Woensdag 15 september 2010
Askifou – Frangokastello
Om acht uur staan we op. Ik heb goed geslapen ondanks het slechte matrasje. Ik voel mijn rug (een beetje). Om half negen genieten we het ontbijt. Ik kan niet precies volgen wat mevrouw voorstelt, maar het blijkt een pannenkoek te zijn gevuld met kaas en overgoten met honing. Een nescafé erbij en dat alles voor €6,50. We rekenen af en om half tien vertrekken we. De minisupermarkt in het dorp heeft (nog?) geen brood. Ach, ik heb nog yoghurt, muesli, honing en een pakje ontbijtbiscuit. Het is nu +200C met witte wolkjes aan het firmament.
We lopen het dorp uit, steken de asfaltweg naar Chania over en slaan linksaf een gravelweg in. Hier staat een watermolen, of zou het een nepding zijn. De wieken ogen toch erg iel. Iets verder staan wat schapen in de wei. Nou ja wei, de wei hebben ze opgegeten. Schapen en geiten zullen we nog veel gaan zien. Je hebt ook een tussensoort, ik noem dat maar ‘scheiten’. Een (Toyota) pick-up, een watertank, typisch spullen van een schapenboer. Kijk nu eens! Hier staat een pracht van een informatiebord. We hadden ze vorig jaar al bij de bergsportvereniging in Chania zien staan. Onze route staat erop, en is zo te zien gemarkeerd met groene stippen. Kijk, Kijk, EOS bedankt! Ga vooral zo door! Schuin achter ons ligt het bergmassief Lefka Ori. De hoogste toppen reiken tot bijna 2500 meter. Dat hebben we vorig jaar gedaan, nu gaan we zuidwaarts. Voorlopig hebben we het makkelijk, een nagenoeg vlakke gravelweg ligt voor ons. Rechts van ons toppen die over de 1200 meter gaan. Daar hoeven we niet overheen, dat scheelt. Het trekt trouwens een beetje dicht, maar meestal is dat maar tijdelijk. De gravelweg is inmiddels overgegaan in een keienweg. Toch is dit goed te doen. De markering met de groene stippen is overigens puik op orde. Nu moeten we toch echt stijgen. Een pad is er niet meer, maar de stippen wijzen ons de weg. We stijgen nog steeds, dit lijkt wel een oude rivierbedding. Hier zitten we op de pas op 1000 meter hoogte. Er is zowaar een soort van pad. Ik denk dat er hier op zijn tijd schapen of geiten grazen. Hier stijgen we nog iets, maar toch zitten we echt in de pas.Op mijn allereerste reis naar Kreta heb ik me door de reisleider van de SNP laten vertellen dat dit soort wegen door de Doriërs zijn aangelegd. De Doriërs zijn afkomstig uit Macedonië, maar mogelijk uit het huidige Turkije en drongen vanaf 1200 voor onze jaartelling op naar het zuiden. Zij konden met paarden omgaan en beschikten over de kennis om ijzeren wapens te maken. Hun bekendste stad was Sparta op de Peloponnesos. De komst van de Doriërs betekende het einde van de Myceense maatschappij. Hier gaan we dalen. En we dalen verder over een stukje Dorische weg. Ongelooflijk dat er nog stukken weg in zo’n goede staat verkeren en dit na meer dan 2500 jaar. Ik werp even een blik achterom, de Dorische weg is nog goed te herkennen. Kijk, schapen of toch niet. Echte geiten zijn het ook niet, ‘scheiten’ dus. Verder maar weer over deze historische wegen. We naderen de bewoonde wereld. Schapen en een redelijk berijdbare gravelweg. Alsmaar dalen, dit over een goed beloopbare gravelweg. Hier lopen we door de ‘buitenwijk’ van het gehucht Asfendou. De markering wijst naar links, maar ik vraag me af hoe lang dit bordje hier zal hangen. Er is natuurlijk niets leukers dan zo’n bordje de volle laag (hagel) te geven. Dit is het pad, in het voorjaar zal er hier wel een beekje afvloeien, naar de Asfendou kloof. In de verte is de kloof al zichtbaar. En hier lopen we in de Asfendou kloof. Iedereen, nou ja, degenen die op Kreta zijn geweest, kennen maar één kloof te weten de ‘Samaria’. Toch zijn er volgens de atlas van Kreta maar liefst 124 kloven! Hier zitten we op dik 600 meter en in de verte zien we de zee. Voorlopig kloof, kloof, en nog eens kloof. Op sommige stukken is de weg van de Doriërs nog in prima staat. Ik werp nog even een blik achterom. Voor ons de zee en daarvoor de asfaltweg naar Frangokastello, die we tegen half vijf bereiken. Zien we daar rechts een café? Het is maar een paar honderd meter (de verkeerde kant uit). Laten we maar even gaan kijken. Het blijkt een winkeltje te zijn waar aardewerk verkocht wordt. Pech dus, maar de jongedame gaat wel koud water voor ons halen.
Zou er hier nog wel eens wat verkocht worden? Ze vertelt ons dat ‘Babis & Popi’ kamers verhuren. Ze wil wel even bellen. Kijk, dat is nu service.
OK, vanaf hier is het nog 3 kilometer naar Frangokastello. We hebben er nu ruim 14 opzitten, daar komen er dus nog een paar bij. Onderweg passeren we een aantal (mini)supermarkten. Ik hoop dat er bij Babis & Popi ook één in de buurt is. Even na zessen zijn we er, tjonge, wel een lange dag. Wat een geluk, er is hier inderdaad een mini-market. We kunnen kiezen uit een luxe en een simpele kamer (zonder balkon). De simpele kost €20,- per dag voor ons tweeën. Dat is geen geld natuurlijk. We boeken meteen twee dagen, want morgen willen we een rondwandeling maken.
We beginnen met een cola op het terras, want hier is ook een groot restaurant.
Het colaatje blijkt achteraf nog gratis te zijn ook. Daarna doe ik een wasje en ga meteen onder de douche. Oeps, ik heb eigenlijk wel trek, het is ook al bij achten. Menno is nog niet zover, dus ik begin met een Griekse salade met een halve kilo rode huiswijn.
Dat lijkt veel, maar de huiswijn hier bevat lang geen 12% alcohol. Het is meer een soort druivensap. Eigenlijk drink ik het meer voor de dorst. De salade is niet verkeerd, maar gisteren was hij toch beter. Deze salade komt van de markt en gisteren kwam hij zo uit de moestuin.Het restaurant loopt trouwens aardig vol, ik tel zo ruim 30 personen. Daaronder ook een aantal basisschoolkinderen. Moeten zij eigenlijk niet naar school? Frangokastello is ook een badplaats, ik moet morgen maar eens op het strand gaan kijken. Als ik met Orchideetje op Kreta eens een auto huur, dan moeten we zeker bij Babis & Popi langs. Oeps, ik zal meteen even bellen, in ‘Europa’ is het een uur vroeger. Trouwens, ik zit aardig vol met deze (tweepersoons) salade. Menno komt erbij zitten en bestelt iets te eten. Tja, de souvlaki laat ik vanavond maar achterwege. Mijn GPS geeft aan dat we op 1 meter hoogte zitten. De zee ligt een tiental meters lager, dus mijn GPS is behoorlijk nauwkeurig, dat valt me erg mee. Tja, onze eerste wandeldag zit erop. Het is me meegevallen, het was ook niet al te veel stijgen. Verder hadden we de wind in de rug en was het ‘op hoogte’ rond de +230C.
We bespreken de wandelplannen voor morgen en gaan op tijd naar bed.