Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Griekenland (de E4 van Kastráki naar Karpenísi)
donderdag 14 juni t/m zaterdag 30 juni 2007
Donderdag 14 juni 2007
Utrecht – Düsseldorf – Thessaloniki
Vanavond vliegen, maar eerst treinen. Ik pak de trein van 09.20 uur, het is aan de vroege kant, maar ik ben toch al klaar. Het is zonnig, tegen de 20 graden. De trein is iets vertraagd, maar alla(h). Volgens de Metro wordt het vandaag maximaal 17 graden in Nederland en 27 graden in Griekenland. Beide waarden zijn volgens mij aan de krappe kant ingeschat. In Amersfoort is het bewolkt, in het westen zou het gaan regenen, dus de bewolking kan kloppen.
In Bilthoven zie ik de conducteur, mijn op internet bestelde ticket naar Düsseldorf klopt. Even na tienen ben ik in Utrecht, ruim op tijd. Ik ben trouwens knap zenuwachtig! Volgens de omroeper vertrekken er vandaag vele treinen van een ander perron. Ik kijk maar even op het grote bord en zie dat ik naar 12B moet. Zo te zien vertrekt de ICE altijd van 12B.Eerst maar koffie, op 12B zit een kiosk. Ik kijk even op het rijtuigindelingbord waar rijtuig 23 zich in de ICE bevindt. Prima, 23 zit vooraan, dus stel ik mij strategisch op, zoveel instaptijd heb ik nu ook weer niet.
Tegen elven komt de ICE 225 voorrijden, mooi op tijd en wat een prachtige trein. Precies voor mijn neus stopt rijtuig 23, ik had ook niet anders verwacht. Even zoeken naar plaats 61 aan het raam en ik zit. Ik zie op het perron een echtpaar met koffers het rijtuigindelingbord bestuderen. Daarna kijken ze naar de trein en daarna weer op het rijtuigindelingbord. Ik vrees dat dit verkeerd gaat aflopen. Plotseling pakken ze de koffers en benen weg naar de staart van de trein. Ai, deze mensen hadden beter direct kunnen instappen en dan door de trein naar het goede rijtuig lopen. Zo meteen rijdt de trein weg en inderdaad, we rijden! Hebben deze mensen de trein nog gehaald?
Intussen komt er een man naast mij zitten die meteen zijn laptop opent. Ik zie een werkblad vol namen en telefoonnummers. De man pakt zijn Blackberry en begint – in het Duits – te bellen. Het is een zakenman, begrijp ik. De trein is nauwelijks halfvol, dus ga ik een ander plekje zoeken. Eerst maar eens naar het toilet en daarna ga ik breeduit schuin tegenover mijn gereserveerde plaats zitten.
De koffie (€2,70) komt langs, dat komt goed uit, want ik heb nog wat ongeconsumeerde boterhammen bij me. Arnhem, daarna Oberhausen, Duisburg en dan Düsseldorf, het gaat volgens dienstregeling. Tien voor een sta ik op het Hauptbahnhof. Ik weet dat ik met een RE kan maar ook met een S. Het is allemaal wat ingewikkeld. Ik informeer maar even bij de I(nformatie). De jongedame vertelt mij uit het blote hoofd – na op haar horloge gekeken te hebben – dat ik naar Gleis 14 moet en dan de S7 van 13.25 uur moet nemen. Hulde! Een kwartiertje later sta ik op ‘DUS’, zo heet de Flughafen in Airport-taal. Ik zie dat ik naar balie 197 moet. Ik heb een ticket uitgeprint, maar aan mijn paspoort heeft de grondstewardess genoeg. Ik wijs op mijn rugzak met mijn daaraan vastgemaakte wandelstokken. Inderdaad, dit is speciale bagage en ik mag mijn rugzak 100 meter verderop inleveren. Eerst gaat de rugzak door de scan. Oeps, er zit een groot mes in mijn rugzak, maar de bedienaar kijkt nauwelijks naar de monitor. Zonder problemen gaat mijn rugzak op weg naar het vliegtuig, naar ik hoop. Nu moet ikzelf nog door de scan.
Daartoe loop ik naar gate B52. Tjonge, dit is nog best een heel groot vliegveld, maar wat me opvalt, het gaat er hier overal heel relaxt aan toe. Vlak voor de veiligheidscontrole staan een paar grote tafels die helemaal vol staan met flessen frisdrank. Sommige zijn leeg maar de meeste halfvol tot nagenoeg vol. Tja, dat krijg je met de nieuwe regels. Zelf heb ik ook nog een fles fris bij me. Gelukkig is er al heel wat uit en nu volgt de rest. Jammer van het statiegeld. Ik durf van deze toestand geen foto te maken, ik weet dat de veiligheidsjongens verderop daar zenuwachtig van worden. Ik loop naar de scan en doe mijn horloge, portemonnee, broekriem en nog zowat in het mandje. Mijn softshell gaat erbovenop idem mijn kleine rugzakje. Mijn wandelschoenen doe ik ook maar vast uit. Toch gaat het belletje. Zijn het de metalen knopen van mijn broek? Of toch de plaat en de schroeven in mijn enkel? In elk geval word ik vluchtig gefouilleerd. Volgens mij geloven ze zelf ook niet meer zo in een dreiging. Hier bij de gate zijn maar een paar winkels, maar ja, belastingvrij inkopen is er toch niet meer bij.
Buiten ziet het er niet best uit. Het regent pijpenstelen. Even later klaart het op. Is die blauwe 737 voor ons? Nee, na het boarden (20 minuten te laat) gaan we eerst een heel stuk met de bus en dan mogen we in deze gele 737 stappen. Het is een nagelnieuw toestel, dat zie je zo. De meeste mensen zijn al op z’n Grieks gekleed. Ik heb een plaatsje aan het gangpad. Daar heb ik om gevraagd bij het inchecken om mogelijke problemen te voorkomen, mochten de stoelen dicht opeen zijn geplaatst. Dat valt me erg mee, ik kan redelijk zitten. Nu heb ik spijt, want nu kan ik geen foto’s maken tijdens de start. Aan het raam zit namelijk al iemand. Ik vraag de stewardess of ik een ander plekje mag zoeken, het toestel is nog niet voor 75% vol. Dat mag, en ze is zelfs zo behulpzaam om mij een plekje te wijzen waarbij ik nog een stukje vleugel op de foto krijg. Er gaat zeker een half uur voorbij, ik vraag me af wat er aan de hand is.
Eindelijk gaat het toch gebeuren, we taxiën vlot weg. Er komt er nog één van rechts die eerst mag landen. Ik neem toch aan dat de piloot dat toestel ook gezien heeft. Nog even en dan gaat het volgas en binnen de kortste keren zijn we in de lucht. Toch elke keer weer spectaculair. De gezagvoerder legt uit dat het weer boven Frankfurt erg slecht is, vandaar dat we een uur gewacht hebben. Hm, dat wordt nog wat, zo meteen. ‘De vertraging zal uiteindelijk meevallen’, vertelt de gezagvoerder, ‘we hebben de wind mee’. Boven Frankfurt gaat het inderdaad aardig tekeer en nadat onze Boeing de nodige opdoffers heeft geïncasseerd, stijgen we ineens een paar duizend voet. Op de nieuwe hoogte is het een stuk rustiger, dat had onze gezagvoerder toch wel eerder kunnen bedenken.
Ik heb meteen bij het boeken van mijn ticket (op internet) een zogeheten ‘Take-it-hot’ besteld à €16,-. Het is inderdaad heet en het is van alles wat. Rijst met kip, een bordje zalm met knoflooksaus, broodjes met camembert, soesjes met chocoladesaus en een bonbon. De bijbehorende koffie heb ik al op, de wijn heb ik apart besteld. De combinatie van gerechten is misschien wat ongewoon, maar het smaakt me prima en daar gaat het om. Zo te zien heeft niemand zo’n lekkere maaltijd besteld (dat kan nog tot twee dagen voor vertrek) en men koopt massaal pinda’s en chips. Touch down om 20.15 uur in Thessaloniki, we zijn 35 minuten te laat, dat valt me erg mee. Let wel, die 20.15 uur is uiteraard Griekse tijd oftewel in Nederland is het nu 19.15 uur. Om 20.30 uur heb ik mijn rugzak, die ongeschonden van de band komt. Dat is supersnel! Op naar de bushalte. Het is lijn 78, weet ik, en die is recht voor de uitgang. Even later komt de bus voorrijden. Kaartjes niet meer bij de chauffeur, tegenwoordig hangt er een automaat, leve de vooruitgang. Een kaartje kost €0,60, maar ja, gepast kleingeld heb ik niet. Dan maar een euro erin. Ik betaal dus €0,40 teveel, maar ja, je moet iets overhebben voor de vooruitgang.
De bus zit goed vol, en we rijden in sneltreinvaart richting stad. Dit stukje is niet direct het mooiste gedeelte van Griekenland en na zo’n kwartiertje bereiken we de rand van de stad. De Grieken in de bus weten uiteraard precies waar ze moeten zijn en drukken tijdig op de ‘STOP’-knop. Ik wil uitstappen op het plein ‘Dimokratias’. Denk niet dat deze Griekse chauffeur iets omroept, zover gaat de service niet. Ik zie de ‘Witte Toren’, ik moet nog een stuk verder. Intussen is het donker geworden, dat maakt het er niet simpeler op. Ik vraag het maar even aan de mensen om mij heen, gelukkig spreken ze Engels. Ik krijg een tip, we zijn er bijna. Ik druk op de ‘STOP’-knop en stap de bus uit. Eigenlijk zie ik geen plein, ik pak mijn plattegrond er maar even bij. Het klopt toch, Dimokratias is eigenlijk geen plein, maar een locatie waar een stuk of zes straten elkaar kruisen. Ik moet iets terug, zie ik, en al snel vind ik mijn hotel, waar ik tegen tienen aankom. Er is nog een kamer vrij, maar daar had ik wel een beetje op gerekend.
Ik vraag of ik om 06.00 uur telefonisch gewekt kan worden. Naar de kamer en eerst onder de douche. Ik zet mijn mobiel op Griekse tijd, zet de wekfunctie op 06.00 uur, bel nog even naar huis en lig om half elf in bed.