek. Genoeg nieuws, tijd voor de MP3-speler. Overigens, ik heb gelezen dat meneer Nokia meer dan 1 miljoen mobieltjes verkoopt. Per jaar? Per kwartaal? Nee, per dag! Het regent en het waait hard. Mijn plan om vanavond Hoenderloo met een bezoek te vereren laat ik maar voor wat het is. Ik kruip erin.