Donderdag 16 september 2010
Frangokastello – Kalligratis – Frangokastello
Om kwart voor acht staan we op en een half uurtje later zitten we aan het ontbijt.
We bestellen nescafé en een omelet. Dat gaat er wel in. Ik loop even naar het strand om mijn GPS te ijken op 1 meter hoogte. Het is nog een zandstrand ook. Even na negenen gaan we op pad. Ik heb in mijn rugzak alleen drinken en wat te eten. Menno laat zijn rugzak thuis, ik sjouw voor hem een flesje water. We steken de asfaltweg over en nemen de gravelweg richting Kapsodasos. Kijk, daar in de verte ligt het met daarachter de Kallikratis kloof. Mooi, we schieten al lekker op. Toch gaat het mis. De gravelweg houdt ermee op. Voor ons roestig hekwerk en verwaarloosde akkertjes. Al die akkertjes zijn omzoomd door keienmuurtjes. Terug en opnieuw naar een gravelweg zoeken heeft waarschijnlijk niet zoveel zin.
Al zigzaggend door de akkertjes en gebruikmakend van gaten in de verroeste hekwerken naderen we langzaam maar zeker het dorp. Tja, op de kaart zijn de gravelwegen niet of fout aangegeven. In mijn GPS zit alleen de kaart van Europa. Daar staat Kreta wel op, maar helaas op een grote schaal. Een digitale kaart van Kreta heb ik op internet niet kunnen vinden.
Even na tienen lopen we Patsianos in. We zijn wat te ver naar het westen uitgekomen. Na vijf minuutjes lopen we Kapsodasos in. Best wel een mooie cactus, jammer dat de bloemen al uitgebloeid zijn. Nog weer vijf minuutjes later zien we deze fraaie taverna. Er is verder geen hond, maar de jongedame is vriendelijk en bereidt voor ons nescafé. Uiteraard krijgen we er een glas water bij, dat is hier zo de gewoonte. Als ik nog meer water vraag, brengt ze meteen een kan. Heerlijk dat koude water, het is momenteel +300C. Het uitzicht is in elk geval erg mooi. Na zo’n half uurtje stappen we weer op. Iets verder staat een prachtig bord van de E4.Nou ja, het staat op de grond, er wordt vermoedelijk nog nagedacht over de bevestiging.
Even verder bereiken we het begin van de Kallikratis kloof. Achter ons de zee en de asfaltweg. Ook hier weer stukken Dorische weg. Achter ons weer de zee. Voor een kloof is het pad prima te belopen en heel erg steil is het niet. We zitten hier op 351 meter en de temperatuur is +230C. Ook nu hebben we de wind in de rug. Weer de zee in de diepte en de steile wanden van de kloof. OK, rustig aan stijgen we steeds verder. Het pad is het laatste stuk van de kloof uitgevoerd in beton ofwel het pad is ontdaan van keien. Om kwart over een bereiken we de asfaltweg. Dit is het eind van de Kallikratis kloof. We zitten hier op 675 meter hoogte en de temperatuur is gezakt naar +200C. We lopen over de asfaltweg door naar het dorpje Kallikratis dat we om twee uur bereiken. In een tuin staan ‘peren’, ik heb geen idee wat voor dingen het zijn. Kijk, bij dit bord waren we twee jaar geleden ook al. Asi Gonia ligt op een afstand van 3 uur wandelen, Frangokastello op 4 uur en Hora Sfakion op 8 uur. We zijn intussen weer gestegen en zitten nu op 725 meter en we hebben er bijna 10 kilometer opzitten. We aanvaarden de terugweg naar Frangokastello, maar daartoe nemen we de drie jaar geleden aangelegde asfaltweg. Dat gaat wat sneller en wie weet kunnen we een lift krijgen.
Voor deze kudde schapen gaan we even aan de kant, anders durven die beestjes er niet langs. Tja, de bergen tonen nogal kaal, het is niet anders. Na twee bochten zien we de zee, we moeten nog een heel stuk dalen. Nog wat verder, tjonge jonge, wat een gigantische zigzaggen! Dit heeft een boel munten gekost. En al die zigzaggen moeten we ronden, afsnijden is er niet bij. Daarvoor is het veel te steil en te stenig. Voor wie is deze weg eigenlijk aangelegd? Er rijdt hier geen kip. Of toch wel, een pick-up komt ons achterop. We steken de duim op (eigenlijk is het een ander gebaar in Griekenland), maar we worden begrepen. We mogen mee! Daar ben ik wel blij mee, op asfalt lopen vind ik maar niets. Na een half uurtje worden we keurig voor de deur van Babis & Popi neergezet. Kijk, dat is nu eens service! Hartstikke bedankt!
Het is tegen vijven, als we het hele stuk hadden moeten lopen waren we zeker twee uur later thuis geweest. Eerst maar een biertje, dat heb ik wel verdiend.
Daarna onder de douche en aansluitend zit ik een uurtje in de zon. Niet op het balkon, want dat hebben we niet, maar op de trap naar het strand. Om half acht gaan we naar het restaurant waar ik een halve kilo rode huiswijn en een souvlaki bestel. Nou, dat ziet er best uit en het smaakt ook prima. Het restaurant zit ook vanavond vol met ‘eters’. Tegen tienen zoeken we onze kamer op. Uiteraard bel ik nog even naar Orchideetje, dat doe ik elke avond (mits ik netwerk heb).