Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Veluwe Zwerfpad van de Harskamp naar Arnhem
van vrijdag 29 februari t/m zondag 2 maart 2008
Vrijdag 29 februari 2008
Harskamp – Lunteren
Tegen negenen loop ik naar het station, wat er prachtig bij ligt. Het is windstil en zonnig. Voor de tijd van het jaar is de temperatuur aan de hoge kant, het is ruim 10 graden boven nul. Tja, ik had dat getal liever aan de andere kant van de nul gezien, maar het is niet anders. Toch zit het niet goed. Gisteren was de weersverwachting voor vanavond windkracht 12. Aan de kust, dat wel. Gelukkig werd het vanmorgen bijgesteld naar windkracht 10. Voor het binnenland zal dat neerkomen op een dikke windkracht 8. In principe moeten de bomen dat kunnen hebben. Alle campings zijn dicht, we zullen in het bos moeten overnachten. Mocht het toch echt gaan stormen, dan moet ik een plekje zien te vinden bij een boer. Ook zal het in de loop van de middag gaan regenen en wat erger is, voor de komende dagen wordt buiig weer verwacht.
De trein is iets te laat, dat zal wel komen door alle Oma’s die met hun kleinkindjes een dagje op stap gaan. Het is voorjaarsvakantie, vandaar. Het is maar een klein stukje met de trein, want al snel stap ik over op de bus. Jarenlang werd de bus geëxploiteerd door de VAD. Toen werd het Connexxion, dat klinkt toch een stuk eigentijdser. Daarna kwam de BBA en nu is het Veolia. Wat doen ze toch met die ‘oude’ bussen? Of worden ze overgespoten? Deze is zo te zien nagelnieuw. Nauwelijks gezeten of Toek, Coby en Cok voegen zich bij me. Gezellig koutend rijden we naar de Harskamp. Het gesprek verloopt zo geanimeerd, dat de chauffeur zich ook mengt in de discussie. Als we de Harskamp binnenrijden wijst de chauffeur ons op een kerk in aanbouw. Hier kunnen heel wat mensen een zitplaats vinden. De nieuwbouw heeft te maken met de fusie tussen een aantal kerken enige jaren geleden. Deze kerk doet daar dus niet aan mee.
Als we bij halte Kraatsweg uitstappen komen Reino en Margriet aanlopen. Zij zijn met de auto gekomen. Het restaurant aan de overkant is dicht, horen we, maar we kunnen terecht bij de Shell-shop iets verderop. We laten ons de koffie goed smaken, vooral omdat deze slechts €0,70 per bekertje kost. Als ik het toilet bezoek, lees ik dat niet-klanten €0,50 moeten betalen. In feite kost de koffie dus maar €0,20. Tegen half elf gaan we op pad. Bij de kerk verlaten we de Dorpsstraat en lopen via de Edese weg naar de Molenweg. Deze route is zeker mooier en authentieker dan de Dorpsstraat, maar ja, nu komen we niet langs het ISK. Het ISK staat voor Infanterie SchietKamp. Het is een van de grotere schietterreinen van Nederland en sinds 1893 volop in bedrijf. We missen dus ook het ISK-museum.
Wat we wel zien is de molen ‘Lana Mariana’ uit 1739. Het is een stenen beltmolen.
Het complete binnenwerk is verwijderd en de molen is ingericht als woning. Eigenlijk is het dus een vrijstaande woning voorzien van wieken. Ik heb de zon pal tegen, vandaar dat de foto enigszins donker oogt. Even verder is een atelier gevestigd in een boerderij. De tuin is ludiek ingericht en er kan gepicknickt worden. In de ‘hut’ ligt leesvoer. Dit is natuurlijk min of meer een poging om klanten te trekken. We lopen verder over de Molenweg richting Otterlo. Dit is nog een originele zandweg.
Tot de vijftiger jaren van de vorige eeuw waren alle wegen over de Veluwe – uitgezonderd de doorgaande – zandwegen. Vlak voor Otterlo worden buitenmodel badkuipen verkocht. Helaas staat er maar een bodempje (regen)water in de kuip en het is toch iets te fris om uit de kleren te gaan.
We hadden hier best met z’n zessen ingepast. We lopen verkeerd, maar na even omlopen zitten we weer op de route. Eigenlijk moeten we voor Otterlo rechtsaf, maar ik heb toch wel zin in KMA. Dat hebben ze hier, het staat op het schoolbord: ‘verse KOFFIE met APPELGEBAK en slagroom’. Ik laat het me goed smaken, dat spreekt. Na de KMA lopen we een klein stukje terug en pakken aan de westzijde van Otterlo de route weer op. Ai, hier is camping ’t Rakkertje. Aankomst en vertrek niet op zondag.
Tja, dat zie je op de Veluwe wel meer. Aankomst niet op zondag, dat kan ik me nog voorstellen. Eén vrije dag per week voor een campingboer is hem (of haar) gegund.
Maar het vertrek, dat begrijp ik niet. Als je toch op zaterdag betaald, dan zou je toch zonder de campingboer te storen op zondag kunnen vertrekken? Ik heb hier eens naar gevraagd op een camping in Nunspeet. Ik kreeg als antwoord dat ze daar niet aan meewerkten. Tja. We filosoferen nog wat door op de overkoepelende kampeerstichtingen. ’t Rakkertje is lid van de ‘Vekabo’, maar ook zijn veel minicampings lid van de SVR. Dan is er nog de NIVON, de stichting Natuurkampeerterreinen (uitgever van ‘Het Groene Boekje’), de NTKC, en mogelijk zijn er nog meer. Waarin een klein land groot kan zijn.
Door de bossen en over zandpaden gaat het richting Apeldoornseweg. Deze weg volgen we een paar honderd meter in zuidelijke richting en steken deze over. Iets verder stoppen we voor de lunch. Een bank danwel picknicktafel is nergens te bekennen, daarom gebruiken we deze omgevallen bomen als zit- en leunplaats. Het weer is nog steeds prima, dat van die storm en regen zal wel weer zwaar overdreven zijn. Twee wandelaars die het Veluwe Zwerfpad andersom lopen vragen ons of ze op de route zitten. Ze hebben al een tijd geen markering gezien. Inderdaad, de markering missen we ook al even, maar we denken wel dat we op de route zitten. Even later schiet het me te binnen, ik heb op de website gelezen dat de route over het landgoed
‘De Valouwe’ niet gemarkeerd is. Dat wilde Natuurmonumenten niet.
Na de lunch volgen we het zandpad, maar al meteen komen we in de problemen. We moeten links of rechtsaf. De routebeschrijving schept ook geen duidelijkheid.
Alles lijkt hier ook op elkaar. Ik pak het kompas er maar bij en kies voor linksaf.
Het is inmiddels bewolkt, net als je de zon nodig hebt, laat hij het afweten. Ik hou het kompas er maar bij en in algemeen noordwestelijke richting lopen we verder. Tja, het zou kunnen dat we te ver noord zitten, maar te ver west is ook goed mogelijk. Tijd om mijn GPS te raadplegen. Gelukkig zijn de bomen niet al te hoog en het is droog. Ik moet eens aan een nieuwe GPS, deze laat het in de bossen regelmatig afweten. Onze positie komt door, we zitten maar 200 meter noord van de route. Gewoon doorlopen dus en even later bereiken we de Wekeromse Eng. Dit stukje boerenland is eeuwenlang bedreigd door het oprukkende stuifzand. Nog een klein stukje en we bereiken het Wekeromsche Zand.
Het heeft niet de afmetingen van het Beekhuizer Zand of het Kootwijker Zand, maar ik vind het intiemer en daardoor indrukwekkender. We gaan een ommetje maken. Eerst een stukje akkerland, waarna we de Germaanse Put bereiken. Al tijdens de IJzertijd (ongeveer 800 jaar voor onze jaartelling) was deze locatie bewoond. Ook toen was er een uitgeholde boomstam als putwand aangebracht. De huidige putwand is een reconstructie, maar daaronder zitten de originele resten van 2300 jaar oud. Nog wat akkerland en daarna weer bossen. Langzaam gaat het omhoog. Dit is de Lindeboomsberg en deze locatie is in 1930 uitgeroepen tot middelpunt van Nederland. Het is een kwestie van waar je begint te meten, maar je kunt hier dus uitkomen. Het is intussen een beetje gaan waaien, maar verontrustend is het niet. Links van ons hebben we het Luntersche Buurtbos en rechts akkerland. We komen langs camping De Goudsberg gelegen aan de Goudsbergweg. Ik heb overwogen om op deze camping te gaan staan. Toch heb ik daar van afgezien. Dit is echt zo’n luxe camping, dat is niets voor ons. Na een aantal mooie huizen en nog mooiere tuinen lopen we Lunteren in. Bij het station verlaten we de route en lopen richting centrum. Het is even zoeken, want veel centrum is hier niet. Ik zie een restaurant, maar de ober verwijst mij voor koffie naar de nabijgelegen snackbar. Daar waren we al langsgelopen, maar nu zie ik dat er naast de snackbar een eenvoudig restaurant is. Prima, precies wat we zoeken. We bestellen een en ander en vullen onze bidons met water. Ik wil hier wachten tot de schemering invalt en daarna het Luntersche Buurtbos inlopen om te overnachten. Zo rond half zes stappen we op. Het regent iets, maar veel is het niet. Wel staat er tamelijk veel wind. Via het station bereiken we het bos. Het bos valt me een beetje tegen. Het is erg open en het stikt van de paadjes. Ook zie ik nog een aantal hondenuitlaters. Ik heb het niet zo op die lui, want als ze ons het struikgewas zien induiken, zouden ze de politie of de boswachter kunnen bellen. Wildkamperen mag nu eenmaal niet in Nederland. We zitten in elk geval op de route. Het stijgt, dit is de Galgenberg. Bovenop de Galgenberg staat een uitkijktoren.
Het is aan het donkeren, dus een foto maken zit er niet in. Verder is het nu toch tamelijk hard aan het regenen en het waait toch wel vrij hard. De boomtoppen zwiepen vervaarlijk heen en weer. Verder maar weer. We dalen en meteen lopen we uit de wind. Ik kijk eens links en dan weer rechts, maar een mooie, gedekte locatie is niet te vinden. Toch moet ik niet te lang dralen, het wordt al aardig donker. Verderop staat wat jonge aanplant.
Zoals altijd bevinden zich daarin open plekken. Hier staan we prima. Er staan wat dennenbomen, maar de storm waait aardig over de toppen heen. Deze bomen zullen niet omvallen. Verder staan we uitstekend gedekt. Snel zet ik mijn tent op. Het regent nu toch wel erg hard. Als ik zo ga koken – buiten de tent – word ik drijfnat. Ik trek eerst mijn regenbroek maar aan, dat scheelt. Ik begin met een kerriesoepje begeleidt met een beker rode wijn. Daarna volgt een maaltijd van Knorr, ook weer begeleidt met rode wijn. Na de maaltijd maak ik mijn pannetje min of meer schoon met verse dennennaalden. Gras groeit er hier niet. Daarna nog een beetje water erdoor en de afwas is weer aan kant. Ik zet de radio maar even aan. Tjonge, er zijn zo hier en daar toch wel wat problemen in verband met de storm. Aan de kust zijn er een aantal bomen omgewaaid. Meer narigheid wil ik niet horen, dus zet ik de MP3-speler aan. Het wandelboekje erbij, wat wil je nog meer. Ik kruip maar in de slaapzak, liggend kun je beter van de muziek genieten.