Zondag 30 juni 2013
Sabinka – Rýmařov
Om half acht sta ik op. Ik heb redelijk geslapen (dankzij de radiator), maar heb wel een zere keel. Zou ik toch kou hebben gevat?
Om kwart voor acht lopen we naar het restaurant. Het meisje komt net aanlopen en maakt de deur open. We gaan zitten en wachten rustig af. Twintig minuten later wijst het meisje ons het ontbijtbuffet. Stond het al langer klaar of heeft ze het zojuist geregeld? In elk geval ziet het er heel redelijk uit. De broodjes en de worstjes zijn warm. Ik mis opnieuw de gebakken eieren, maar de worstjes maken veel goed. Tegen negenen lopen we naar de kamer en pakken de rugzak in. Daarna ga ik alvast naar beneden en reken af. Het is SCK597,- (€23.03), dat is bepaald goedkoop. Nou ja, de warme maaltijd hield niet echt over. Als Menno beneden komt ligt er voor hem eenzelfde rekening gereed. Ach, het valt toch alleszins mee.
Tegen tienen vertrekken we. Vandaag lopen we 23 kilometer naar de stad Rýmařov.
Eerst moeten we 150 meter stijgen naar 1462 meter, dan lopen we een tijd over de hoogvlakte en daarna hebben we een kilometerslange afdaling van ongeveer 600 meter. Oeps, het is hartstikke mistig en maar 8 graden in de plus. Zo meteen gaan we stijgen. Iets verder staat deze grenssteen uit vervlogen tijden. Tenminste, ik neem aan dat dit een grenssteen is. Op de Vysoká Hole zitten we op de hoogvlakte. Zo mogelijk is de mist hier nog dichter. Ach, verdwalen zullen we hier niet. Met de markering is het dik voor elkaar. ’t Is niet allemaal kale hoogvlakte, gedeeltelijk lopen we door dichte bossen. Intussen zijn we iets gedaald en zitten nu op 1203 meter. De stad Rýmařov staat op het bordje, het is nog 14 kilometer. Maar, zoals bekend, de kilometers doen er eigenlijk niet toe. Geleidelijk daalt het door de bossen. Het pad is prima te belopen, toch oppassen voor uitstekende boomwortels. Met de mist valt het mee, zo te zien trekt het op. Het is nu 11 graden in de plus. Bij Alfrédka kruisen we een groene en een gele route. In Tsjechië ben je voorlopig niet uitgewandeld. Hier staat dit prachtige wandelrestaurant, maar helaas, het is gesloten. Geen KMA dus. Vanaf het gesloten restaurant loopt er een asfaltweg geleidelijk aan omlaag. Intussen loopt het tegen tweeën en tot mijn verbazing komt de zon door. Deze ‘markeringsboom’ lijkt wel een kerstboom met al deze bordjes. We bevinden ons op 677 meter hoogte en zijn dus een aanzienlijk eind gedaald. Nog 6,5 kilometer. We naderen de bewoonde wereld, ons eerste huis. Nog iets verder lopen we het piepkleine dorp Žd’árský Potok in. Hm, wat is dit voor Avonturenpark? Een beste klimmuur hebben ze ook. Maar ook… een restaurant! Dat mag wel in de krant. Het zonnetje staat erop en ik heb het eindelijk warm. Toch voel ik mij niet 100%. Koffie hebben ze hier, maar verder niets. Ik nuttig maar iets uit de rugzak. OK, verder maar weer, het schiet lekker op. Onderweg een houthandel. Bomen staan er hier genoeg. Er wordt niet gewerkt, want het is zondag vandaag. Bevinden we ons hier op een Pelgrimsroute? Het zou me niet verbazen. Hier heeft iemand zijn tuin omhekt met ski’s. Deze bouwval is ook omhekt. Dit park staat niet op de kaart, maar het wandelt beter dan asfalt. Dit vervallen gebouw moet wel bijna een klooster zijn geweest. Helaas staat er geen bordje en uitzoeken kost teveel tijd. Deze Tsjech heeft het zo te zien goed voor elkaar. Een schattig kapelletje en het onderhoud is dik in orde. Het weer laat zich van zijn goede kant zien, het is 20 graden in de plus. Om half vijf lopen we Rýmařov in. Nou, de stad is behoorlijk op de schop. Hotel Praděd zien we zo gauw niet. Het moet in de buurt van het station zijn, maar dat zien we ook niet. Ik vraag het aan een mevrouw, maar zij spreekt geen woord Engels/Duits. Later zien we een jonge dame, die wel Engels spreekt. Zij moet de kant van het hotel op en loopt even met ons mee. Nog bedankt! Wat blijkt, we zijn er gewoon langs gelopen.
Het hotel aan de straatkant onderscheid zich niet van de andere huizen, alleen met een koperen bordje waarop Praděd staat. Kunnen we terecht? Dat kan, maar er is alleen nog een appartement vrij. Dat doen we, veel keus hebben we niet. We gaan meteen maar eten, want ik heb best wel zin in een biertje.
Ik bestel een Griekse salade, spaghetti en een biertje. Alles komt tegelijk, het lijkt Griekenland wel. Trouwens, er valt geen olijf te bekennen in de salade, dus laat dat ‘Grieks’ maar weg. Sowieso lust ik geen olijven. De salade smaakt overigens prima.
Ook de spaghetti smaakt goed, helaas is hij iets te zout. Het Tsjechische bier is zoals altijd prima. De prijs van dit lekkers bedraagt CZK196,- (€7.56). Nog even een schermafbeelding van mijn GPS. Morgen lopen we 22 kilometer naar Dětřichov nad Bystřicí. Vandaar moeten we met de trein (feitelijk twee) terug naar Rýmařov, want in eerstgenoemde stad kunnen we niet overnachten. OK, ik ga meteen naar de kamer (dat blijkt een heel gewone kamer te zijn) en onder de douche. Meteen naar bed, want ik heb een zere keel en voel me ‘appelig’. Vandaag heb ik de laatste 10 kilometer over het asfalt, vanaf het restaurant, echt op ‘karakter’ gelopen.