Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Noaberpad van Winterswijk naar Kleve
Zaterdag 8 februari t/m dinsdag 11 februari 2014
Zaterdag 8 februari 2014
Winterswijk – Diepenbrock
Dit keer loop ik niet het traditionele laatste weekend van de maand, maar het tweede.
Dat kwam Johan beter uit. Even na negenen loop ik richting station. Het spettert iets.
De komende dagen wordt er wisselvallig weer verwacht. De temperatuur blijft ’s nachts iets boven nul en overdag kan het tot 8 graden in de plus worden. Geen winter dus.
Tot heden heb ik nog geen vlokje sneeuw gezien, de sneeuwschuiver niet aangeraakt en ook mijn voorraad zout niet aangesproken. Zou dat toch de opwarming van de aarde zijn? Hoewel, in Canada en de States hebben ze een bitter koude winter achter de rug.
Het is gewoon niet eerlijk verdeeld!
Het is zaterdag vandaag, dus geen Metro. Eens kijken of ik er dinsdag nog één kan scoren. De trein is mooi op tijd en is zo goed als leeg. Ik maak een praatje met een jongeman, die op weg is naar Groningen. Hij is een fanatiek fietser, ook in buitenland.
De overstap verloopt probleemloos, op naar Zutphen. Daar stap ik over op het boemeltje van Arriva. Eerst uit- en inchecken dus.
Om 11.40 uur stap ik in Winterswijk uit de trein. Het spettert nog steeds. Ik heb wel mijn regenhoes om mijn rugzak gedaan, maar wacht nog even met het aantrekken van mijn regenjack en broek. Na een paar minuutjes wachten komt het boemeltje uit Arnhem binnenstomen. Ik zie Johan uitstappen en we gaan meteen op pad.
We starten met de aanlooproute en dit keer blijven we min of meer de spoorlijn volgen.
Dat is korter dan via de aangegeven route in de wandelgids. Het vorig traject hebben we dus iets omgelopen.
Het is voor eigen gebruik – zeggen ze – maar er staat hier toch wel een semi-professionele kloofmachine te draaien. Die boxen zijn erg handig, je hoeft nu maar eenmaal te stapelen. De KMA wilde ik hier genieten, maar restaurant ‘De Gulle Waard’ is nog gesloten! Dus zo gul zijn ze hier nu ook weer niet. Iets verder is nog een restaurant, ik hoop dat die wel open is. Iets voorbij ‘De Gulle Waard’ ligt de brug over de Boven Slinge met stuw. Ik kan niet zien hoe groot het verval is, maar de gang zit er aardig in. Tja, het spetteren is overgegaan in regen, dan krijg je dit. Twintig minuutjes verder is Bakkerij Berenschot. Volgens Johan zijn ze open en staat er een koffiezetter. Eerst kijken we even of restaurant Berenschot open is. Het deel van de watermolen waar vroeger het graan en de meelzakken lagen opgestapeld is in authentieke staat hersteld en in gebruik als restaurant. Het schoolbord staat buiten, het licht brandt en tot ons geluk is de boel open. Ik bestel de traditionele KMA en leg de GPS van Johan erbij. Mijn eigen GPS zit in mijn softshell en die heb ik zojuist over de verwarming gehangen. Hij was aardig nat geregend. Nou, de koffie is van matige kwaliteit. De Appeltaart is redelijk van smaak. De slagroom komt uiteraard uit een spuitbus. Het gaat. Voor dit alles betaal ik €5,40, dat vind ik voor het gebodene aan de (zeer) hoge kant. Na een half uurtje stappen we op en bekijken de naastgelegen watermolen uit 1652. Waarom laten ze dat schoepenrad nou niet draaien? Het kost niets extra’s! Even verder draaien we Bekendelle in. Dit is een oud stukje loofbos waardoorheen de Boven Slinge stroomt. Het elzenbroekbos bestaat uit onder meer els, es, iep en eik.
Vorig jaar juli liep ik hier het Scholtenpad (dubbelloop dus) en toen stond het water zeker een meter lager. Kijk nu eens! De brug over het zijkreekje is verdwenen. Vorig jaar was het ook al niet zoveel. Kan de gemeente Winterswijk dit eens oppakken? We lopen wat verder langs het zijkreekje, maar daar wordt het steeds moerassiger.
Tja, broekbos, het woord zegt het al. Als ik nu eens mijn rechtervoet op het rechts voorliggende onderwaterdeel van de brug zet, me vasthoud aan de reling en dan mijn linkervoet zover mogelijk naar voren? Ik probeer het voorzichtig en mijn wandelschoenen zijn net hoog genoeg om de boel droog te houden. Ik ben over!
Johan draagt lage wandelschoenen, hij probeert het zittend over de leuning. Dat lukt niet goed, daarom gaat hij over op de catcrawl. Dat lukt, maar de leuning zit niet erg vast. Tja, het gaat mis en Johan tuimelt in het water! In eerste instantie schrok ik behoorlijk, maar daarna moest ik toch wel erg lachen.
Geen foto’s van de tuimeling dus.
Hier klautert Johan nat en wel via de leuning naar de overkant. Hij wringt zijn sokken uit en we lopen weer verder. Helaas, we stuiten iets verder weer op een zijkreekje. Hier ligt in het geheel geen brug.
Ook hier kan ik met een grote stap droog doorwaden. Voor Johan is het te diep. Hij doet zijn schoenen en sokken uit en neemt pootje badend deze hindernis. Had de markeerder van het Noaberpad hier niet een omleidingsroute kunnen verkennen?
Het stijgt, we hebben het beekdal achter ons liggen. Kijk eens hoe nat het is! We komen terecht in kleinschalig akkerbouwgebied. Winterswijk ligt alweer 5 kilometer achter ons. Berenschot 0,2 verwijst niet naar het restaurant, maar naar een TOP. Wat is dat nu weer? Ik weet niet wie het verzonnen heeft en wat het gekost heeft, maar dit is nu weer echt een belachelijk initiatief! TOP betekent: ‘Toeristisch OverstapPunt’.
Vaak zijn ze uitgevoerd als stenen kegel. Je kunt hier de auto parkeren en verder fietsen of wandelen. Dat laatste lukt toch ook wel zonder ‘TOP’?
Net voor de grens met Duitsland staat deze ‘Grote Steen’. Jonkheer G.A. van Nispen is in de vorige eeuw nog een tijd burgemeester van Winterswijk geweest. Uiteraard is deze kei (gewicht 12.010 kilo) tijdens de voorlaatste ijstijd (200.000 – 130.000 jaar geleden) met de gletsjers uit Scandinavië meegevoerd. Aan de achterkant bevindt zich nog een slecht leesbare plaquette. De betonnen paal is ook onhandig gesitueerd. Sowieso voegt de ketting met palen weinig toe.
Nou ja, de tekst slaat op de weg die toentertijd verhard is. Hier lopen we zo ongeveer in Duitsland. Een bord hebben we niet gezien, dat kon er niet meer vanaf. Kleinschalig landschap, in elk geval is het droog. Hier bevinden we ons alweer een heel stuk in Duitsland. De eigenaar heeft het goed voor elkaar. Dit lijkt me een kruiswegstatie toe, maar dit is de enige die ik zie. Meestal staan er een aantal (14) op geringe afstand van elkaar. De tekst is in het Latijn, daar kan ik niet zoveel mee. Net noord van het dorpje Barlo staat deze prachtboerderij. Is dit de residentie van de Familie Schulze-Wehninck? En in het dorpje aan de doorgaande weg staat deze kerk. Er is hier ook een restaurant. Zullen we daar water halen? Ik stel voor om water te halen bij restaurant Diepenbrock een kilometer verder. Pas over een kilometer of drie is er een mogelijkheid om wild te kamperen. Dat is opgetopt met water eigenlijk te ver.
Een dikke kilometer verder komt Haus Diepenbrock – opgetrokken in barokstijl in de 18e eeuw – in beeld. Ik zie nergens een bord ‘Restaurant Diepenbrock’. Dat is een veeg teken. Er komt een dame aanwandelen (met hond) en we vragen het even. Helaas, het restaurant is sinds lang gesloten en voor zover ze weet is de familie niet thuis. Nou ja, om bij een kasteel om water te vragen gaat wat ver. We lopen – gewoon de route – om het kasteel heen. Veel krijgen we er niet van te zien. Een kilometertje verder staan een aantal huizen. Daar vragen en krijgen we water. Ik maak nog een foto van het ‘Driekoningen’ gebeuren. Merkwaardig toch dat in ons buurland heel andere gewoontes gelden. Een stukje verder steken we de doorgaande weg over. Hier staat een Mariabeeld, opnieuw met zo’n groot mes. We lopen een boscomplex in. Links zijn wat meertjes en iets verder zien we een mooie gedekte locatie voor onze tentjes. Om half zes staat mijn tent en zit ik aan de witte wijn.
Ik meen dat het een Lindemans was van Appie. Prima te drinken, misschien iets aan de zoete kant. Ik zie een beetje blauw in de lucht en even later gaat de zon bloedrood onder. Zou het morgen redelijk weer zijn? Als het maar droog is, dat vind ik belangrijk.
Ik bel mobiel naar Orchideetje, ik heb hier zowaar netwerk. Zoals altijd bereid ik kerriesoep en een Knorr-maaltijd. Ik heb een extra gasbus bij me, daar gaat het niet op stuk.
Na de afwas kruip ik om kwart over zeven in de slaapzak. Het is helemaal niet koud, de Omsak hoeft er niet omheen.