Utrechtpad (dec 2007)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Reisverslag Utrechtpad van Renswoude naar Utrecht
van
 vrijdag 14 december t/m zondag 16 december 2007

Vrijdag 14 december 2007
Renswoude – Amersfoort
Het is een vroegertje vandaag. Reino wil op tijd starten, we hebben vandaag zo ongeveer 30 kilometer voor de boeg. Vandaar dat ik al om 07.20 uur in de trein zit naar Amersfoort. Helaas, dit keer geen 40% korting op het treinkaartje. Ik zit nauwelijks en er is al controle. Drie man sterk, maar liefst. Goede zaak! Ruim voor achten sta ik op het busstation in Amersfoort. Nu pas merk ik dat het tamelijk fris is. Ik schat dat het net boven het vriespunt is. Hoe zit dat nu precies met de opwarming van de aarde? Als het zo doorgaat dan is er volgende maand Elfstedentocht en dan niet de versie op de fiets of met de kano, nee, de versie op het gestolde water.
Op de OV-reisinformatie-site stond als vertrektijd van bus 80 naar Renswoude 08.03 uur aangegeven. Toen ik een paar dagen later nog eens keek stond er 08.04 uur. Nu staat er op het grote digitale informatiebord 08.07 uur. Op de digitale borden boven de busperrons is mijn bus nog niet vermeld en de tijd begint te dringen. Op het informatiebord staat als halte ‘Amersfoort Centrum’ aangegeven. Toch sta ik hier duidelijk recht voor het NS-station. Plotsklaps verschijnt bus 80 op het digitale perronbord en meteen komt de bus aanrijden. Ze hebben gewoon tot het laatst gewacht! Er zit een vrouwelijke chauffeur aan het stuur. Sommigen noemen dat een chauffeuse, maar dat vind ik onzin. Je krijgt dan van die rare constructies als: timmervrouw, soldate, vrouwkracht, enz.
Ik laat mijn strippenkaart afstempelen, als het goed is gaan we in 2009 over op de OV-chipkaart. Ik moet dat trouwens nog zien gebeuren, ik denk dat we nog een hele tijd de strippenkaart houden. Mijn rugzak kan ik mooi neerzetten bij de zitplaats voor invaliden. Onmiddellijk nadat ik heb plaatsgenomen gaat het gas erop. Deze chauffeur houdt wel van opschieten, alle verkeerspleinen worden vlot gerond. Hm, gisteravond hebben we deelgenomen aan een kerstmaaltijd. Ik heb redelijk veel gegeten en daar heb ik nu een beetje spijt van. Ik word een beetje misselijk. Gelukkig gaat het wel weer na een tijdje.
Het is een mooie rit en na een minuut of veertig sta ik in Renswoude. Ik ben de eerste zie ik, tenminste in geen velden of wegen zie ik een andere wandelaar. Meteen gaat mijn mobiel en het is Reino. Ik denk dat ze meldt dat ze iets later komt, maar dat is het niet.
Ze meldt dat ze de eerste 10 kilometer overslaat en zich in Scherpenzeel bij ons voegt. Nou, mooi is dat, ik heb de route helemaal niet bestudeerd. Maar ach, we komen er wel. Ik maak even een foto van de dienstwoningen van het kasteel Renswoude. Deze ‘cottage’-achtige huizen zijn gebouwd tussen 1770 en 1790. Ze kunnen nog vele jaren mee, zo te zien. Een paar minuten later komt de bus van de andere kant aanrijden. Hier stappen Sjef, Joke, Coby en Cok uit. We zijn compleet en gaan meteen van start. Het eerste stukje van de route ken ik nog van de vorige keer, alleen lopen we nu rond de andere kant van kasteel Renswoude. Het is erg nevelig, heel anders dan de vorige maand toen de zon er zo mooi opstond. Foto’s maken laat ik maar achterwege. We steken de Arnhemseweg over en lopen langs het Grand Canal. Aan het eind van het Grand Canal gaan we linksaf de Liniedijk op. Vanaf hier is het nieuw voor mij, hoewel, in het verleden heb ik hier al eens gelopen. Even verder een mooi doorkijkje over de weilanden. Hier heeft het vannacht toch iets gevroren, het oogt enigszins wit. Het water in de sloot is nog wel in vloeibare staat. We bereiken het Werk aan de Daatselaar, een waterliniefort uit 1799. De functie van dit fort was het beveiligen van de nabij gelegen inundatiesluis. Meestal loopt de weg om de forten heen, maar hier loopt de weg dwars door het fort. Fotogeniek is het niet, er zijn eigenlijk alleen maar begroeide aarden wallen te zien, omringd door grachten. Twintig over tien staan we voor een gesloten restaurant. Het heet ‘De Dennen’, maar ja, daardoor gaat het nog niet open. Ik had nu juist zo’n zin in een strakke bak koffie. We steken de voorrangsweg over en iets verder staat dit eenvoudige houten kruis.
Hier zijn op 14 november 1944 vijf mannen gefusilleerd. De oudste was 32 en de jongste 18 jaar. Dit waren gijzelaars die na een actie van het verzet uit wraak door de Duitse bezetter zijn doodgeschoten. Tien minuutjes later komen we bij de Lunterse Beek. Er is hier een pracht van een stuw gebouwd. Uiteraard werd deze stuw (toentertijd een damsluis) beveiligd door het Werk aan de Engelaar, feitelijk een bescheiden voorpost uit 1799. Aan het einde van de 19e eeuw was het Werk aan de Engelaar verwaarloosd. Toen in 1939 de Grebbelinie in staat van verdediging werd gebracht, hadden de soldaten van kapitein Moquette veel graafwerk te doen. Op 12 mei 1940 viel een Duitse verkenningseenheid aan, die teruggeslagen werd. Op 13 mei volgde de aanval van het 2e bataljon van het 312e Duitse Regiment.
Door munitiegebrek moesten de 64 verdedigers de strijd staken. Intussen doet de zon pogingen om door de nevels heen te breken.
We zitten niet in Barneveld, toch zijn dit Barnevelders. Ik bedoel dus de kippen. Dit ras heet nu eenmaal zo. Ze leggen bruine eieren. En dit zijn schapen. Het moet wel een bijzonder ras zijn, want veel zie je ze niet. Sowieso nieuwsgierige beestjes. Hier heeft het toch iets gevroren, er ligt een vliesje ijs op het water. In Friesland worden dan meteen kortebaanwedstrijden georganiseerd, en passant vraagt dan altijd een verslaggever aan de organisatie wanneer de Elfstedentocht plaatsvindt. Rond half twaalf lopen we Scherpenzeel in. Gelukkig is café De Prins open en al vol in bedrijf. We gaan zitten in de serre, die door het zonnetje al mooi op temperatuur is.
We bestellen koffie. Appeltaart hebben ze niet, maar dat kunnen we halen in de naastgelegen bakkerij. Ik loop even naar buiten om een foto te maken van de kerk. Ik meen dat dit een kerk is van de Hervormde Gemeente, tamelijk rechtlijnig in de leer dus. Reino komt aanstappen, dankzij de uitvinding van de mobiele telefoon heeft ze ons kunnen vinden.
Om kwart over twaalf houden we het voor gezien en pikken de route weer op. Om te beginnen lopen we langs Huis Scherpenzeel. Al in de 14e eeuw stond er hier een versterkt woonhuis, maar in 1884 kreeg het huis zijn Tudor-gothische uiterlijk. Momenteel heeft het huis een kantoorbestemming. Een plaatje van de Luntersche Beek. Tegen enen bereiken we het Valleikanaal, een afwateringskanaal, gegraven tussen 1937 en 1948. In 1939 werd het Valleikanaal opgenomen in de Grebbelinie, ontworpen in 1745. Deze liep toentertijd van de Rijn naar de Zuiderzee en is qua opzet te vergelijken met de Oude Hollandse Waterlinie. In 1939 zijn er op het laatste moment nog vele kazematten gebouwd. Hier is een in beton uitgevoerde mitrailleuropstelling te zien. Het Valleikanaal is onlangs aan de zuidkant plant- en diervriendelijk gemaakt. Terwijl wij hier zo lopen zien we dat er gras wordt gezaaid. Dat heeft bij deze lage temperatuur uiteraard geen kans. Wij vragen even hoe dat zit en het antwoord is helder. Het project is namelijk pas afgerond, en de rekeningen kunnen worden ingediend, als alle werkzaamheden zijn uitgevoerd. Vandaar het graszaad. Zo werkt dat dus in Nederland. Enige tijd geleden is er een demonstratieloopgraaf aangelegd. De loopgraven uit de meidagen 1940 zijn uiteraard ingestort, want er is hier hevig gevochten. Honderden doden zijn er hier gevallen. Er staat hier ook een informatiebord en dat is verhelderend. Een kazemat, er staan er werkelijk tientallen, met op de achtergrond de watertoren. En dit is dan het schootsveld, om van te watertanden natuurlijk, hoewel de inzet van middellange-afstand en lange-afstand anti-tankwapens hier problematisch is. De inzet van tanks is ook problematisch, dus dat heft elkaar mooi op. De stuw bij de Roffelaarskade. Het stroomt vrij hard en het verval is aanzienlijk. Hier moet je toch niet per abuis met je rubbervlot in verzeild raken. Ter hoogte van de voormalige spoorlijn Amersfoort-Kesteren verlaten we het Valleikanaal. Er staat een bankje en we lunchen hier. Dat gaat prima en het scheelt meteen weer gewicht. Nog even een uitzicht over de voormalige schootsvelden en dan volgen we een paar honderd meter de voormalige spoorlijn (1886-1944). Dan draaien we Landgoed De Boom op. Dit gebied moet een ecologische verbindingszone worden, dus moet je het een beetje laten verwilderen. Dat lukt vrij aardig, moet ik zeggen, en je kunt zelfs met je ogen dicht merken dat we hier in een vallei zitten. Nat dus. We lopen tegen de Geeresteinse Laan aan. Hier reed ik vanmorgen met de bus en hier staat ook Huis De Boom uit 1878. Het is geheel wit gepleisterd en in laat-classicistische stijl gebouwd. Momenteel is het huis in gebruik als kantoor. Het is gebouwd in opdracht van Arnoud Jan de Beaufort, die zijn leven lang burgemeester van Leusden is geweest. Kijk, gelukkig houden we tegenwoordig referenda over de burgermeesterbenoemingen. We vervolgen onze weg en komen na een kilometer of twee bij buurtschap Den Treek.
Ik ben hier al eens eerder geweest, en ik meende mij te herinneren dat er hier ook een bezoekerscentrum is. Helaas, is zie geen bordje of wat ook, ik zal me vergissen.
Den Treek is een beetje een curieus dorpje, bestaande uit boerderijen, een koetshuis, dienstwoningen en uiteraard het Huis zelf. Alles ligt ver uit elkaar, dus vanaf onze route is het niet fotogeniek. Geen foto’s dus. Verder hebben we een beetje haast, het wordt al gauw donker en de route gaat het bos in. We zijn van plan om op het NTKC-terrein te gaan staan, hier een kilometer of twee vandaan. Coby en Cok zijn lid van de NTKC en wij zijn gewoon introducés, dat moet toch kunnen. Het water zal afgesloten zijn, dus moeten we eerst water regelen. Ik zie een boerderij waar licht brandt, maar er is ook een soort winkel waar edelstenen worden verkocht. Er brandt licht, dus de winkel is open.
Helaas, de winkel is dicht, maar we kunnen op de bel drukken. Uit het nabijgelegen huis verschijnt een man. We vragen vriendelijk om water. De man trekt een gezicht ‘nee toch, alweer’, maar vult toch onze bidons.
Door het Treeker Bos gaat het richting NTKC-terrein. Dat bereiken we al spoedig aan de achterzijde. Reino neemt afscheid van ons, zij gaat overnachten in Amersfoort in verband met haar blessure. We lopen het terrein op en zien verderop nog twee tenten staan.
Hoe is het mogelijk, straks maar eens kennismaken. Snel zetten we onze tentjes op in de schemering en met het laatste beetje licht maak ik een foto. Het meest linkertentje is mijn Hilleberg Akto. Ik begin met een soepje en daarna bereid ik een heerlijke Al Pesto van de firma Knorr.
Een wit wijntje erbij en het smaakt mij prima. Coby is bij de andere kampeerders wezen kijken en vertelt dat het twee jongens zijn, die bezig zijn met het aansteken van een kampvuur. De bedoeling is om op het vuur kip te gaan roosteren. Inmiddels heb ik mijn eten op en afgewassen, dus ga ik maar eens een kijkje nemen. Het blijkt dat het niet zomaar een kampvuurtje is, nee, er is hier een enorme kuil met rondom zitplaatsen. Onderin de kuil brandt een enorm kampvuur. Ik maak kennis en ga er bij zitten.
Lekker warm is het hier en dat is ook wel nodig. Het is onbewolkt en ik zie sterren.
Het vriest een paar graden. De jongens eten kip en vertellen dat ze nog een stel verwachten. Dit stel heeft kinderen die – in het donker – gedropt worden in het bos en dan zelf hun weg moeten zien te vinden naar het kampvuur. Ik kan het me bijna niet voorstellen en ik hoop dat deze kinderen wel zijn uitgerust met GPS, mobiele telefoon, kompas, kaart, zaklantaarn en een rugzak met overlevingsuitrusting.
De jongens doen dit wel vaker, vertellen ze, een weekend er helemaal tussenuit.
De mobiele telefoons zetten ze dan ook uit en ze zijn dus onbereikbaar. Tja, dat heeft wel iets, ik moet ook maar eens lid worden van de NTKC. Na een dik uur houd ik het voor gezien en kruip de slaapzak in. Ik heb het niet koud, maar voor de zekerheid doe ik toch maar mijn Tatteljee Omsak om mijn slaapzak. Deze Omsak maakt de slaapzak nog 10 graden warmer. Ik bel nog even naar huis, maar krijg geen gehoor. Tja, dat krijg je, als je zelf op stap gaat, gaat Orchideetje ook op pad.