Moskou, St. Petersburg (sept 2008)

Woensdag 17 september 2008
St. Petersburg
Even na achten zitten we aan het ontbijtbuffet en om half tien staan we gereed in de hal.
Ik loop vast naar buiten en zie een agent diverse auto’s aanhouden en controleren.
Het valt me op dat hij er vooral de oudere auto’s uitpikt. Dat valt niet eens mee, nagenoeg alles wat hier rondrijdt is nieuw. Ik zie voornamelijk Japanse en Duitse auto’s.
Hier wordt goed verdiend, dat is duidelijk. Vandaag rijden we eerst naar het 25 kilometer buiten de stad gelegen Catarinapaleis uit 1752. Het paleis is door Rastrelli ontworpen voor tsarina Elisabeth, die de naam van haar moeder aan dit megalomane paleis verbond. Het is er gelukkig niet druk en we kunnen vrij snel naar binnen. Olga vertelt dat ze in het seizoen wel eens twee uur in de rij heeft gestaan. ’s Morgens is het paleis alleen toegankelijk voor groepen. De regel is dat groepen elkaar in het paleis niet mogen passeren. Dat systeem werkt goed, je hebt dan telkens de gelegenheid om zalen ‘leeg’ te fotograferen. ’s Middags is het geopend voor de individuele bezoeker. Tja, het is binnen weer één en al pracht en praal. Wat hebben die tsaren toch veel verzameld! Ja, zo kun je wachten op een revolutie! Hier en daar zijn de voorstellingen ronduit erotisch van aard, dat zal de invloed van de Italiaanse architect wel zijn geweest. Hoewel, de volgende tsarina die hier paleis hield was Catarina de Grote. Zij liet de architect Cameron het barokke interieur wijzigen in haar favoriete neoclassicistische stijl. En dat ze niet vies was van erotiek blijkt wel uit het feit dat ze 12 (twaalf) minnaars versleet. De eettafels zijn gedekt, we kunnen zo aanschuiven. Nou ja, wij doen het in het restaurant met een kopje koffie danwel thee zonder schoteltje. Een soort appelbol erbij (de mijne heb ik al op) en we kunnen er weer even tegen. Over het fotograferen van zalen gesproken, in de mooiste zaal mogen beslist geen foto’s worden gemaakt. Het flitslicht dat gebruikt wordt tast het gebruikte barnsteen aan.
We hebben even een discussie over wat barnsteen nu precies is. Daar heersen wat misverstanden over. Ik weet het wel, maar hoe het nu ook weer precies zat, dat ben ik even kwijt. Thuis zoek ik het even na op Wikipedia. Inmiddels is het mij weer glashelder en het ontstaan van de spraakverwarring is duidelijk.

Barnsteen is de fossiele hars van prehistorische naaldbomen. Deze hars is miljoenen jaren geleden uit de bomen gedropen en daarna versteend. Na de ijstijd is er barnsteen uit de grond gespoeld en in zee terecht gekomen. Barnsteen is warmgeel tot donkerrood van kleur. Doorzichtige barnsteen wordt het mooist gevonden en is het kostbaarst. De voornaamste vindplaats is het Oostzeegebied, maar ook op Denemarken en de Waddeneilanden spoelt het soms aan. Al sinds de prehistorie wordt barnsteen verwerkt in sieraden.
Barnsteen heet in het Engels amber. In het Nederlands wordt met amber meestal de kleur amber bedoeld.

 Amber, ook wel ambergris, is een overwegend grijskleurig, hard wasachtig product uit het darmstelsel van potvissen.
Een theorie is dat amber wordt gevormd uit de verteerde rugschilden van inktvissen, het hoofdvoedsel van potvissen. Omdat soms delen van de harde, snavelachtige bek van inktvissen in amberklompen worden gevonden, is de verklaring dat amber wordt gevormd om deze harde onverteerbare delen makkelijker het darmstelsel van de potvis te laten passeren. Amber spoelt aan op stranden en drijft soms in klompen tot 45 kg op zee rond en wordt dan wel eens door vissers opgepikt. Amber wordt gebruikt als geurstof in de parfumindustrie.

Er ligt nog een groot park rond het Catarinapaleis met de nodige paleizen en paviljoens. Uiteraard is het park voorzien van forse waterpartijen. Vandaag is de (warme) lunch inbegrepen, maar dat betekent dat we vanavond ons eigen kostje bij elkaar moeten scharrelen. Olga vertelt dat er duizenden straatkinderen zijn in
St. Petersburg. Ze worden daar door hun straatarme plattelandsouders in de metro of in een warenhuis achtergelaten. Ik kan me dat niet goed voorstellen. Als we voor onze lunch door het stadje Poesjkin rijden zie ik voor het eerst, dat het hier een stuk armelijker oogt. De woonkazernes zijn grauw en ik zie armoedige winkels. Toch zijn de straten schoon, dat komt mede door de plantsoenendienst die ik overal in actie zie. Vaak zijn het vrouwen van zeker dik in de veertig, die ik met de bezem in de weer zie. Na de lunch spoeden we ons per bus naar het 7 kilometer verderop gelegen paleis Pavlosk. Catarina de Grote gaf dit landgoed cadeau aan haar zoon Paul in 1777 ter gelegenheid van de geboorte van zijn erfgenaam. Bij dat cadeau hoorde ook de architect Cameron, om zowel het paleis als het park te ontwerpen. Het werk begon in 1780 en werd na de dood van Paul door zijn echtgenote voortgezet. Ook Paul kwam op tragische wijze om het leven. Hij werd in 1801 door zijn zoon Alexander I vermoord. Nou ja, het was wel lekker volk, die tsaren. Toch is Paul een interessante man voor onze eigen vaderlandse geschiedenis. Hij kreeg met zijn tweede vrouw – Maria Fjodorovna – maar liefst tien kinderen. Hun achtste kind heette Anna Paulowna, en zij huwde Willem II. Ook hier weer pracht en praal, hoewel iets ingetogener dan het Catarinapaleis. Rond half zes zijn we weer in het hotel. Een uurtje later gaan we weer op pad, want er moet nog gegeten worden. Maar ook willen we de belangrijkste straat van St. Petersburg, de Nevski Prospekt, een stuk aflopen. Daar krijgen we geen spijt van, want na enige tijd komen we bij de Onze-Lieve-Vrouwe-van-Kazankathedraal. Ik dacht eerst dat het alleen maar een monument was gezien de 96 Korintische zuilen, die in een grote boog geplaatst zijn. De kathedraal zit er midden achter, net zoals bij de St. Pieter in Rome. Daar is het ontwerp van deze kathedraal dan ook op gebaseerd. Helaas is het al te donker om een foto te maken. Binnen is er een kerkdienst aan de gang en er wordt door een koor gezongen. Daarbij komt het indrukwekkende interieur en eenieder komt onder de indruk. Oh ja, er moest ook nog wat worden gegeten. Eigenlijk hebben we niet eens zoveel trek, dus wordt het een kleinigheid in een selfservicerestaurant. Op de hotelkamer gaat de MP3-speler nog even aan en tegen tienen kruipen we erin.