Marokko (mei 2009)

Woensdag 29 april 2009
Fès
Om acht uur word ik wakker. Ik voel me heel redelijk. De pijn in mijn buik is in elk geval over. Ontbijten doe ik op bed met thee en crackers. Tegen elven kleed ik mij aan.
We besluiten om met een Petit Taxi naar de oude stad te gaan en daar wat rond te kijken. Er rijden hier duizenden van die taxi’s rond. Voor €2,- laten we ons naar het Koninklijk Paleis brengen. Kijk, nu staat de zon er goed op en er zijn geen toeristen. De bewakers hangen wat ‘appelig’ onder de parasol, het is geen gezicht. Nou ja, deze hoofdpoort gaat nooit open, iedereen maakt gebruik van de zijingang. Tja, dan sta je hier ook vreselijk voor joker als bewaker. Als ik wat dichterbij kom gaan ze toch redelijk in de ‘Eerste=Rust’ staan. Hier zijn ze de muur aan het stuccen. Dat ziet er goed uit! Wat mij ook opvalt, hier zie je hoe je met een paar eindjes pijp en vier planken al een complete steiger kunt bouwen.
In Nederland doen we dat veel ingewikkelder! Het volgende liep bijna verkeerd af. Drie mannen zijn bezig om een handkar te beladen met Samsung TV’s. Ik vind het een bizar gezicht en maak er een foto van. De breed geschouderde en gespierde man rechts kwam daarna boos op mij aflopen met de vraag waarom ik een foto van hem maakte. Is dit soms gestolen goed? Nou ja, ik red mij eruit door vol te houden dat ik foto’s maakte van de muur. Ik neem mij in elk geval voor om voortaan voorzichtiger te zijn. We wandelen de Joodse wijk weer in omdat we een bezoek willen brengen aan de Joodse begraafplaats en de synagoge. Daarna lopen we lukraak in het rond, kijk, hier is een tandarts gevestigd, de gebitten staan hapklaar in de vitrine. De Joden waren zilver- en goudsmeden. Die kunst is waarschijnlijk van ze afgekeken. Prachtige japonnen. Zouden dit moeder en dochter zijn? Waarom draagt zij geen hoofddoek? Deze brommer spreekt mij wel aan. We verlaten de Joodse wijk door de poort Bab Sammarine. Dit is de Vieux Méchouar. Het is een ommuurde paradeplaats die wordt gebruikt voor ceremoniële militaire gelegenheden. We lopen verder en komen terecht in een echte Marokkaanse volksbuurt. Toeristen zien we hier niet. Om een uur of drie nemen we weer een Petit Taxi naar ons hotel. Onderweg pikt onze chauffeur zijn verloofde op. Met enig persen past zij op de achterbank, want slank kun je haar niet noemen. Om 19.00 uur vertelt Mohammed wat we morgen gaan doen. Ik voel me weer goed en we besluiten om te dineren in ons hotel. Een soepje vooraf, daarna rijst met vlees en groente en vla toe. Een klein flesje wijn erbij, dat moet kunnen.