Dinsdag 21 oktober 2008
Rethimno – Armeni – Rethimno
Om acht uur sta ik op. Ik heb toch wel goed geslapen ondanks het verkeerslawaai en het feit dat ik op een slaapzaal lag. We ontbijten ‘op straat’ en lopen dan naar het archeologisch museum (wat Menno wil bekijken) en naar het Venetiaans fort dat daar naast staat (wat ik wil bekijken). Als ik in de rij sta voor een kaartje komt Menno aanlopen. Hij vertelt dat het archeologisch museum in staking is. Hm, als we opschieten kunnen we de bus van 10.00 uur halen (als hij rijdt). En dat doet hij gelukkig. Ai, in een hoekje van het busstation staat nog zo’n aftandse bus uit 19toen. Zou dat ding nog rijden? Goed, in twintig minuten staan we in Agios Andreas. We lopen eerst naar de Taverna van gisteren, maar deze is nog gesloten. Jammer, ik had de meisjes nog eens willen bedanken en tevens een foto van hen willen maken. Daar had ik gisteren de tijd niet meer voor.
De aanpalende Taverna is wel open en daar drinken we eerst een nescafé.
Om elf uur gaan we dan toch echt van start. Eerst lopen we in zuidelijke richting naar Ano Valsamonero. Dat is ook een dorpje waar niet veel te beleven valt. We lopen in westelijke richting om te kijken of er misschien een pad uit het dal naar dit dorp loopt. Tja, er lopen wel wat paadjes, maar zo te zien lopen die naar geitenstalletjes. We vragen het nog aan een local. Helaas spreekt deze man geen woord Engels (danwel Duits of Frans). Als wij met handen en voeten laten weten dat we vanaf hier naar Koloniktis willen lopen, maakt hij brede armgebaren. Hij begrijpt ons niet of hij weet het gewoon niet. Je zou toch verwachten dat deze man (op leeftijd) toch tientallen jaren in het dal gejaagd heeft en elk pad kent. Nou ja, wij nemen afscheid van deze man en nemen de asfaltweg naar Kastellos. Eerst stijgen we drie kwartier en daarna dalen we af naar Kastellos. Onderweg staat weer een bermmonument, deze jongen is 21 jaar geworden. Het is half bewolkt en 21 graden. Er staat een beetje wind, al bij al prima wandelweer.
Tja, over Kastellos valt niet veel te zeggen, het is een dorpje van niets. We lopen verder en komen tegen enen bij de ‘77’, dat is de regionale weg die helemaal vanaf de zuidkust via Armeni naar Rethymno loopt. Er staat hier een Taverna waar we een nescafé bestellen. Tja, lunches serveren ze hier niet. Ik vind het een beetje vreemd. Al snel stappen we op en lopen in noordelijke richting langs de ‘77’. Even verder ligt de Minoïsche begraafplaats.
Er staat een bord, er is een hek met een poort, maar verder is er geen mens te zien.
’t Is gratis dus.We lopen de begraafplaats op en ik maak een aantal foto’s. Er zijn hier 200 graven in de rotsen uitgehakt. Deze graven dateren tussen 1300 en 1150 voor onze jaartelling.
De aardewerkpotten, juwelen en wapens die hier gevonden zijn, bevinden zich in het Archeologisch museum in Rethymno. Het vreemde van deze graven is, dat er in de omgeving geen grote stad is gevonden. Tja, je gaat de doden toch niet tientallen kilometers verderop ter aarde bestellen? Apart is het wel. De rots is niet zo hard, maar met de toenmalige middelen is het toch een enorme klus geweest om deze graven uit te hakken.
We zien nog een bord. Verderop is een plaatselijk museum. Tja, nu we hier toch zijn. In de buurt is het niet, maar de route is prima voorzien van borden. Onderweg staat deze aftandse brommer. Zou dat ding nog lopen? Ik elk geval heeft de eigenaar de brommer met een dikke kabel vastgelegd. Uiteindelijk zijn we er. We moeten even wachten, maar dan komt Vangelis aangelopen.
De toegangsdeur gaat van het slot en in een tweetal grote kamers heeft deze man de duvel en z’n ouwe moer verzameld. Het meeste dateert toch wel vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw. Van de Slag om Kreta is er ook een heleboel. Wapens, medailles, krantenknipsels (zelfs uit Nederlandse kranten), het is ongelooflijk. Vangelis legt in een mengelmoes van Duits, Engels en Grieks uit wat hier allemaal staat. Ik kan hem niet zo goed volgen. We krijgen een Raki aangeboden. Die kunnen we niet weigeren uiteraard. Volgens mij is Vangelis wel een liefhebber van dit spul. Tja, ik zit zo te denken, ik kan mijn geweer hier misschien parkeren tot volgend jaar. Vanaf Rethymno is het hooguit een kwartiertje met de bus. Vangelis vraagt wat we verder gaan doen. Ja, wat gaan we doen. Eigenlijk is dit een mooi punt om te stoppen met onze voettocht. Volgend jaar weer verder. We zeggen dat we op zoek gaan naar de bus richting Rethymno. Vangelis vindt dit onzin en staat erop om ons met zijn auto naar Rethymno te brengen. Is dit wel een goed idee? Hoeveel Raki heeft Vangelis al op? Tja, weigeren kan eigenlijk niet. We stappen in en na een kwartiertje zijn we in het centrum van Rethymno. We bedanken Vangelis hartelijk. Tot volgend jaar!
Het is bij drieën. Geluncht hebben we nog niet en ik ben een beetje misselijk van de Raki (en de haarspeldbochten). Eerst maar iets nuttigen. Dat doen we ‘op straat’ en voor mij wordt het weer porc chops en een mythos. Menno gaat internetten en ik ga de stad in. Deze stad is nieuw voor mij. Wat ik gisteravond heb gezien geeft mij een goed gevoel. Dit is echt een leuke stad! Druk is het wel, er lopen ‘tig’ toeristen te snuffelen in de winkelstraatjes.Wat zien deze mensen eigenlijk van Kreta? Het enige wat ik koop is een 5-liter blik olijfolie. Daar kunnen we thuis een paar maanden mee vooruit. Het is mooi fotoweer, ik zou het Venetiaans fort eens met een bezoek kunnen vereren. Het dateert uit de 16e eeuw. Op de plattegrond van Rethimno neemt het fort een boel ruimte in. In het echt klopt dat ook, dit is een gigantisch groot fort. Ze gaan hier voor ruim 5 ton opknappen. Nou, voor deze keer is het goed. Daarna loop ik naar de oude Venetiaanse haven. Ik loop over de pier tot de vuurtoren. Ik loop nog wat rond en heb het wel gezien. Ik ga Menno ophalen voor het diner.
Een van de drukste straten is omgebouwd tot terras. Hier zitten de restaurants mannetje aan mannetje. Zo hier en daar kijken we eens op de kaart. Die staat uitgestald langs de weg, wel zo makkelijk. Ach, veel maakt het niet uit, dus strijken we ergens neer. Echt veel honger heb ik niet, vanmiddag heb ik uitgebreid geluncht. Het wordt een Griekse salade en een mythos. Ik besluit met yoghurt met noten en honing.
Na de maaltijd lopen we nog een klein rondje. Het is echt druk op straat, uiteraard veel toeristen, maar zoals bekend leeft de Griek op straat.We drinken nog een glaasje wijn en keren tegen elven terug naar ons hostel.