Maandag 24 oktober 2011
Anoghia – Analepsi – Kamares – Zaros
Om half acht sta ik op en om acht uur zitten we aan het ontbijt. We laten ons weer door zoonlief naar Analepsi brengen. Volgens onze uitbater is het boven bewolkt en er is kans op een bui. Zoonlief is gewekt, maar laat zich vooralsnog niet zien. Uiteindelijk komt hij aanzetten, maar zoals gewoonlijk bietst hij eerst een sigaret en hij wil ook nog koffie.
De uitbater is het zat en brengt ons persoonlijk naar Analepsi. Eerst rekenen we af.
Hij vraagt €119,- voor de overnachtingen en het eten en €60,- voor de ‘taxi’. Dat is totaal, dus voor mij is het €90,-. Is dat veel? Ik vind het erg meevallen en onderhandelen over de prijs doen we niet meer. De economie ligt hier op z’n gat en wij dragen graag een steentje bij. Pa rijdt een stuk rustiger dan zoonlief, dus we doen tien minuten langer over de rit. Verder tracht hij in zijn beste Engels nog iets te vertellen over de omgeving. Zoonlief deed er gisteren tijdens de rit het zwijgen toe.
Om tien voor tien staan we weer op de parkeerplaats van Analepsi. Het restaurant is gesloten, dus geen Nescafé. Nou ja, we hebben eigenlijk net ontbeten. Kijk, hier staat nog informatie over de Ideon Antron. Zoals bekend is de spelling in het Engels niet eenduidig omdat het ‘fonetisch’ Grieks is. Tja, afhankelijk van de uitspraak wordt het dus in het Engels mogelijk anders. Op de atlas staat: Idheon Andron. Het Nidha plateau, inderdaad het is zwaar bewolkt. Zoals hiervoor al beschreven, de asfaltweg eindigt hier en gaat over in een jeeptrail. Er staat hier een ‘open’ slagboom, het nut daarvan ontgaat me. Om tien over half elf staan we voor een gesloten slagboom. Het nut hiervan ontgaat me. We hebben er nu 3 kilometer opzitten en we zitten hier op 1412 meter hoogte. De zon komt trouwens een beetje door. We pauzeren hier even en tot onze verrassing zien we dat de markering ons rechtsaf stuurt over een geitenpad. Dat is conform de Rough Guide, maar Anavasi denkt daar duidelijk anders over. Anavasi kiest hier voor de jeeptrail.
OK, we lopen de E4, dus volgen we de markering.
Nou, het valt niet mee, we volgen zo goed en zo kwaad de rode stippen. Het gaat behoorlijk omhoog en over al die keien valt dat niet mee. Om half twaalf houden we pauze bij een (verlaten) geitenstal. Veel te knabbelen voor de geiten is hier trouwens niet, alles is volledig kaalgevreten. OK, we gaan weer verder, maar het terrein is hier ontzettend zwaar. Gelukkig zijn ze niet zuinig geweest met de rode stippen. Eiken staan er hier genoeg. Het is maar een graadje of elf in de plus, maar toch heb ik het warm. Regelmatig houden we even een korte pauze. Soms is het even mistig. Er staat een bord, als we hier rechtsaf omhoog gaan, komen we bij de Spileo Kamares. Een grot dus. Die laten we voor wat het is. We slaan linksaf en moeten zeer steil naar beneden. Kijk, eigenlijk is dit te gevaarlijk.
Dit is geen terrein voor wandelaars en de E4 zou hier moeten worden aangepast.
OK, we hebben geen keus, we moeten gewoon verder. In de verte ligt een dorp. Zou dat Kamares zijn? Het trekt een beetje dicht. We lopen langs een cisterne en van hier loopt een ijzeren waterleidingbuis naar beneden. Vanaf hier is er weer een soort van pad dat steil omlaag gaat. Waarachtig, ineens staat daar een ‘Stange’ met markering. Net spetterde het even, maar inmiddels is het weer droog. Tja, dit is het pad. Intussen heb ik al een aantal bordjes ‘Höhle’ gezien. Ze wijzen naar de grot, die we niet hebben bekeken. Dit is dus de ijzeren waterleidingbuis. Daarnaast ligt nog een betonnen goot, maar die is in verval geraakt. Dat het gedurig steil omlaag gaat is hier goed te zien. Tempo maken is er echt niet bij. Kijk, daar beneden ligt Kamares, we moeten nog een heel eind dalen. Dit lijken wel krokusjes. Het is al dik na vijven en Kamares komt steeds dichterbij. En steil blijft het. Het is even na zessen. Aan de rand van veel dorpen krijg je eerst wat keuterboeren. Dat lijkt me toch een marginaal bestaan. Om half zeven stappen we een taverne in. Ioannis viert met zijn vrienden zijn verjaardag. Ai, de raki hebben ze goed geraakt. Toevallig ben ikzelf ook vernoemd naar de heilige Johannes, dus dat schept een band. Ioannis vraagt of ik een foto wil maken. Dat kan en hij laat op zijn iPhone (!!) zien hoe je zijn emailadres schrijft. De foto krijgt hij te zijner tijd. Tjonge, we hebben er 11.14 kilometer opzitten. Drie kilometer dirt road en acht door de bergen. Over die laatste acht kilometer hebben we acht uur gedaan. 1 : 1 dus. Ongelooflijk! We zitten hier op 580 meter en we zijn begonnen op 1364 meter. Oh ja, in het begin zijn we nog een eind gestegen. Is er hier een hotel? Ja, vroeger wel, maar het hotel is dicht. Willen we een Griekse salade? Ja dat willen we wel. We krijgen later nog een stuk pizza. Op de TV verschijnt Mw. Merkel. Het probleem met de Euro is dus nog steeds niet opgelost. Ik begrijp dat niet, de oplossing ligt voor de hand. Ter verhoging van de feestvreugde schiet Ioannis met zijn revolver in de lucht. Dat doet hij gelukkig buiten.
Nou, hij doet zijn best maar. Kunnen we hier toch overnachten? Iemand loopt met ons mee naar het einde van het dorp. Wat een pech, de twee kamers die hier verhuurd worden zijn bezet. De eigenaar zit er een beetje mee en stelt voor om ons per auto naar Zaros te brengen. Tja, veel keus hebben we niet, dus dat aanbod accepteren we. Het is inmiddels bij achten en een kwartiertje later worden we afgezet bij hotel ‘Eleonas’ (www.eleonas.gr/). Tjonge, het is natuurlijk hartstikke donker, maar hier is het Chique de Frique.
Keurig geklede toeristen zitten in het restaurant te dineren. Zij hebben vandaag niet in de bergen geklauterd, dat is te zien. De uitbater brengt ons bij ons eigen ‘chalet’, zeker 100 meter stijgen. Dat kan er nog wel bij. Mwah, voor dit moois vraagt hij €50,- per nacht voor ons tweeën. Niet goedkoop, maar mooi is het hier wel. Later begrijpen we dat de uitbater ons nog ‘gematst’ heeft met deze prijs. Ik ga meteen onder de douche en tegen half tien lig ik erin. Ik heb het wel gehad voor vandaag.