Dinsdag 26 december 2023
TextielMuseum Tilburg
Om negen uur genieten we het ontbijt. Het TextielMuseum in Tilburg gaat pas om twaalf uur open, dus hebben we nog even tijd om een stukje te lezen. Om kwart over elf rijden we binnendoor naar Tilburg. In de omgeving van het TextielMuseum vinden we een parkeerplek. Kijk, dit is het.Met onze Museumkaart zijn we vlot binnen. Online geboekt heb ik niet, dat kon sowieso niet, maar corona ligt nu toch wel achter ons (hoop ik).
Overigens, ik heb wel wat met textiel, tenslotte heb ik een aantal jaar vakantiewerk gedaan in een textielfabriek. Tja, die fabriek waar zo’n 600 mensen hun brood verdienden is al lang geleden – geheel buiten mijn schuld om – failliet gegaan.
Het TextielMuseum is sinds 1986 gevestigd in een voormalig fabriekscomplex van Wollenstoffenfabriek C. Mommers & Co en het is een rijksmonument.
In 1862 start Christiaan Mommers met een ‘handwerkfabriek’, dit wil zeggen zonder stoomwerktuigen. In 1865 koopt hij grond aan ’t Goirke en gaat daar stapje voor stapje bouwen. Ik neem aan dat dit terrein toentertijd buiten de stad lag, nu ligt het er middenin.
Het langwerpige fabrieksgebouw van drie en een halve bouwlaag was bestemd voor de nieuwe spinnerij en ontworpen om het gewicht en de trillingen van de automatische spinmachines, de zogenaamde self-actors, te kunnen dragen.
In 1876 wordt een stoommachine geplaatst. In totaal zijn (in opvolgende fasen) vier stoommachines en niet minder dan zeven stoomketels op verschillende plaatsen van het complex geïnstalleerd geweest, maar geen enkele is bewaard gebleven. In 1985 heeft het Textielmuseum een grote liggende stoommachine uit 1906 van 250 pk met groot vliegwiel opgesteld. Die is afkomstig uit de textielfabriek van A. & N. Mutsaers en toont veel gelijkenis met de laatste machine van Mommers uit 1904. Ook de grote generator voor elektriciteitsvoorziening en de schakelborden geven een beeld hoe het toen was.
In 1920 laat Mommers een 40 meter hoge schoorsteen bouwen ter vervanging van twee kleinere schoorstenen uit 1876 en 1889.
Helaas, samenwerking en fusies met Janssens van Buren en Janssen, Gebr. hebben niet het gewenste effect. Als eind jaren ’80 de mode vooral fijn kamgaren wordt, is het eigenlijk gedaan met Mommers, die groot is geworden in het strijkgaren. In 1995 gaat het bedrijf failliet.
Ik laat de foto’s en de teksten voor zichzelf spreken.Trouwens, wat dit museum zeer bijzonder maakt, dat is dat veel machines gewoon in werking zijn. Dat geldt zowel voor de oude uit hout vervaardigde machines als voor de computergestuurde hightech machines.
Om kwart voor vier nuttigen we nog een cola (ik) en thee (Orchideetje en dochterlief).
De KMA hadden we al eerder genuttigd.
Een halfuurtje later stappen we in de auto en tegen vijven zijn we weer in ons hotel.
Daar kijken we naar het journaal. Zo te zien en te horen staan grote delen van Nederland min of meer blank. Nou, hier in Brabant staan ook veel weilanden onder water.
Nog een beetje vorst en we kunnen schaatsen!
Douchen, omkleden en om halfzeven gaan we aan tafel. Een andere tafel dan gister, maar deze is ook prima. Mooi onder een lamp zodat ik foto’s kan maken.
De keukenbrigade – de keuken is open, dat heeft wel wat – is hard aan het werk.Vanavond een buffet. Ok, prima, maar gisteren waren er zo’n 25 ‘eters’, vanavond worden er 110 verwacht. Ik hoop toch dat het er straks een beetje ‘georganiseerd’ aan toe gaat.
Ik ben benieuwd.
Schaal na schaal van het koud buffet wordt klaargezet. Die lege stoelen links komen straks allemaal vol.Dat zie je altijd, er zijn altijd mensen die meteen ‘aanvallen’ op de lekkerste hapjes.
Ik laat mij niet gek maken en begin gewoon met een tomatensoepje. Ik heb als wijn weer de Primitivo uit Puglia besteld. Deze is mij de eerste avond zeer goed bekomen en bovendien hakte het ‘wijnarrangement’ gister er toch behoorlijk in. Overigens, die wijntjes waren wel bijzonder lekker!Als tweede gang bedien ik mij van het koud buffet. Er is nog genoeg van alles en u ziet dat ik het bescheiden houd. Waar ik echt een hekel aan heb dat zijn ‘die mensen’ die hun bord volscheppen en dan de helft laten staan. Als kind ben ik gewend om mijn bord ‘leeg’ te eten, mijn ouders hebben tenslotte de hongerwinter doorgemaakt.Nog een bescheiden bordje om de ‘gaatjes’ te vullen.Het ‘toetjesbuffet’ wordt in stelling gebracht. Toevallig is dat vanaf onze tafel nagenoeg onder handbereik. Hm, ‘toetjesbuffet’ is niet zo’n goede benaming voor alles wat hier staat. Ongelooflijk! Heb ik nog een klein ‘gaatje’ voor een bescheiden portie?Nou, ziet mijn bordje er niet goed uit? Ik eet alles op, maar daar laat ik het ook bij.Tegen negenen gaan we naar de kamer en kijken nog even TV.