Vrijdag 24 juli 2015
Harlingen – St Jacobiparochie
Ik heb ’s nachts nog een mug gedood. Deze had toch kans gezien om binnen te komen. Om zes uur wordt ik uit mezelf wakker. Ik bereid thee en merk dat de tent redelijk vrij is van condens. Het is niet koud en iedereen slaapt nog. Ik bereid havermoutse pap en nog een beker thee. Ik realiseer mij dat deze camping lang niet vol staat. Een strand is er niet, achter de dijk is het één en al modder. De trekkers die hier staan zijn veelal fietsende Duitsers. Het rondje Nederland is populair.
Tegen achten stappen we op. Bovenop de dijk staat de Stenen Man, hier geplaatst door de Spaanse stadhouder Caspar di Robles in 1576. De Allerheiligenvloed van 1570 richtte veel schade aan en het onderhoud van de dijk was verdeeld in een noordelijk en een zuidelijk deel. Precies op de scheiding werd een grenspaal geplaatst met bovenop een Januskop die beide richtingen uit kijkt. Ik ben al een aantal malen in Harlingen geweest, maar ken alleen het station en de steiger van de veerpont. Het Kustpad loopt door Harlingen.
Een sluisje, toch jammer dat er geen informatiebordje bij staat. Ik zou dit geen jachthaven noemen, meer een parkeergelegenheid voor wat zeiljachtjes. Op een pleintje staat een standbeeld van Hotze Schuil. Hij is in 2000 gekozen tot kaatser van de 20e eeuw. Ik ben niet zo thuis in (bal)sporten en weet alleen dat kaatsen een tamelijk ingewikkeld gebeuren is. Even verder staat het standbeeld van Anton Wachter. Hij is een romanfiguur van de Nederlandse schrijver Simon Vestdijk (1898 – 1971). Heb ik ooit iets gelezen van Vestdijk? Ik zie dat ik een aantal van zijn boeken op mijn iPad heb staan. Ik zal er eens eentje proberen. Dit is het Stadhuis van Harlingen, gebouwd in 1730 in Lodewijk XIV stijl. Hier staat een informatiebordje over Harlingen. Dat hadden ze handiger bij het Stadhuis kunnen ophangen. Op dit pand hangt een informatiebordje. Ik neem aan dat dit pand een voormalig kerkgebouw is van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente. Maar ja, dat staat er niet op. Ik wist niet dat er een brug was vernoemd naar de roemruchte overste Karremans (van Srebrenica). Hoewel, ik ga ervan uit dat deze brug is vernoemd naar een andere Karremans. Is dit zo’n auto van Google, die alle straten en panden filmt? Tegen negenen zijn we bij de Terminal van de Rederij Doeksen. Hier ben ik al heel wat keertjes geweest. Het plan om de KMA te genieten in de Terminal laten we varen, achter ons zien we SMAAK, dat ziet er goed uit. Deze keer geen Appeltaart, maar een croissant. De koffie is zo goed dat ik nog een tweede bak bestel. Om half tien stappen we op. We steken de Tjerk Hiddes sluizen over en lopen langs wat industrie. Voor windturbines kun je hier ook terecht. Het wordt al snel landelijk. Je moet de markering goed in de gaten houden. Bij gemaal Ropta wordt ook aan de paling gedacht. We kunnen hier kiezen voor een ommetje het binnenland in en dit ommetje zelfs uitbreiden naar Franeker. We hebben gekozen dit niet te doen, maar rechtdoor te lopen, dat betekent de dijk volgen. Soms loop ik bovenop de dijk, deze foto is achterwaarts genomen richting Harlingen. En soms loop ik onderaan de dijk. De velden staan vol gewassen. Toch loopt de route een stukje het binnenland in. We nemen hier de Liauckamastate mee. Volgens de wandelgids is dit tevens een restaurant. En inderdaad, ik zie een terras. De poort is authentiek en dateert uit 1604. De originele state is in 1824 afgebroken, het terrein verkocht en in 1862 is deze boerderij neergezet gebouwd met gele Friese steen. Ai, eigenlijk is dit een hotel, maar omdat we wandelaars zijn gaat mevrouw toch koffie zetten. Even later krijgen we gezelschap van twee dames, die we gister ook al even ontmoet hebben. Ik nuttig twee bekers (tamelijk waterige) koffie en eet er boterkoek uit eigen voorraad bij op.
Om kwart over twaalf gaan we weer verder. Het is 20 graden in de plus en het trekt dicht. Toch wel heel ander weer dan gisteren.
Door landerijen met zicht op Sexbierum lopen we weer richtig dijk. Ik heb het idee dat dit een boerderij is, maar ik weet het niet zeker. Ik denk dat we vandaag nog wel een buitje krijgen. Tja, op de dijk of onderlangs – meer uit de wind, die we nu tegen hebben – heel spannend is het allemaal niet. Deze schapen vinden het wel spannend. Een Valmet tractor. Dit merk tractoren wordt in Nederland veel in de bosbouw gebruikt. Maar hier is hij aan het spuiten, dat is nog een heel gemanoeuvreer. Boerderij Koehoal staat op de kaart. Nog een paar honderd meter, dan lopen we het binnenland in, naar St. Jacobiparochie. Er staat geen bordje bij dit standbeeld, maar zo werd de vis toentertijd verplaatst.
Oh, voor de bouw van de Afsluitdijk werd hier haring gevangen met behulp van fuiken. Nou, dapper hoor! Na de afsluiting van de Zuiderzee waren honderden vissers brodeloos. We naderen wat huizen en waarachtig staat hier een informatiebord. Ik neem aan dat iedereen hier iedereen kent. Tijdens WO-II zijn hier door de Duitse bezetter vier bunkers gebouwd in het kader van de luchtverdediging. Eén bunker staat er nog. Tja, het weer ziet er wat mistroostig uit en soms voel ik een spetje regen. De dakpannen ogen nieuw. Zouden ze aan het renoveren zijn geslagen? Twee combines zijn druk aan het oogsten. Sowieso gaan ze het niet redden om de boel binnen te halen voor het echt begint te regenen. Inmiddels zijn we het binnenland ingedraaid en lopen in de richting van St Jacobiparochie. Dat lopen doen we over de Groene Dijk. Het is niet allemaal korenveld, weiland is er ook. Deze boomhut ziet er prima uit. Om kwart voor vier gaat het regenen. Hm, ik trek toch maar mijn regenjack aan.
Met mijn regenbroek wacht ik nog even.
Tegen vieren lopen we St Jacobiparochie in. Eerst komen we langs de Groate Kerk uit 1844 met een Dorisch zuilenportiek. Het regent iets, dus dit is geen eigen foto. Kun je hier ook stempelen als je het Jabikspaad loopt? In elk geval is het gebouw niet meer in gebruik als kerk, maar in gebruik als cultureel centrum. In de Groate Kerk is een pelgrims-informatiecentrum gevestigd, uiteraard is het nu gesloten. Helaas, de kroeg is nog dicht, maar de snackbar is open. Bier, nee, dat heeft mevrouw niet. Een cola dan maar en – oh zonde – een frikandel. Even na halfvijf stappen we weer op. De regen is inmiddels gestopt. Kijk, een informatiebord, zo steek je nog nog eens iets op. Eerst lopen we we een kilometertje langs een boscomplex. Volgens Albert kunnen we ook kamperen bij restaurant De Zwarte Haan, hier zo’n vier kilometer vandaan. Ai, ik heb last van mijn linkerhiel en kies voor de beoogde camping ’t Koatsgat, ongeveer een kilometer verderop. Helaas een kilometer verderop is geen camping! Ik heb de locatie van de camping onjuist ingetekend op de kaart. Hij zit nog twee kilometer verder!
Het is al kwart voor zes als we ’t Koatsgat oplopen. Volgens de informatie mogen we een plekje uitzoeken en de tent opzetten.
De beheerder komt straks langs. OK, dat doen we en ik bereid een soepje en een Knorr-maaltijd. Dit alles begeleid door twee bekertjes rode wijn. Ik bel mobiel naar Orchideetje, alles gaat goed. Ai, we hebben er zo’n 30 kilometer opzitten. De douche is prima (knop indrukken en gaan…). De beheerder komt langs en we rekenen €9,35 p/p af. Dat is heel redelijk, want dit is een heel mooie camping. Om acht uur duik ik erin.