Zaterdag 27 maart 2010
Dalfsen – Genne
Om half zeven sta ik op. Het is al licht, niet koud en het is droog. Om acht uur gaan we van start. Na een kwartiertje wandelen zie ik deze ooievaar op het nest. Sowieso lopen we landelijk. Twee lopen er voor en twee lopen er achter mij. ’t Witte Huis, midden in het bos, tja, dat heeft ook wel iets. Het blijkt het biljarthuisje te zijn geweest van Havezate De Horte. Tegen negenen lopen we langs Havezate De Horte, al genoemd in 1391. Het huidige huis is van 1760, maar de gevel is uit de 19e eeuw. Sinds 1973 is hier het Landschap van Overijssel gehuisvest. Door boscomplexen en langs bosranden gaat het verder. Het heeft gisteren toch behoorlijk geregend. Zou deze knotwilg nog uitlopen? Deze immense eik zal het wel doen. We steken de N35 over en maken een ommetje. Op die manier komen we langs Havezate Soeslo. Onlangs is het verwaarloosde landgoed opgeknapt door het Landschap Overijssel. De havezate dateert grotendeels uit 1815. We moeten er een klein stukje voor terug, maar precies om tien uur zijn we bij café
De Mol. Buiten zitten wordt niets, maar binnen is het behaaglijk warm. We laten ons de KMA goed smaken. Na een uurtje stappen we weer op.
Vanaf Ommen hebben we tot nu in westelijke richting gelopen. Vanaf nu lopen we voornamelijk noordwaarts. Tja, deze handwijzer is zo goed als onleesbaar. De Wijthmenerplas ligt rechts van ons. ’s Zomers is het hier waarschijnlijk goed toeven. Nu is er geen hond te zien. Een kilometertje verder steken we de spoorlijn Zwolle-Ommen over en na nog een kilometertje bereiken we het dorpje Berkum. Hier brengen we eerst een bezoek aan de C1000. Zelf ben ik door mijn chocomel heen en de anderen moeten ook hun voorraad eten en drinken aanvullen. Iets verder ligt de A28 en een Van der Valk restaurant. Ook aan Van der Valk brengen we een kort bezoek. Vanmorgen was het bewolkt, nu komt de zon even door. Helaas, dat is van korte duur. Het trekt weer dicht en we krijgen een buitje over ons heen. De ‘zomerroute’ laten we links liggen, de pont over de Vecht vaart pas vanaf 1 mei. We lopen de Berkumerbrug over en pakken de ‘wintervariant’. Dit is nog een historische locatie ook! We passeren een jachthaven, hoewel we daar weinig van zien. Opnieuw een bui en dit keer regent het pijpenstelen. We kunnen over de dijk, maar kiezen toch voor de mogelijk drassige variant. Gelukkig valt dat mee, we kunnen verder. Meestal lopen we aardig ‘landelijk’, maar soms is het een stukje asfalt. Zaterdag vandaag, dus er moet getraind worden. Een leuk boerderijtje, gelukkig hebben we het zonnetje er weer bij. Huis Den Doorn ligt links van ons. Het bestond al in 1427, maar er staat nog slechts een deel van toen. Het landschap is hier meer open, maar water is alom aanwezig. Door weilanden lopen we naar en door het gehucht Genne. Weiland en nog eens weiland, hier in tegenlicht.Ik heb drie mogelijke locaties voor een wildkampeerplek op het oog en de eerste is meteen al goed. Rechts van de dijk ligt een min of meer open boscomplex. Als we ons door de struiken heen worstelen komen we op een open plek terecht. De dijk is bijna niet meer zichtbaar en voor ons ligt weiland. Vlak bij mijn beoogde plek ligt een dode zwaan, die heeft de laatste koude periode niet overleefd. Vorig jaar waren er veel te veel zwanen, ik denk dat tijdens deze winter zeker 75% het loodje heeft gelegd. Tja, dat is de natuur.
Ik sms het coördinaat naar Reino, zij komt ons vanavond opzoeken. We hebben er dik 25 kilometer opzitten en het is nu precies vijf uur. Ik verwen mijzelf met de Siciliaanse wijn, kerriesoep en een Knorr-maaltijd. Om kwart over acht komt Reino, het is inmiddels donker.