Zaterdag 25 oktober 2014
Tiberias – Tel Dan – Banias – Tiberias
Om zeven uur staan we op en om halfacht genieten we het ontbijt. Er staat een uitgebreid ontbijtbuffet voor ons gereed. Om half negen vertrekken we. Vandaag gaan we naar Tel Dan en Banias. Hier zijn de bronnen van de Jordaan. Helaas laten deze plaatsnamen zich niet invoeren in onze navigatiesystemen. In elk geval moeten we oost van Qiryat Shemona zijn, helemaal in het noorden van Israël. Toentertijd was deze stad veel in het nieuws omdat ze dagelijks beschoten werd vanaf de Golanhoogte. Toen Israël de Golanhoogte veroverde tijdens de zesdaagse oorlog in 1967 was dit voorbij. We passeren een Grapefruit plantage. Ze hangen er mooi bij, zo te zien rijden we door een vruchtbaar gedeelte van Israël. Bij Qiryat Shemona verwachten we een bord, maar helaas. We rijden maar even door, maar dit wordt niets. We keren en slaan een zijweg in. Dit moet hem zijn en inderdaad bereiken we om half elf Tel Dan. ’t Is wel een beetje steriel, zo’n wandelpad, maar het loopt wel lekker weg. We hoorden het al, maar hier is één van de riviertjes te zien, die verderop de Jordaan gaan vormen. Tja, er zullen wel mensen zijn geweest, die zich hier wilden dopen. Dat kan natuurlijk niet. Het strakke betonpad gaat over op keien, maar dat is ook goed te belopen. De zon staat er goed op, het wordt weer warm vandaag.
Wow, wat een water en dat in deze hitte! Heel ver in de verte ligt een dorpje. Toentertijd is ook hier een gouden kalf aanbeden. Tja, je moet er maar opkomen. Als je zo’n informatiebord neerzet moet je wel even letten op zon en schaduw. Van de laatste foto geef ik de Statenvertaling:
1. Koningen 12:32 ‘En Jerobeam maakte een feest in de achtste maand, op den vijftienden dag der maand, gelijk het feest, dat in Juda was, en offerde op het altaar; van gelijken deed hij te Beth-el, offerende den kalveren, die hij gemaakt had; hij stelde ook te Beth-el priesteren der hoogten, die hij gemaakt had.
1. Koningen 12:33 ‘En hij offerde op het altaar, dat hij te Beth-el gemaakt had, op den vijftienden dag der achtste maand, der maand, dewelke hij uit zijn hart verdacht had; zo maakte hij den kinderen Israels een feest, en offerde op dat altaar, rokende.’
Nu mis ik een reisleider/archeoloog, zo één als Hamdan, onze Nederlands sprekende gids in Jordanië. Nu zeggen deze stenen mij niet zoveel. De laatste foto toont de tempel van bovenaf. Zo ging dat offeren dus. Opnieuw de Statenvertaling: Leviticus 16:12 ‘En hij zal een pan vol gloeiende kolen van het altaar voor het aangezicht des HEREN nemen en zijn handen vullen met fijngestoten welriekend reukwerk en dat alles brengen binnen het voorhangsel.’
In de verte ligt het Hermon gebergte. We gaan bij de uitkijkpost kijken. Tot de zesdaagse oorlog in 1967 is deze uitkijkpost in gebruik geweest om het Hermon gebergte en de vlakte daarvoor te observeren. Het ziet er nu enigszins vervallen uit, maar dat mag dan ook wel na zoveel jaar. Ik geef de vertaling weer uit de Statenvertaling: 1 Koningen 12:28 ‘Daarom hield de koning een raad, en maakte twee gouden kalveren; en hij zeide tot hen: Het is ulieden te veel om op te gaan naar Jeruzalem; zie uw goden, o Israel, die u uit Egypteland opgebracht hebben.
1 Koningen 12:29 En hij zette het ene te Beth-el, en het andere stelde hij te Dan.’
Hier heeft de stad ‘Dan’ gestaan. Er staat hier een groot aantal informatieborden. Dit moeten de restanten zijn van de Drie Bogen. En dit is de toegangspoort naar Dan. ’t Is vandaag Shabbat, maar ze zijn hier dus aan het graven. Dit is de Kanaänitische poort een stukje verder gelegen. We werpen nog een laatste blik op de bronnen van de Jordaan. We nuttigen nog een espresso en een broodje en dan lopen we naar de auto.
Op naar Banias, dat is hier niet zo gek ver vandaan. Ook hier is een belangrijke bron van de Jordaan en een waterval. We kunnen ook nog (met de auto) naar het Nimrod kasteel, dat zijn huidige vorm dankt aan de Mammelukse sultan Baybars I (1260 – 1277).
Kijk, daar ligt het, bovenop de heuvel! Ach, dat laten we maar achterwege.
We starten met de wandeling naar de waterval. We zijn niet de enigen, ’t is gewoon druk. Vandaag is het natuurlijk een vrije dag (voor de Israëliërs). Het pad is goed te belopen en stijgt zachtjesaan. Daar is de waterval. ’t Is natuurlijk niet de Niagara, maar in Israël, in zo’n overwegend droog en dor land is dit toch wel heel bijzonder. Twee kilometer verder zijn de bronnen van Banias, en verder de tempel van de godheid Pan. Daar rijden we naartoe.
Pan is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de zoon van Hermes en de nimf Penelope. Pan is de god van het woud en patroon van de herders en hun kudden. In het woud zorgde Pan voor mysterieuze geluiden, die de herders vervulden met angst. Het woord ‘paniek’ is afgeleid van Pan. Dit is de grot. Nou ja, is dit het? Geen wonder dat het met Pan niets geworden is. Een drieluik, dat ga ik van dichterbij bekijken. Zouden de tempels er toentertijd zo hebben uitgezien? Of is het een ‘art impression’?
Je ziet dat wel als er ergens een prestigieus gebouw wordt neergezet. Als het gebouw er dan uiteindelijk staat, valt het tegen. Het is een heel verhaal, ‘The sanctuary of Pan’, maar u mag het rustig overslaan. In die nis heeft het beeld van Pan gestaan. Zo te lezen heeft hier ook een tempel voor Zeus gestaan. Zeus hoef ik natuurlijk niet toe te lichten. Hoewel, het heeft natuurlijk maar weinig gescheeld of in Nederland was niet de Joods-Christelijke cultus leading geweest, maar de Zeus cultus. Het is dat keizer Constantijn via zijn moeder in aanraking kwam met het christelijk geloof en meende door het christelijk geloof tot staatsgodsdienst te bestempelen de eenheid en stabiliteit in zijn rijk te waarborgen. De Zeus cultus kent geen hiernamaals, alleen de goden van het Griekse pantheon waren onsterfelijk en een enkele uitverkorene (o.a. Herakles). Het christelijk geloof kent een hiernamaals, voor de soldaten van het Romeinse Rijk was het dus wat aantrekkelijker om te sneuvelen. Tja, Constantijn begreep heel goed dat godsdienst dient ter ondersteuning van de macht. Waarom moet ik dan meteen aan onze eigen koning Willem-Alexander denken?
Ook staat er een tempel voor Nemesis. Ook Nemesis is een figuur uit de Griekse mythologie. Zij is de meedogenloze godin van de gerechtigde wraak. Dit is het overzicht van de drie getoonde tempels. Inderdaad, veel meer dan de fundering rest er niet. Aan de voet van de tempels zijn de bronnen van de Hermon rivier. Tja, het doet door al die muurtjes een beetje kunstmatig aan, maar inderdaad zie ik rechts water opborrelen. Is dit de Procavia capensis oftewel de Kaapse klipdas? De foto van dat diertje in de folder van Banias wijkt een tikje af. Hij/zij verdwijnt al snel tussen de struiken, goede camouflage overigens. Op het programma voor vanmiddag staat een bezoek aan de Hula vallei gepland. In de eerste plaats is het al kwart over drie. In de tweede plaats, in de Hula vallei zouden we dan een ‘familiefiets’ moeten huren (of een golfkarretje) en daarmee rond moeten gaan rijden. Voor fietsen is het sowieso veel te warm. Het is nog wel een uurtje rijden naar ons hotel, we vinden het wel mooi geweest voor vandaag en kiezen voor het hotel.
Daar zijn we rond half vijf. De parkeerplaats naast het hotel staat vol en de parkeerplaats achter/beneden het hotel idem dito. Oeps, het kost me de nodige stuurmanskunst om hier achteruit en omhoog weg te rijden. Ik zet de auto weer op ons eigen plekje aan de straat. We bereiden thee op de kamer, daar zijn alle spulletjes voor aanwezig. Uiteraard gebruiken we wel onze eigen thee, die is beter dan de hotelthee.
Ik ben blij dat we de Hula vallei hebben laten vallen, nu hebben we rustig de tijd voor een douche/wasje. Om halfzes neem ik de lift naar de lobby.
Het is inmiddels donker, dus de Shabbat is voorbij. Overigens, ik had gelezen dat in sommige hotels de lift tijdens de Shabbat op de Shabbat-automaat gaat. Dat betekent dat de lift tijdens de hele Shabbat (24 uur) automatisch alle etages aandoet, waarbij op elke etage de deur open/dicht gaat. Je hoeft dan geen knopjes in te drukken, want dat kan/mag natuurlijk niet tijdens de Shabbat. Overigens, de lift in dit hotel doet ‘normaal’!
De Shabbat is een strikte ‘rustdag’ en iets dat op werken lijkt is volstrekt verboden. De straf op overtreding van de Shabbat-geboden is moordend, lees het zelf maar na in de Statenvertaling:
Numeri 15:32 ‘Als nu de kinderen Israels in de woestijn waren, zo vonden zij een man, hout lezende op den shabbatdag.
Numeri 15:33 En die hem vonden, hout lezende, brachten hem tot Mozes, en tot Aaron, en tot de ganse vergadering.
Numeri 15:34 En zij stelden hem in bewaring; want het was niet verklaard, wat hem gedaan zou worden.
Numeri 15:35 Zo zeide de HEERE tot Mozes: Die man zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem met stenen stenigen buiten het leger.
Numeri 15:36 Toen bracht hem de ganse vergadering uit tot buiten het leger, en zij stenigden hem met stenen, dat hij stierf, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.’
Is dit alles vreemd? Ach, lezenswaardig is het boek van Harry Kuitert: ‘Dat moet ik van mijn geloof’. Over Harry Kuitert gesproken (ex-hoogleraar theologie), hij heeft dik twintig boeken geschreven, ik heb ze lang niet allemaal. Deze wel: ‘Het Algemeen Betwijfeld Christelijk Geloof’. Dat de beste man van zijn geloof gevallen is, moge duidelijk zijn.
Over afvalligen gesproken, Dominee Klaas Hendriks moet ik zeker even vermelden.
Hij schreef twee zeer lezenswaardige boeken: ‘Geloven in een God die niet bestaat, Manifest van een atheïstische dominee’ en ‘God bestaat niet en Jezus is zijn zoon’.
Ach, breken met het christelijk geloof is tegenwoordig geen punt. Dat was vroeger wel anders, dan kwam je op de brandstapel. Moslims hebben wel degelijk een probleem als zij afvallig worden. Het staat dan wel niet expliciet in de Koran (Soera 2:217 spreekt zich niet duidelijk uit), maar in veel Islamitische landen staat op afvalligheid gewoon de doodstraf. Tja, en dan bestaat er ook nog zoiets als de Sjaria (de Islamitische wetgeving).
En natuurlijk telt de overlevering zwaar. Ik doel hierbij op de Hadith, deze behelst het leven van Mohammed. De Hadith bezit ik niet, wel: ‘In naam van Mohammed’ van G. Konzelmann.
Ai, nog een (verbijsterend) boek: ‘Waanzee’ van Robert Haasnoot. Zeer lezenswaardig in dit verband is ook het boek van Franca Treur: Dorsvloer vol confetti’. En uiteraard de bestseller van Jan Siebelink: ‘Knielen op een bed violen’.
In de lobby lees ik mijn mails en nog zowat. Dochterlief komt erbij zitten en samen nemen we het programma voor morgen door. Dat doen we eigenlijk elke avond, soms zelfs tijdens de avondmaaltijd. Ook trachten we dan de bestemming(en) in te programmeren in onze navigatiesystemen.
Oh ja, vanavond gaat de klok achteruit, we kunnen dus een uur langer slapen!
Om half zeven gaat het restaurant open en we zijn de eersten. Oh nee, er staat al iemand op te scheppen.Dochterlief gaat aan de salade. Orchideetje kiest altijd uiterst nauwkeurig uit wat op haar bordje komt. Ik doe altijd van alles een beetje, maar het bord is dan wel tot de rand gevuld, zie dit eerste bordje met salade. Zoals gebruikelijk bestel ik rode wijn. En dat smaakt voortreffelijk bij de hoofdmaaltijd. Fruit? Toch maar ijs. Op de kamer bereiden we thee en drinken het laatste beetje uit onze fles Shiraz op.
Om negen uur kruip ik erin met een boek (iPad).