Zondag 12 maart 2006
Wijchen – Nederasselt
Om half acht sta ik op. De thermometer van Lieneke staat op -7 graden. Toch heb ik vannacht prima geslapen. Zo tussen de huizen staat er helemaal geen wind. Ik begin met een beker thee en tijdens het opdrinken daarvan bereid ik havermoutse pap. Als het klaar is ga ik naar de keuken om het op te eten. Het is binnen toch een heel stuk aangenamer dan buiten. Het smaakt me prima. Reino is ook al op, ik hoor dat ze vannacht nogal last heeft gehad van de cavia’s. Ik begrijp dat die kleine beestjes een hoop lawaai kunnen veroorzaken. Luutje komt binnenstappen. De trein was ‘in de vaart’ en het adres kon ze gemakkelijk vinden. Minder prettig is het bericht dat Lieneke krijgt. Het blijkt dat de toestand van haar vader ineens snel achteruit is gegaan. Ze besluit de voettocht af te breken en naar het ziekenhuis te gaan. We wensen haar sterkte. Zelf drinken we eerst nog koffie en gaan rond negen uur op pad.
Tot onze verbazing zaten we nagenoeg op de route en bereiken spoedig het Wijchensche Meer. Het ziet er allemaal winters uit. Er ligt een vliesje ijs, zelfs de meerkoeten zakken er doorheen. We lopen Wijchen uit en direct wordt het landelijk. We passeren een mooie boerderij. Ook voor de schapen is het winter. Even verder bereiken we de Maas. We lopen verder langs de dijk en missen helaas een bocht, zodat we nu langs het dorp Niftrik lopen in plaats van er doorheen. We lopen onder de A50 door en nemen aan de andere kant het fietspad. We gaan de Maas over, in de verte zie ik de spoorbrug en aan de linkerkant ligt Ravenstein. Tot 1800 viel Ravenstein onder de Duitse Keurvorsten van de Pfalz. Het was dus een Duitse enclave op Nederlands grondgebied en op sommige plaatsen in de stad is dat nog goed te zien. We maken een grote lus om en door Ravenstein heen.
Middenin het centrum staat de prachtige stellingmolen ‘De Nijverheid’. De molen dateert uit 1857 en is met zijn hoogte van 30 meter de hoogste molen van Noord-Brabant.
Er wordt nog graan gemalen, echter niet op zondag. Helaas is de plaatselijke horeca nog in diepe rust, dus lopen we het stadje weer uit.
Over de Maasdijk gaat het in oostelijke richting. Tja, het zijn weer brede rivieren enz. In Neerloon gaat het rechtsaf in zuidelijke richting en voor Overlangel gaan we weer verder in oostelijke richting. We passeren nog de oude rivierbedding van de Maas. Hier was de loop van de rivier tot hij in 1937 werd rechtgetrokken. We passeren een gedenkteken van de vliegstrip Keent. Deze strip is in 1933 door de KLM aangelegd in het kader van een vliegshow. Tijdens WO II maakten de Duitsers spaarzaam gebruik van de strip. In de planningsfase van operatie ‘Market Garden’ is de strip compleet over het hoofd gezien! Pas vanaf de tiende dag van de luchtlandingsoperaties zijn de Amerikanen de strip gaan gebruiken. Wanneer deze tactische fout niet was gemaakt, had operatie ‘Market Garden’ mogelijk een andere afloop gekend. Bij het gehucht Keent besluiten we om een stuk alternatieve route te gaan volgen.
Het is een grote grasdijk die met een grote lus om de boerderijen van Keent heen ligt.
We moeten onnoemelijk veel ijzeren hekken openen en weer sluiten. Dat is tot daar aan toe, maar sommige hekken zijn voorzien van schrikdraad en daardoor niet te openen! Daar moeten we dus overheen klimmen, gelukkig staat er nergens stroom op het schrikdraad. Onderweg besluiten we te lunchen. Zo onderaan de dijk in het zonnetje lijkt het al een beetje voorjaar. Intussen is de rijp op het gras ook als sneeuw voor de zon verdwenen. Hier en daar vinden we nog de originele dijkpalen. Na een goed uur grasdijk komen we weer op de hoofdroute. Langs de dijk staat nog een leuke opknapper.In de verte staan de gebouwen van het Emmausklooster. Het is een behoorlijk groot complex voorzien van twee kerken. We lopen nog een stuk langs de Hertogswetering en lopen de vestingstad Grave binnen. Eeuwenlang hebben er hier soldaten ‘gelegen’. In 1786 waren er ruim 8.000 militairen gelegerd, tegen nog geen 1800 burgers. Veel straten en gebouwen dragen militaire namen. Als ik mij goed herinner heeft Defensie enige jaren geleden de laatste kazerne gesloten. Tegen kwart voor twee bezoeken we restaurant ‘De Poort van Cleve’. Het duurt hier allemaal vrij lang en we stappen maar weer snel op. We draaien het centrum uit en langs wat industrie lopen we richting Maasbrug. Het is een imposant ding en het kost nog een hele wandeling om aan de overkant te komen. Er is hier een stuw in de Maas en er zijn sluizen. Dit moet wel de plek zijn uit de vroegere waterstanden op de radio: ‘Grave beneden de sluis, + 20’. Het zullen wel belangrijke berichten zijn geweest, want het was dagelijks. Aan de overkant ligt Nederasselt. We draaien onder de brug door en lopen nog door een klein parkje. Bij de kerk, er hangen middeleeuwse Kruisweg-staties aan de buitenmuur, gaan we van de route af. Dit dorpje is het voorlopige eindpunt van deze voettocht. We gaan op zoek naar een bushalte en ik ben vooral benieuwd naar het tijdstip waarop de bus aankomt. Om tien over drie staan we bij de bushalte en volgens het informatiebordje hoeven we maar een kwartiertje te wachten. Er komt wel zo’n klein 8-persoonsbusje. Dat gaat prima, want wij zijn de enige passagiers, echter hoe dichter we Nijmegen naderen, des te voller loopt het busje. En met mijn rugzak heb ik gewoon twee plaatsen nodig. Tien over vier staan we op station Nijmegen, waar we afscheid nemen van elkaar. Vanaf hier gaat iedereen weer zijn eigen weg. Nog weer tien minuten later zit ik in de trein. Het gaat vandaag allemaal voorspoedig, maar ik moet uiteraard helemaal om via Utrecht. Wanneer komt er nu eens een fatsoenlijke spoorlijn dwars over de Veluwe? Even na zessen ben ik thuis en loop gelijk door naar ‘Peacocks’, waar we de voettocht in stijl afsluiten met een etentje. Vandaag hebben we er zo’n 21.5 kilometer opzitten.
Reino, Luutje en Lieneke: bedankt.