Maandag 6 juli 2009
Soughia – Tripiti – Agia Roumeli
Om half negen stappen we in de pick-up van Captain George en rijden naar het haventje. Daar stappen we in dezelfde sloep van gisteren en varen opnieuw naar het Tripiti strand. We nemen afscheid, maar tot mijn verbijstering vraagt Captain George opnieuw €50,-.
Wat een afzetter! Tja, eigenlijk hadden we het niet goed met hem afgesproken, maar ja, je bent van deze man afhankelijk. Captain George verdwijnt met de poet. Ik denk dat hij gaat tanken, zijn 90 PK lust wel een slok en hijzelf ook wel. Wij gaan vandaag oostwaarts en al snel komen we op een stukje strand met een bron. Zou dit zoet water zijn? Dan zou je hier kunnen kamperen. Geiten zijn er ook en een jongeman let op deze beestjes.
Voorlopig moeten we over het keienstrand, dat is nog best zwaar lopen. Mijn rugzak zit weer vol en bovendien heb ik drie liter water en fris bij me. Een stukje verder gaat er een onduidelijk pad vanaf het strand zo’n 50 meter omhoog. Hier en daar moet er behoorlijk geklauterd worden. Door erosie is er een groot gat in het ‘pad’ geslagen. We moeten terug en dan langs het gat omhoog. Helemaal zonder gevaar is het niet, we doen rustig aan. De uitzichten worden wel steeds mooier. Tja, dit is het ‘pad’, door erosie is het weggesleten. Sowieso is het stenig en vooral ‘gruizig’. Voorzichtig en langzaamaan is het devies. Het begint trouwens warm te worden, het is nu al 26 graden in de plus. Bovenop de ‘bult’ staat in de verte het Turkse fort. Meestal zitten we op zo’n 100 tot 150 meter boven zeeniveau. Sowieso gaat het constant omhoog en omlaag. Op een ‘landtong’ houden we rond twaalf uur lunchpauze. Straks moeten we dalen tot het strand en verderop omhoog naar 520 meter! Dat gaat nog wat worden! Het is niet dalen, het is steil dalen! Het lastigst is, dat je door het gruis op het pad weinig grip hebt. Na een behoorlijk inspanning bereiken we het strand. Nou ja strand, er is niemand aanwezig. Keien zijn er wel. Verderop is het strand mooi ‘zanderig’, maar tijd om hier te gaan zitten hebben we niet. Het begint meteen goed, we moeten steil omhoog. Het is nog warm ook, zo’n 30 graden. Bovendien lopen we meestal in de volle zon. Dit traject hadden we beter in het vroege voor- of late najaar kunnen lopen. Hier is het pad spoorloos, danwel wij zijn het spoor bijster. Gewoon omhoog, dan komen we het pad vanzelf weer tegen.
Het is intussen half twee en we zitten op zo’n 200 meter. Mijn water- en frisvoorraad begint aardig te slinken. Het is hard werken en we moeten nog minstens 300 meter stijgen. Dat is de hoogte van de Eiffeltoren. Uiteraard is het veel meer, hier en daar gaan we weer stukjes omlaag. Sowieso is het ‘pad’ in veel slechtere staat dan gisteren en bovendien lopen we veel meer in de zon. Eigenlijk hebben we geen vlak stukje terrein gehad. Ik maak nog een foto van een mooi vergezicht hoewel ik er eigenlijk te moe voor ben. Ik denk dat we helemaal bovenlangs de landtong gaan. Het is intussen al half vijf. Nog een uur later zie ik het dorp Agia Roumeli onder me liggen. Tja, dat is de boot die we hadden willen nemen. Dat gaat dus niet lukken! Helaas, het is zes uur, de boot is precies op tijd. De wandelaars die vandaag de Samaria-kloof hebben gelopen zijn aan boord. Wij hebben het nakijken. Wat ook vervelend is, het pad gaat steeds steiler onlaag en is lastig te vinden. Hier heeft in het verleden een enorme steenstorting plaatsgevonden. Hier is het helemaal lastig lopen omdat de kleinere keien losliggen. Mijn water- en frisvoorraad is op. Ik heb zin in nescafé, chocomel, cola en mythos. Tegen zevenen bereik ik het dorp, dat wil zeggen, ik zie een hekwerk. Zal ik er rechts of links langsgaan? Ik kies voor links, aan die kant is het pad in betere staat. Krijg nou wat, achter dat hek is een grote geitenstal. De poort staat open en ik zie een paar mannen aan het werk. Hier ga ik eerst water vragen. Dat hebben ze en het is nog koud ook. Aan het werk zijn ze zeker, er hangen een stuk of tien geiten in ontklede staat aan een balk. Tja, het ziet er wat macaber uit, maar ik heb er geen moeite mee. Zo gaat dat uiteraard. Op het eerste het beste terras strijken we neer. Tjonge, wat een dag! Eerst maar een mythos voor de dorst. Ik ben helemaal over mijn honger heen. Ik bestel een Griekse salade en met de wijn en het brood zit ik meer dan vol. Fruit en raki krijgen we toe van de zaak. Ik ben een tientje kwijt voor het eten en drinken, dat zal wel kloppen. Vorig jaar hebben we ook in Agia Roumeli overnacht, maar dit keer komen we in een ander hotelletje terecht. We zien dat morgen de eerste boot naar Loutro om 11.30 uur gaat. Die moeten we maar nemen. Niet verkeerd, dan kan ik iets uitslapen. Tjonge, wat ben ik moe, ik ben volledig uitgeteld.