Zaterdag 26 september 2015
Workum – Enkhuizen
Ik word om kwart over zes vanzelf wakker. Het is nog donker. Ik bereid havermoutse pap en twee bekers thee. Het is niet koud, 14 graden in de plus.
Om acht uur gaan we van start en de zon is er al bij. De temperatuur loopt op!
We moeten een stukje terug om de route weer op te pakken en daar zijn we nu bij deze scheepjes. Kijk deze molen eens prachtig spiegelen in dat water! En nog een informatiebord ook, het kan gewoon niet op. Een fietspad en een wolkenloze hemel, wat wil je nog meer. Trouwens, we lopen nu naar Hindeloopen over dezelfde route als onlangs tijdens het Kustpad. We lopen nu wel andersom, dus voor mij is het compleet nieuw. En schapen, daar stikt het hier van. Ik probeer de uitwerpselen zoveel mogelijk te mijden, dat spul gaat zo vastzitten in je profielzolen. En dit is natuurlijk de vuurtoren van Reid de Jong. Je moet onderlangs de dijk, hij heeft het niet op pottenkijkers. Onderaan staan twee grote paddenstoelen. Die tweede moet u maar van mij aannemen. Zouden ze eetbaar zijn? Als ik ze nu eens meefruit met mijn Knorr-maaltijd? Gasflessen voor de eeuwige vlam staan er genoeg. Hoewel… eeuwig? Daar ligt Hindeloopen. Zou er al een restaurant open zijn? Aan water is er geen gebrek in Friesland. Ruik ik de koffie al? Deze constructie heb ik al eerder genomen. ’t Is wel functioneel, maar wel een apart geval. Het bekende leugenbankje. Ik meen dat de VVV een aantal oud-vissers in streekdracht gestoken hier sterke verhalen zou laten vertellen. Het is bij half tien, dat zal het zijn. Er liggen in de vele haventjes in Nederland toch ontzettend veel scheepjes. Als je die achter elkaar legt, kom je er de wereld mee rond. Dit is het gezicht vanaf de Sluis op de Zijlroede. Het is handig als je de restaurants verzameld, dan kun je in één oogopslag zien dat ze allemaal dicht zijn. De Hanos is aan het bevoorraden, ze zijn door de koffie en de appeltaart heen. Tjonge, wat een pech! Straks maar zelf koffie bereiden. Vanaf de brug zicht op de Sluiswachterswoning en het karakteristieke torentje. In de 19e eeuw zag het er zo uit. En nu ziet het er zo uit. Het is hard gegaan, heel hard. Een vlag en een schoolbord. Dat geeft de burger moed. Ai, dit is nog een historisch pand ook, dat zou je niet zeggen. Hier genieten we de KMA. Nou, ik was er wel aan toe. Na een half uurtje stappen we weer op. De komende kilometers lopen langs het IJsselmeer. Deze huizen zette ik tijdens het Kustpad ook al op de foto. Eerst in tegenlicht en daarna met de zon vanaf de zijkant. Dit voormalige restaurant is nog steeds gesloten. Het ziet er wel een beetje triestig uit. Wat voor nut heeft het nu om naast je sleurhut een vlaggenmast mét vlag te plaatsen? Aan de Zeeuwse kust zie je dit ook veel en dan liefst met een Duitse vlag. Is dat niet verboden? Tja, gewoon doorbijten. Het weer is trouwens prima, zelfs aan de warme kant. Zo achter de dijk, uit de wind, is een T-shirt voldoende. Als het maar drijft, schreef ik al. Lastig te zien, maar het sloepje dat ons achterop komt stelt echt niets voor. Om kwart over elf lopen we Molkwerum in. Daar kom ik nu voor het eerst.
De Lebuïnuskerk is gebouwd in 1850. Waarachtig, de kerk is nog als zodanig in gebruik ook. Sjef, Albert en Reino lopen door, maar ik zie dat de deur openstaat. Ik ga even binnen kijken. Nou, dit is geen kerkdienst, maar een rondleiding. De gids vertelt iets en nu kijkt iedereen rond. Die mevrouw in streekdracht (?) hoort zeker bij het sprookje. We lopen Molkwerum uit. Iets verder staat een bank en daar pauzeren we een klein halfuurtje. Nog bijna vier kilometer naar Stavoren. Daar wacht de boot. We gaan hem toch wel halen, hoop ik? We zijn naar Molkwerum het binnenland ingelopen en nu lopen we zo langzamerhand terug naar het IJsselmeer. De lucht doet weer aardig mee. Inmiddels hebben we al heel wat kilometers fietspad in de benen. Het schiet op, nog een kilometertje. Hier was ik natuurlijk eerder, dit is het pontveer. Er staat een informatiebord bij. We zijn bij de haven. Er is een viskraam, maar ik heb al genoeg aan de lucht. Tja, als Geraldine Kemper hier nu in de bediening zat, maar dat is niet het geval. Trouwens, dit is Volendam niet. Het Vrouwtje van Stavoren heb ik al vele malen op de foto gezet. Tja, ze moeten haar maar eens een stukje verzetten, de zon staat nooit goed. En de sage zal ook bekend zijn. Het loopt tegen enen en de kaartverkoop gaat over een half uur open. Varen om 14.10 uur, we hebben dus ruim de tijd voor een versnapering in ’t Havenhoofd. Ik houd het bij een bakje koffie. We hebben er ruim 18 kilometer opzitten en de temperatuur is 18 graden in de plus. Opnieuw kunnen we op het terras zitten. Om half twee koop ik een kaartje naar Enkhuizen à €11,- (http://www.veerboot.info). Kijk, daar komt de boot! Het is dat witte gevaar op de voorgrond en niet die driemaster onder vol zeil op de achtergrond. Tegen tweeën kunnen we boarden en precies 14.10 uur komen we los van de steiger.
Tja, dat varen heeft wel wat. De bewolking is behoorlijk toegenomen, we krijgen toch geen storm? Nou, het gaat goed, de zee houdt zich kalm. Ik neem bij de anderen plaats in de lounge. Wat zal ik eens bestellen? Koffie heb ik zojuist nog genuttigd, het wordt een rode port à €3,-. Het is 13 mijl (25 km) van Stavoren naar Enkhuizen en de Bep Glasius doet er ongeveer 80 minuten over. Trouwens, druk is het niet, ik tel 15 passagiers in totaal. Kan dit wel uit?
De jachthaven Enkhuizen komt in zicht. Een jachtje vaart daadwerkelijk, de rest ligt aan de steigers. Wat is dat voor een tweemaster? Waarachtig, het is de (nieuwe) Urania, één van de twee opleidingsschepen van de KM (Koninklijke Marine). Het schip is sinds 2004 in de vaart en ik zie hem voor het eerst. Voor maximaal 17 personen is er slaapgelegenheid. Wat een verschrikkelijk mooi schip, het is dat ik altijd zo zeeziek wordt. Wat doet de Urania trouwens in Enkhuizen? We zijn er bijna, zo meteen moet er weer gewandeld worden. Tijdens onze Zuiderzee fietstocht (Orchideetje en mijn persoontje) overnachtten we in deze B&B pal bij de haven van Enkhuizen. Wij hoorden toen al van de toenmalige eigenaren dat ze iets anders wilden gaan doen en dat de villa te koop stond. En wie is de nieuwe eigenaar, waarvan de echtgenote de B&B voortzet? Dat is onze minister voor Wonen en Rijksdienst minister Blok! Onderhandelen kan hij wel want de villa stond voor 1 miljoen te koop en hij heeft er mooi anderhalve ton vanaf weten te praten. OK, het is een prachtig pand, maar ik zou er niet willen wonen. De route voert ons door Enkhuizen. Ik ken Enkhuizen goed, maar het is altijd leuk om ergens terug te komen.
We beginnen met de Drommedaris. Waar heb ik deze cartouche nu weer gefotografeerd? Wie het weet mag het zeggen. Het stadhuis, waarlijk een imposant gebouw. De St. Pancras- of Zuiderkerk. De winkelstraat is gezellig druk, gelukkig word ik niet onder de voet gelopen. Het Oude Weeshuis. De Wester- of St. Gommaruskerk. Het centrum hebben we inmiddels achter ons gelaten, hier zicht op de Oude Gracht. Zo kun je natuurlijk ook de zaterdag doorbrengen en aan water is geen gebrek in Enkhuizen. Voor zover ik weet is dit nog steeds de oude Gracht. De Oude Gouwsboom. Nu zijn we Enkhuizen echt uit en als laatste pakken we een stukje stadswal mee. Na twee kilometertjes zijn we bij camping De Gouwe Stek (http://www.degouwestek.nl). Oeps, op 17 en 18 oktober gaan ze hier de boel op stelten zetten. Tegen kwart voor vijf staan we voor de receptie. Tjonge, de receptiemedewerkster vraagt €5,25 p/p. Volgens mij vergist ze zich, maar ik laat het maar zo. De douche is ook nog gratis, het kan niet op. De steen is warm en droog, dat is dus dik in orde. Ik zet snel de tent op, vanmorgen had ik hem weer aardig nat ingepakt. De zon staat er vol op en ook op mijn blote bast. OK, alleen mijn bovenlijf is ontbloot, dit is geen naturistencamping.
Sjef slaakt de kreet ‘KBHEBBDT’. Wat betekent dat nu weer, ik ken de uitdrukking niet. Nou: ‘Koud Bier Halen En Brengen Bij De Tent’. Zo kan hij wel weer.
Als ik de kaart mag geloven hebben we er tegen de 25 kilometer opzitten.
Na het gebruikelijk ‘avondprogramma’ kruip ik tegen achten in de slaapzak.