Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Kreta maandag 6 oktober t/m donderdag 23 oktober 2008Maandag 6 oktober 2008
Amsterdam – Heraklion (Iraklio)
Gisteren heb ik mijn rugzak al ingepakt, dus nu heb ik nog een paar uur om rond en in ons Atrium te werken. Ik denk dat het zo’n beetje de tijd van het jaar is om de najaarsbemesting uit te voeren. Dat doe ik dus maar meteen.
Ik eet nog wat en tegen enen loop ik naar het station. Een enkeltje naar Schiphol trek ik vlot uit de kaartautomaat. Nu is het wachten op de trein. Er komt een meisje aanlopen van een jaar of achttien. Eerst probeert ze de ene kaartautomaat en daarna de andere. Volgens mij heeft ze geen kaartje kunnen scoren. Zou ze ‘rood’ staan? Of doet ze iets verkeerd? Afijn, ze roept mijn deskundige hulp niet in en ik ga het ook niet aanbieden.
Het is 13 graden in de plus en een beetje nevelig. Op Kreta is het momenteel 25 graden in de plus en onbewolkt. Dat betekent straks aanpassen aan de warmte. De trein is maar twee minuten te laat, dus laat ik niet klagen. Druk is de trein sowieso niet.
Gistermiddag heb ik exact 24 uur voor vertrek elektronisch ingecheckt. Ik heb een instapkaart uitgeprint en als alles klopt heb ik een stoel aan het raam bij de nooduitgang. Tja, eigenlijk zit je het werk te doen van een grondstewardess. Dat kost mijn tijd, maar het scheelt ook weer wachttijd voor de balie. Tja, die grondstewardess zit nu werkloos thuis, leve de vooruitgang. In Amersfoort moet ik overstappen. Niet op de trein naar Utrecht natuurlijk, maar mijn blik valt op deze 4-tonners. Ze zullen op oefening gaan. Gelukkig hoef ik niet mee! In Duivendrecht komt de zon door, toch is het zeker 7/8 bewolkt. Ik snap niet goed waarom ‘men’ in Nederland blijft wonen. Het regent bijna altijd en buiten zitten kan bijna nooit. Ik lees dat de Belgische treinen vandaag staken. Nou ja, het personeel bedoelen ze. Fijn als je goedkoop denkt te vertrekken vanaf een Belgische luchthaven. De Belgische taxi’s zullen vandaag goede zaken doen.
Tja, dat België. Fortis zijn ze kwijt, ze hebben hun hand overspeeld. Politiek gaat het ook niet goed. Ik denk dat we het land het beste kunnen opsplitsen. Frankrijk een deel, Nederland een deel en Luxemburg krijgt ook wat. Brussel wordt de EU-hoofdstad. Achteraf gezien is de Tiendaagse Veldtocht niet voor niets geweest. Mooi op tijd ben ik op Schiphol. Volgens het informatiebord moet ik naar vertrekhal 3. Daar moet ik mij vervoegen bij het bagage drop-off point. Er is een behoorlijk aantal dames actief en overal staat een rij. Toch gaat het snel, ik heb net genoeg tijd om de zijzakken van mijn rugzak af te halen en de draagbanden vast te plakken. Mijn rugzak gaat niet op de band, ik moet hem bij het loket ‘speciale bagage’ afgeven.
Ik ben er blij mee, hopelijk blijft de boel zo heel.
Ik moet naar Gate C, dat is in vertrekhal 1. Dat is helemaal aan de andere kant. Oh ja, al enige tijd geleden zijn de borden ‘Vertrekhal’ vervangen door de borden ‘Lounge’. Dat is tenminste duidelijk. Ik snap niet dat dit zo lang heeft moeten duren. Dit keer hoef ik niet langs de Kmar, ik maak eigenlijk een ‘binnenlandse’ vlucht. Griekenland hoort ook bij de EU tenslotte. Bij Gate C ga ik door de security. Er staat helemaal geen rij! Dat is voor het eerst. Zouden er echt zoveel mensen vliegen vanaf Zaventem, Köln, Düsseldorf, enzovoort? De groentax gaat Schiphol veel geld kosten, dat is wel duidelijk. Mijn bergschoenen hoeven niet uit, dat scheelt alweer. Ik loop zonder problemen door het poortje, zouden ze die dingen wat minder strak hebben afgesteld? Het moet wel bijna. Het is drie uur en ik heb nog een uur voor het boarden. Eerst maar een grote beker koffie. Die kost mij €3,10, maar dat weet je op Schiphol (en alle andere luchthavens). Het is zonnig, intussen 6/8 bewolkt en er staat geen wind. Dat betekent prima vliegweer. Tegen half vier loop ik naar Gate C12, dat is dus bijna de laatste. Dat krijg je met die goedkope vluchten, ze laten je wel lopen. Het valt me toch wel op, Schiphol is lang niet meer zo druk als een jaartje geleden. Die zogenaamde groeiprognose van Alders kunnen ze gevoeglijk op hun buik schrijven. Daarvoor hoeven ze geen commissie in te stellen, een kind kan het zien. Ach, zo’n commissie wordt natuurlijk ingesteld om investeerders te (s)lijmen. Sowieso gaan we met de huidige kredietcrisis een andere tijd tegemoet. Het wordt niet meer zoals het was (zei Den Uyl al). Om 16.15 uur mogen we boarden, dat is dus 10 minuten later dan gepland. Maar ja, ons toestel is net binnen! Toch knap dat ze dat zo strak plannen. Ik zit inderdaad aan de nooduitgang, het boekingssysteem heeft mij niet gefopt. Het is een Boeing 737-800 en de nooduitgangen zitten op de rijen 14 en 15. Achterin is er nog een nooduitgang, maar hier zit ik op de vleugel. Dat is precies het punt waar een vliegtuig het sterkst is, dus hier zit je het veiligst.
De gezagvoerder komt op het net en vertelt dat we 20 minuten moeten wachten.
Het is druk boven Kreta, zegt hij. Dat lijkt mij sterk, ik denk dat het Europese luchtruim vol zit en dan met name in de buurt van Frankfurt. Daar is het altijd druk. In het vliegtuig is het ook druk, het ding zit helemaal vol.
Na een kwartiertje taxiën we weg, rechts is de verkeerstoren te zien. We moeten naar de Polderbaan, dus dan weet je het wel, dat is bijna 20 minuten taxiën.
Op de Polderbaan gaat het gas erop en al snel maken we hoogte. In de verte zie ik de Hoogovens. We maken een rechtse bocht (dit keer zit ik aan de goede kant!) en we vliegen over het Amsterdamse havengebied. Dit moet de Afrika-haven zijn. Er liggen waarachtig een paar schepen in. Nog een foto, hoewel, is dit de Afrika-haven wel? Na een uurtje komt de koffie langs. Die is niet gratis zoals vroeger, hij kost €2,50. Je kunt ook een broodje bestellen, maar ja, die cellofaan-dingen staan me niet aan. Gelukkig had ik op Schiphol nog wat gegeten. Inmiddels zitten we boven Albanië, rechts zie ik de Adriatische Zee. Het is onbewolkt, maar wel helemaal donker. Ik zet eerst maar eens mijn horloge en fototoestel een uur later. Mijn telefoon moet straks.
Rond negen uur zet de 1e officier de daling in en precies 21.25 uur volgt touch-down.
De passagiers voor Heraklion stappen uit (het vliegtuig gaat over 40 minuten door naar Chania) en met een bus worden we naar de aankomsthal gebracht. Dit keer moet ik tamelijk lang wachten op mijn rugzak, het zit niet altijd mee. Tegen tienen loop ik de aankomsthal in waar Menno op me staat te wachten. Daarna pakken we stadsbus 12, die ons in 20 minuten naar het centrum van Heraklion brengt. Dan is het nog een paar minuten lopen naar het hotel dat Menno al eind van de middag geboekt heeft. Ik ben er, blij toe. Alles is goed gegaan. Ik heb er dorst van gekregen. Zin om weer de straat op te gaan heb ik niet. Ik maak zelf een beker thee met mijn dompelaar. Een douche, daar ben ik ook wel aan toe. Het is een echte Griekse douche, oftewel: er is geen douchegordijn. Alles wordt dus drijfnat, maar ik kan er niet mee zitten. Tegen half twaalf duik ik er in. Morgen weer vroeg dag.