Pelgrimspad (okt 2006)

Maandag 23 oktober 2006
Aarlanderveen – Amsterdamse Bos
Om half zeven sta ik op en begin met het bereiden van de havermoutse pap. Die valt dit keer een beetje waterig uit. In elk geval is hij niet aangebrand. Om acht uur vertrekken we. Gelukkig zijn we vannacht niet gestoord. Even verder passeren we het strookje bos. Inderdaad veel water en ook vrij dicht bij het dorp Aarlanderveen. Precies de plek waar mensen hun hond uitlaten. Nee, waar we stonden was het niet perfect, maar beter was er gewoon niet.
Asfalt, grasdijkjes, weilanden en water, heel veel water. Rond half tien zijn we ter hoogte van Nieuwveen. Eigenlijk hebben we wel zin in koffie. Twee mannen maken aanstalten om met bosmaaiers de berm te lijf te gaan. We vragen of zij een restaurant in de buurt weten. Tja, het zwembad is hier een paar honderd meter vandaan, maar mogelijk is het gesloten. Eén van de mannen zegt dat hij er even heenrijdt om te kijken. Vijf minuten later is hij terug, het zwembad blijkt gesloten. Hij heeft een ander plan. Hij wil ons wel naar het Shell-station rijden, hier een paar kilometer vandaan. Ze zijn toch voor de provincie aan het werk en er is geen haast bij. Hij vertelt dat er regelmatig een ambtenaar komt kijken en ze op het hart drukt vooral rustig aan te doen. De chauffeur blijkt een Marokkaan te zijn, echt gastvrije en behulpzame mensen. Zijn collega is een Pool. Het is wel proppen met z’n drieën in het busje, maar ja, het is beter slecht te zitten dan goed te lopen. Het Shell-station is open en met een bekertje koffie in de hand kruipen we weer voorin. Na een hartelijk afscheid lopen we langs de Ringvaart en over de Kattenbrug. Daarna langs het Aarkanaal. Aan de overkant ligt de Tolhuissluis, maar ja, hier is geen brug. We moeten omlopen via Bilderdam en dan aan de andere kant van het Aarkanaal terug naar de Tolhuissluis. Er zit zelfs een sluiswachter in het hok, druk heeft hij het niet, behalve met zijn krant. Is deze man ook in Provinciale dienst? Verderop maken we maar zelf koffie, dat bekertje van de Shell stelde niet zoveel voor. Langs de Amstel gaat het verder, toch wel een brede sloot. We naderen het dorpje De Kwakel, ik had er nog nooit van gehoord. De twee cafés in het dorp zijn gesloten en het restaurant in het fort is alleen ’s avonds open. Fort De Kwakel maakte deel uit van de stelling van Amsterdam, gebouwd tussen 1897-1906. Sinds 1959 heeft het zijn functie verloren en is nu in gebruik als ontspannings- en verkoopruimte. Reino heeft een nicht wonen in De Kwakel, echter zij blijkt op vakantie te zijn. Later lopen we langs de Westeinder Plassen. Ik had er geen idee van dat dit zo’n fors meer is. Ook staat er een mooie vuurtoren, volgens het bord is deze uitgeroepen tot de mooiste van Nederland. De tante van Reino in Aalsmeer is wel thuis, dus daar gaan we even op bezoek. We horen dat tante ernstig ziek is. Door het park waar Reino vaak als kind is geweest, lopen we verder. Veel kassen natuurlijk. Aalsmeer staat bekend om zijn bloemen. Als tiener heb ik veel vakantiewerk gedaan in bloemenkassen, ik kan geen bloemen meer zien. Verderop nemen we even plaats op een bankje en genieten van het uitzicht. Het lijkt me eigenlijk een privé-bankje. Er komt een mevrouw aanlopen die vertelt dat deze bank door haar man gemaakt is. We maken een praatje en krijgen spontaan koffie aangeboden. Kijk, dat zijn nu leuke dingen. Minder leuk is dat deze mevrouw vertelt dat ze ernstig ziek is. Kijk, daar word je toch wel erg stil van. Even verder passeren we ‘De Zwarte Ruiter’, een korenmolen uit 1866. De laatste jaren is er veel onderhoud aan de molen uitgevoerd. Feitelijk is de molen maalvaardig, maar tot heden nog steeds niet opgeleverd. Over de ringvaart heen is Schiphol-Oost te bewonderen. Hangars en kantoren, opnieuw: ‘Hollands Glorie’. Het is alweer na vijven, wat vliegt de tijd toch weer! Het wordt tijd voor een camping en dit keer een echte. Camping ‘Het Amsterdamse Bos’ in uiteraard het Amsterdamse Bos.
Ik heb hier al eens eerder tijdens een fietsvakantie gestaan. Het treft: de receptie is open en we kunnen terecht. We kopen ook maar een douchemuntje. Wat een luxe! Ik zie dat in een aantal stacaravans het licht brandt, het zullen wel vutters zijn die hier recreëren. Op het kampeerveld staan nog een aantal tenten, dapper hoor. Na het opzetten van de tent bereid ik eerst een kerriesoepje en daarna een overheerlijke maaltijd van de firma Knorr. Dit keer Spaghetteria Bolognese, Tomaat-Gehakt. Daarna neem ik een douche, dit zijn toch wel uitspattingen. Ik lees nog wat, bel nog even mobiel naar Orchideetje en kruip rond negen uur in de slaapzak. Het begint meteen te regenen en niet zo’n beetje ook. Ik word nog een paar uur uit de slaap gehouden door startende Airbussen en Boeings, wat maken die dingen toch een rotherrie. Hoe houden die vutters het hier uit, ik denk dat ze hun gehoorapparaat hebben thuisgelaten. Wij hebben vandaag in ieder geval 31 kilometer gelopen.