Streekpad Nijmegen (mrt 2006)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Reisverslag Streekpad Nijmegen van Nijmegen tot Nederasselt
van
 vrijdag 10 maart t/m zondag 12 maart 2006

Vrijdag 10 maart 2006
Nijmegen – Winssen
Reino – de organisatrice van deze voettocht – verwacht ons pas om 16.10 uur in Nijmegen. Toch pak ik de trein van 10.22 uur omdat ik ten eerste wil lunchen in Arnhem en ten tweede een nieuw mes wil kopen in Groessen.
Het is bewolkt met soms een spetje regen. De verwachting is dat het vanavond kouder wordt (tot -3) en in de nacht van zaterdag op zondag nog kouder (tot -8). Ik heb voor de zekerheid vanmorgen toch maar m’n Helly Hanssen lang ondergoed aangetrokken.
Ik bezit een dikke, gevoerde en een dunne soort. Deze laatste soort heb ik aangetrokken, het is eigenlijk net een dikke panty en het stelt weinig voor – afgezien van de prijs – maar het maakt het een heel stuk comfortabeler. M’n trui heb ik in de rugzak gestopt, die trek ik vanavond aan als we stoppen. Zodra je niet meer beweegt, koel je toch enorm snel af.
Ik hoop dat straks de zon een beetje doorkomt, dat maakt het allemaal wat aantrekkelijker. Vorige week lag er werkelijk een ‘bult’ sneeuw, prachtig om te lopen, helaas was er geen voettocht gepland. Sneeuw geeft als je gaat kamperen net dat ietsje meer, het wordt net wat avontuurlijker. Het is precies als appeltaart, heerlijk natuurlijk, maar met een grote dot slagroom erop wordt het pas voortreffelijk.
Vandaag beginnen we met het Streekpad Nijmegen. Het is geen LAW – dat zijn ‘lijnwandelingen’ – maar een rondwandeling. De voettocht begint in Nijmegen en eindigt daar ook weer. Een totaal zinloze bezigheid eigenlijk. Deze drie dagen doen we ongeveer de helft van de in totaal 117 kilometer en eindigen in Nederasselt. Eind juni gaan we voor de tweede helft.
Tja, een nieuw mes. Is het oude niet meer goed? Natuurlijk wel, alleen ben ik er na al die jaren een beetje op uitgekeken. Hoe kom ik op het merk Fällkniven? Hm, dat komt door rondsnuffelen op hikingsites. Vroeger had je voor informatie tijdschriften, ik geloof dat ze nog wel bestaan, maar nu heb je internet. Je moet uiteraard oppassen met wat je leest, want het is natuurlijk maar ‘een mening’. Daarom bestel ik niet via internet, maar ga zelf in de winkel kijken.
In Amersfoort staat de trein weer veel te lang stil. Kunnen ze bij de NS nog steeds geen klokkijken? In Utrecht Overvecht regent het en behoorlijk ook. Uiteraard is in Utrecht de trein van 11.03 uur naar Arnhem gevlogen. Goed dat er in het nieuwe spoorboekje veel ruimere overstaptijden worden gehanteerd. Je trein haal je dus altijd! Ook nog tijd voor een bakje koffie met wat lekkers erbij. Dus hogere omzetten in de kiosken, oftewel de NS kan de pacht verhogen. Zo snijdt het mes aan twee kanten!
Op het perron komt een sjofel geklede man op me af. Met beide handen houdt hij één daklozenkrant vast. Hij vraagt mij uiterst beleefd of hij iets mag vragen. Dat mag. De vraag luidt: ‘heeft u misschien een bijdrage voor mij voor mijn slaapplaats voor vanavond’?
Ik antwoord naar waarheid dat ik vannacht zelf in een tent slaap. Dat is geen antwoord op zijn vraag en ik ben benieuwd hoe hij reageert. Hij zegt timide dat hij zelfs geen tent heeft. Ik begin de dienstregeling te bestuderen en hij druipt af. Ik ben vandaag in een uitzonderlijk goede bui – ik ga winkelen – en pak €2,- uit mijn portemonnee. Of nee, zo’n goede bui nu ook weer niet, ik maak er €1,- van. De ‘dakloze’ klampt verschillende mensen aan, niemand geeft hem iets. Ik zie dat hij met een been trekt. Zou hij wat mankeren of zou hij een erwt in z’n versleten gymp hebben gedaan? Hij komt mijn kant weer op en ik steek hem het muntstuk toe. Hij bedankt me uiterst vriendelijk.
De trein van 11.20 uur is precies op tijd en vertrekt direct. Zo mag ik het graag zien.
Ik ga in het halletje zitten. Een beeldschoon allochtoon meisje gaat iets verderop zitten.
Ze vraagt in goed Nederlands of ze in de trein naar Nijmegen zit. ‘Ja’, zeg ik, ‘je zit goed. Hij stopt eerst nog in Ede-Wageningen en in Arnhem. Ben je pas kort in Nederland’? ‘Nee’, zegt ze, ‘ik ben hier geboren’. Ik maak haar een compliment over haar hoofddoek. Deze ziet er werkelijk beeldig uit. Ze bedankt me, ze is echt blij met het compliment.
Tja, we zullen toch verder moeten met elkaar. Ik vraag of ze van Marokkaanse afkomst is. Een beetje beledigt zegt ze dat ze van Turkse afkomst is. ‘Het spijt me’, zeg ik, ‘ik zie dat verschil niet’. Volgens haar ziet een Marokkaans meisje er toch wel heel anders uit.
Ze vertelt dat ze in Nijmegen een presentatie moet doen. Ze is 18 jaar en zit op het SPW. Haar droom is om mettertijd een eigen kinderdagverblijf te starten. Wat een ambitie, dit meisje komt er wel. Haar mobiele telefoon gaat en ze vertelt – in het Nederlands – dat ze in de trein zit. Volledig geïntegreerd dus. Met haar hoofddoek zet ze je volledig op het verkeerde been, maar ik denk dat dit meisje haar geloof strikt gescheiden houdt van het dagelijks leven. Ik zal haar er niet naar vragen, dat vraag je tenslotte ook niet aan een christen. Trouwens, hoe zou een atheïst op zo’n vraag moeten reageren? Mogelijk zou hij zeggen dat alleen ‘deugd’ gelukkig maakt. Dat deugd berust op kennis en leerbaar is (Socrates). Ik zou best een foto van dit meisje willen maken, maar dat vraag ik ook niet, daar zou ze mogelijk last mee krijgen.
Arnhem vind ik een onoverzichtelijk station. Ik kom er niet zo vaak, maar elke keer loop ik de verkeerde kant op. Na even zoeken vind ik in de stationshal ‘du Pain’ en gelukkig kan ik zitten. Ik bestel een grote beker koffie. De gevulde koeken zien er lekker uit en daar neem ik er één van. Het smaakt me best en ik pak uit mijn rugzak nog een dubbele krentenboterham met spijs en boter. Ik wikkel deze omzichtig in een ‘du pain’ servet en kijk onschuldig om me heen. Er hangen hier camera’s en achter de balie staan twee monitoren. Het is er de laatste jaren niet veiliger op geworden, maar alles went.
Ik merk dat ik alweer een boel onzin heb zitten opschrijven. Mijn notitieboekje is bijna vol, ik moet zo maar eens bij de Bruna kijken. Gelukkig zie ik daar een handzaam notitieboekje, het kost €1,40. Ja, zo vliegt het geld je portemonnee uit. Goed, het zijn maar euro’s, ik vind het sowieso geen handig geld en geef het maar liefst zo snel mogelijk uit.
De trein van 13.05 uur naar Duiven is mooi op tijd. Het is zo’n ding van ‘Synthus’.
Het regent nog steeds, volgens mij is Reino vergeten om goed wandelweer aan te vragen. In Duiven spettert het wat, het is niet de moeite waard om mijn regenbroek aan te trekken. Nu is het nog zo’n half uurtje lopen naar de Horseman Outfitter in Groessen. Tjonge, als je iets voor paarden nodig hebt, dan moet je hier zijn. Barbecues hebben ze ook in alle soorten en maten, maar ook messen. Ik had gebeld en de drie messen waar het om gaat, zijn op voorraad. Ik wil er nog even over nadenken en daarbij krijg ik koffie geserveerd. Het kleine ‘damesmodel’ valt af, het gaat tussen het ‘jongensmodel’ en het model voor de man. Eigenlijk wil ik ze allebei, maar dat wordt begrotelijk. Ik maak een keus, het andere model kan ik mettertijd nog eens aanschaffen.
Op de terugweg naar station Duiven spettert het nog steeds. Op het station schil ik een appel met mijn pas verworven aankoop en dat gaat prima. Met het Synthus-treintje spoor ik naar Velperpoort om daar over te stappen op de trein naar Nijmegen. In Velperpoort regent het pijpenstelen, hoewel, ik zie wat breking in de lucht. Ik meen zelfs in de verte een klein stukje blauw aan het zwerk te zien. Rond de klok van vier arriveer ik in Nijmegen, mooi op tijd. Ik kijk even bij de loketten en werp een blik op het stationsplein. Het is waarachtig droog en ik zie een klein zonnetje. Reino of andere dames met een rugzak zie ik niet. Ik loop terug en stel me strategisch op bij de trappen. Even later zie ik een dame aankomen met een grote rugzak. Ze ziet mij en komt naar me toe. Het blijkt Lieneke te zijn. We maken kennis en wachten op Reino en Luutje. Als uit het niets staat Reino plotseling voor ons. We schudden handen en Reino zegt dat we onmiddellijk op pad kunnen omdat Luutje zich morgenochtend bij ons voegt. We lopen het station uit en gaan linksaf. Aan de rechterkant zie ik aan de overkant van de weg een toren, ik moet nog maar eens uitzoeken wat dat precies voor een toren is. Onder het spoor door en nu volgt een kilometerslang industriegebied. Je moet ervan houden. We steken het Maas-Waal kanaal over met links de sluizen. Rechts ligt de kolengestookte Centrale Gelderland. De centrale is in 1981 in gebruik genomen en is sinds 2000 in Belgische handen. Als brandstof wordt gebruik gemaakt van kolen aangevuld met 5% afvalhout. De brandstof wordt in de stoomketel verbrand onder toevoeging van verbrandingslucht. De hierbij vrijkomende warmte verhit het water in de ketel. De temperatuur in de ketel is zo’n 1.600 graden Celsius. 
Het water gaat over in oververhitte stoom van 535 graden Celsius met een druk van 180 bar en wordt naar de turbine geleid. De stoom blaast zeer krachtig tegen de schoepen op de turbine-as, die daardoor gaat draaien. De turbine drijft een generator aan die elektriciteit produceert. We lopen een stukje op met het kanaal en gaan dan linksaf. Hier beginnen de Beuningse Uiterwaarden. Mogelijk wordt de route in de toekomst veranderd, zodat je langs de Waal kunt lopen. Links van ons ligt het dorpje Weurt met de kerk in tegenlicht. Achterom kijkend zie ik de kerk en tegelijkertijd de centrale. Typisch gezicht, ook al omdat er rechts boven een vogel in beeld vliegt. Verder maar weer over de dijk. Een kilometer of drie verderop lopen we door het bos ‘Het Roodslag’. Vrij modderig is het hier in dit dertig jaar geleden aangeplante bos. Het is inmiddels al na zessen en we houden een korte pauze. Ik had vanmorgen nog een banaan bij me gestoken, die komt nu goed van pas. Gelukkig is het nog steeds droog! Even verder op de dijk een typisch monument. Ze zijn hier behoorlijk creatief. We doorkruisen nog een klein boscomplex en komen uit bij een boerderijachtig wit huis aan een vijver. We besluiten om hier water te vragen. Dat krijgen we en de eigenaar blijkt zelf ook vaak te wandelen en zelfs regelmatig te kamperen. Dit opent perspectieven.
Zou hij ons aanbieden om de tent op te slaan op zijn grasveld? Het is ondertussen donker geworden en ik probeer zo zielig mogelijk te kijken. Nee, zover gaat hij niet, wel vertelt hij dat we over een kilometer of twee weer een boscomplex krijgen en daar ongetwijfeld een goede plek voor onze tenten kunnen vinden.
Even verder gaat het onder de A50 door en nog weer verder vinden we het boscomplex. We dalen de zeer steile dijk af en komen uit op een weinig gebruikt pad. Hier de tent opzetten vind ik te gevaarlijk, wie weet rijdt er morgenochtend vroeg een slaperige boer met zijn tractor over onze groene tentjes. We besluiten het prikkeldraad over te klimmen, want aan de andere zijde bevindt zich een pracht van een ‘kampeerweide’. Achter wat meidoornstruiken staan we toch redelijk uit het zicht. Het is intussen half acht geweest en donker. Ik zet mijn rugzak op de grond, doe mijn hoofdlamp op en begin mijn tentje op te zetten. Slaapzak, matje enz. enz. gaat erin. Ik doe mijn regenjack uit en bemerk dat het eigenlijk helemaal niet koud is. De trui hoeft niet aan. Ik ga half in de tent zitten en steek de brander aan. Het wordt helder en de maan komt door. Voor me is een meertje met daaromheen bomen. Het is hier prachtig en bovendien doodstil. Tegen achten zit ik aan de kerriesoep met een bekertje witte wijn, gevolgd door een Knorr maaltijd. Tegen negenen heb ik de afwas gedaan, even gebeld naar huis dat alles in de hand is, en daar gaat de ringtone van mijn mobiel. Wat kan dat nu zijn? Het is niet te geloven, het is de maatschappij van mijn creditcard. Ze hebben een aanbieding voor mij. Daar zat ik net op te wachten en besluit er niet op in te gaan. Ik wens Reino een goede nacht toe en kruip in de slaapzak. Vandaag hebben we er zo’n 13 kilometer opzitten.