Dinsdag 21 september 2010
Kato Rodakino – Alones – Argiroupolis
Om acht uur genieten we het ontbijt. Opnieuw yoghurt met honing, want de bakker is uiteraard nog niet geweest. Ik drink er ‘bergthee’ bij. Dat brouwen ze van de planten en bloemen die Ioannis voorbij de Katsiveli hut verzamelt. Ik vind het niet te drinken, maar het is nat en heet. We rekenen €28,50 per persoon af voor het ontbijt en twee nachtjes slapen. Dat is toch heel redelijk. We pakken in en lopen even na negenen eerst naar de supermarkt om drinken en een lunch in te slaan. Om half tien gaan we echt van start.
Eerst lopen we het dorp uit over de asfaltweg. Daarbij komen we langs dit mooie huis. Het is even zoeken, maar we vinden een gravelpad. Helaas, deze loopt dood bij een geitenfarm. Even verder komen we toch op het goede gravelpad. Tja, stijgen, stijgen en nog eens stijgen. En daar ben ik niet zo’n held in. Al snel zien we Kato Rodakino een eind beneden ons liggen. Dit is toch wel een grote geitenfarm. Wat doen die beestjes daar toch? Staan ze op de bus te wachten? Iets voorbij de geitenfarm zitten we op 390 meter. We nemen een kwartiertje pauze.
We hebben ruim een uur gelopen, dus we hebben het niet slecht gedaan. OK, we zijn begonnen op 100 meter, dus die moeten er eigenlijk vanaf. Kato Rodakino komt lager en lager te liggen. Om half twaalf zitten we op 617 meter bij de zendmast. De temperatuur is nu +26, dus dat is goed te doen. We begrijpen nu dat de steller van het boekje ‘Trans Kreta E4’, hier verkeerd is gelopen. De steller dacht dat hij er al was, maar dankzij de hoogtemeter weten we dat we nog veel hoger de berg op moeten.
Om half een zitten we op 875 meter. Er staat hier een stormachtige wind, die we meest tegen hebben. Het is zwaar, heel zwaar. Mijn bidon van 1.5 liter is leeg. Ik heb nu nog een bidon met 1 liter water. Om een uur zien we de – wazige – zee ver onder ons liggen. Om kwart over een komt er wat bewolking opzetten. Het bevalt mij helemaal niet. Menno bestudeert mijn GPS, we zitten nog niet op de goede hoogte. Pas om kwart over twee zitten we op 1129 meter bij de afslag naar het kapelletje.
Het kapelletje is door de mist niet te zien, maar we zitten goed, dat is zeker. Hier moeten we de gravelweg af. Vanaf hier zou er een gemarkeerd pad moeten lopen. Helaas, een pad is er niet en ook geen markering. Mist is er wel. Ik programmeer de afslag in mijn GPS, op die manier kunnen we dit punt altijd weer terug vinden (mits de techniek ons niet in de steek laat). Tja, eigenlijk voel ik er niet zoveel voor om hier over die keien door de mist te banjeren. Netwerk heb je hier natuurlijk niet en als er wat gebeurt zit je diep in de problemen. Menno wil het toch proberen, tja, terug is eigenlijk ook geen optie. Al struikelend over de keien lopen we min of meer op kompas en gevoel door de mist.Soms is hij zo dicht dat je maar een paar meter zicht hebt. Hier en daar moeten we een tiental meter loodrecht omlaag klauteren. Gelukkig is er goed grip op de rotsen. Het is intussen +190C en met de harde wind bepaald fris. Uiteindelijk vinden we markering in de vorm van verfstrepen. Sowieso is er geen pad, dat is gezien het terrein ook niet mogelijk. Nog wat verder zien we deze E4 markering. Helaas hebben onverlaten aan de bordjes gedraaid zodat ze niet de juiste richting aangeven. Die richting wordt aangegeven door mijn GPS. Na lang zoeken op de digitale kaart vond ik het dorpje Alones. Daar moeten we heen. Ik heb toen een waypoint van Alones gemaakt en de GO TO functie geactiveerd. Een pijl wijst dus naar Alones, hoe ik ook draai of keer. Tjonge, een goede digitale kaart van Kreta met de E4 zou wel een uitkomst zijn.
Om kwart over vier is het nog steeds mistig, maar we zijn al een hele tijd aan het dalen.
Dat moet ook wel, want Alones ligt op 500 meter. Om kwart voor vijf zien we Alones in de diepte liggen. De markering is hier goed op orde, maar ja, nu hoeft het eigenlijk niet meer. De mist hebben we achter ons gelaten. Tegen vijven zijn we bijna bij de gravelweg. Onder ons een soort van steengroeve en daarachter ligt Alones. Een kwartiertje later zijn we bij de gravelweg. Het laatste stuk was goed steil en dus ronduit gevaarlijk. Het is echt pech als je na 500 meter dalen op de laatste meter onderuit gaat. Volgens de kaart loopt de gravelweg regelrecht naar Alones. Dat is niet het geval, na verloop van tijd komen we op een asfaltweg die in noordwestelijke richting wegdraait van Alones. Krijg nou wat! En door het terrein is geen optie, het is steil en er staat het ene hek na het andere. Uiteindelijk vinden we een gaatje en kunnen we op de weg komen die naar Alones loopt. Trouwens, er hangen een paar beste wolken rond de top die we vanmiddag ‘genomen’ hebben. Alones lopen we precies om kwart voor zes in. Het plaatsnaambord is aardig onder handen genomen.We weten dat er in dit dorp geen hotel is, we moeten dus een lift zien te krijgen naar Argiroupolis, dat hier zo’n 12 kilometer vandaan ligt. Net als we zien dat het
plaatselijke café dicht is, rijdt er een personenauto weg. Ze hadden er dus geen trek in om ons mee te nemen. Tja, dit hele dorp bestaat uit zo’n vier huizen, dat is niet veel. Bij een huis zien we wat beweging, daar moeten we maar eens een praatje maken.
Meteen worden we uitgenodigd om plaats te nemen en wordt er water, druiven, chips en raki voor ons neergezet. Helaas, de bus doet dit dorp niet aan en de auto voor de deur is defect. Er kan een taxi worden besteld. OK, maar de taxi is niet te bereiken. Wat nu?
Tot ons geluk stopt er om half zeven een pick-up met twee geitenhouders erin. Ze gaan naar Argiroupolis en we mogen meeliften. Menno en ikzelf nemen achterin de pick-up plaats en in rustig (!) tempo rijden we naar Argiroupolis, dat we tegen zevenen bereiken. Oeps, een beetje koud en stijf klim ik uit de laadbak. Maar ja, beter…
We staan vlak bij een ‘Rooms’. Ach, we kennen het hier wel, in 2008 hebben we in dit stadje een rustdag doorgebracht. Dit is de ‘Rooms’ vlakbij het museum dat we toen bekeken hebben. Tevens is hier een restaurant. Nou, we hebben wel trek en ik bestel meteen een mythos. De uitbaatster stelt kip voor met frites. Ik vind het prima en ik krijg er geen spijt van. Tjonge, wat een enerverende dag. Toen in de mist zag ik het niet meer zitten. We zijn er desondanks gekomen. Morgen zouden we terug moeten liften naar Alones en dan via Moundros naar Angouseliana moeten lopen. Menno stelt voor om dat traject over te slaan en meteen een lift/taxi te nemen naar Angouseliana en dan verder te lopen naar Spili. Dit omdat de kaart rond Alones niet klopt, verder omdat we het vervolg van de E4 niet hebben gezien en ook omdat we in 2008 ook zo hebben lopen zoeken in de omgeving van Moundros. Ik vind het prima, aan zoeken en dwalen heb ik ronduit een hekel. Op tijd zoeken we de kamer op, het is hier – gelukkig – een stuk frisser dan aan de kust.