Zaterdag 22 oktober 2011
Rethymno – Perama – Anoghia
Om zes uur sta ik op en pak mijn rugzak volledig in. Vandaag gaan we met de bus naar Perama en dan lopen naar Anoghia. Daar gaan we proberen om een hotelletje te vinden. In principe gaan we niet terug naar het hostel. Om half zeven sta ik bij de broodjeszaak. De uitbater kent me inmiddels en vraagt waar we vandaag heen gaan. Ik leg het uit, maar echt begrijpen doet hij het niet. Als Grieken ergens heen gaan nemen ze de auto of hooguit de bus. Om zeven uur lopen we naar het busstation en kopen kaartjes naar Perama à €2,80 p/p. Oh ja, de bussen naar Perama (en nog een handvol andere plaatsen) vertrekken niet vanaf het busstation aan de kust, maar vanaf een ander (veel kleiner) busstation. Hier hangt nog zo’n heerlijk ouderwetse dienstregeling. Even voor half acht komt de (Mercedes) bus voorrijden en al snel rijden we weg. Om kwart over acht zijn we in Perama en we beginnen met de asfaltweg die we donderdag ook al gelopen hebben. Om negen uur zijn we bij het kruispunt waar de E4 verder loopt.
Na een kwartiertje slaan we rechtsaf, een dirt road in. Helaas, na enige tijd staan we midden in de olijfgaarden. Op GPS lopen we verder, we gaan in elk geval de goede kant op. Nog wat verder komen we weer op een dirt road en waarachtig, er is hier markering. Wel heeft iemand een schot hagel ‘nummer drie’ op het bordje afgevuurd. De dirt road golft op en neer, maar al bij al schieten we lekker op. In de verte ligt een dorp, dat zal Agios Silas zijn. Dat laten we links liggen. Tja, dit soort dingen fascineert mij altijd. Achter een hekwerk staat op een ‘parkeerterrein’ een gebouwtje, een bestelbus en een vrachtauto. Wat is dit voor een mislukt project? Om half elf lopen we een gehucht in en hier is een pracht van een dorpsbron. Het water smaakt nog overheerlijk ook! Ai, de SRV-man komt ook nog aanrijden. Menno prefereert een colaatje boven bronwater. Om kwart voor elf lopen we het gehucht weer uit. Ook hier is Sint Nicolaas langs geweest en is er €194.000,- ergens aan besteed. Dat zal toch niet zijn gaan zitten in het half afgebouwde dorpshuis bij de dorpsbron? Ik heb daar geen foto van gemaakt en ik ga er ook niet voor terug. Het is nu al 20 graden in de plus, toch warmer dan afgelopen week. Sowieso prachtige uitzichten. Nog maar eentje, tja, in het terrein zie je ze niet, maar langs de verharde wegen staan er plenty. Nog maar een keer het landschap. Tegen half twaalf lopen we Agio Ioannis in. Nou, hier is een taverne waar we de Nescafé kunnen genieten. Ik nuttig er meteen yoghurt met muesli en honing. Dat scheelt weer gewicht. Om twaalf uur vertrekken we weer. Net buiten het dorp (dat is standaard op Kreta) is de begraafplaats. Zoals gebruikelijk staat er op elk graf een tuiltje bloemen. Het voordeel van (half)verhard lopen is wel dat je op je gemak rond kunt kijken. Op een dirt road en sowieso in het terrein moet je 100% opletten dat je geen val of glijpartij maakt. Als je in het terrein wat breekt of kneust heb je echt een probleem. Je zult zien dat je op zo’n moment ook geen netwerk hebt. Tegen enen lopen we langs en een beetje door Kalivos. Tja, Grieken en milieu gaat niet zo goed samen. De omgeving van afvalcontainers ziet er meestal niet uit en sowieso ligt er overal zwerfvuil.
Met zwerfvuil bedoel ik niet alleen een weggeworpen papiertje of blikje, maar ook een autowrak. Weer twintig minuten later lopen we door Livadia. We hebben er tot nu bijna 19 kilometer opzitten. Vanaf de olijfgaard hebben we geen markering gezien. Op de kaart van Rough Guide loopt de E4 ook veel noordelijker. Ik vraag me af hoe Anavasi (dus de atlas en de GPS-track) aan het traject van de E4 is gekomen. Overleg zal er gerust niet geweest zijn. OK, hier moeten we linksaf naar het klooster ‘Moni Diskuriou’. Mogelijk komen we daar weer op de gemarkeerde E4. Om half drie passeren we een soort ‘bakhuisje’. Aan de overkant van de weg ligt het klooster. Iets verder staat er weer zo’n prachtig E4-bord. Mooi natuurlijk, maar je hebt er niets aan. Van het geld van dit bord hadden ze ook tientallen E4-markeringsbordjes kunnen kopen. Die moeten dan wel op de juiste locatie worden ‘weggezet’. Kijk, daar heb je wat aan als wandelaar. Iets verder moeten we in een haarspeld de weg af. Nou ja, de kloof is afgesloten met betonijzermatten. En zo te zien is de kloof compleet dichtgegroeid. Dat doen we dus maar niet. OK, terug en weer komen we langs het klooster. Zullen we even een kijkje nemen?
De toegangsdeur staat uitnodigend open, dus de koperen bel hoef ik niet te gebruiken.
In de toegang staat dit mozaïek van St. Joris en de draak. We komen op een beschaduwde binnenplaats. Er is hier een jongeman aan het werk en hij gaat ons voor naar de kaartjesverkoop. Wat kostte dat ook weer? Ik meen €2,- p/p.
De jongeman doet een aantal vertrekken voor ons open. Tja, de conversatie gaat wat moeizaam, hij blijkt Albanees te zijn. Vanaf het klooster is er wel een prachtig uitzicht. Tja, als kloosterling heb je toch al niet zoveel, dus het uitzicht moet dat een beetje goedmaken. OK, we gaan weer verder. Gelukkig loopt er hier een dirt road ongeveer evenwijdig aan de ‘echte’ E4. Om vier uur zien we Zoniana beneden ons liggen. Rond Zoniana is het terrein in cultuur gebracht. Ja, zo gaat dat. Op een plek waar je wat kunt verbouwen ontstaat ‘vanzelf’ een dorp. Opnieuw Zoniana. In deze taverne genieten we een colaatje. We hebben er bijna 27 kilometer opzitten. OK, verder gaat het over asfalt. Om vijf uur passeren we dit fraaie kerkje. Genietend van het fraaie landschap schieten we lekker op. Gelukkig is het vandaag prima weer, zeker om te wandelen. Om kwart over zes passeren we het plaatsnaambord Anoghia. Over een hotel hoeven we ons geen zorgen te maken. Er is er in elk geval één. Toch wordt het niet hotel Aristea, hotel-restaurant Kitros zien we eerder. ’t Is een eenvoudig hotel, maar we kunnen terecht. Er wordt meteen een kamer voor ons in orde gemaakt.
In het restaurant zit deze oude baas achter een spelletje. Tjonge, we hebben er ruim 34 kilometer opzitten! We zitten hier op 689 meter hoogte en het is al na half zeven. Ik bestel een biertje (Amstel of Heineken) en we kunnen meteen iets te eten bestellen. Een kaart is er niet, dus op elk voorstel van de uitbater zeggen we ‘ja’. Dit is echt het platteland van Kreta. Hier komen zelden of nooit toeristen.
Wat schaft de pot? Om te beginnen een salade. Daarna lamsvlees met frites, bonen aardappelen en brood. Als toetje krijgen we een peer met raki. Ai, simpel maar prima gegeten en echt Grieks.
Even na half acht gaan we naar onze kamer. Ik ga onder de douche, bel nog even naar Orchideetje en om negen uur lig ik er in. Ik heb het wel gehad voor vandaag.