Maandag 16 juni 2014
Gréolières – Grasse
Ik sta om kwart over zeven op en begin vast in te pakken. Het is bewolkt, maar wel zie ik blauwe plekken aan het zwerk. Om acht uur kunnen we ontbijten. Nou, dat is voor Franse begrippen zeer uitgebreid. Er is zelfs yoghurt en cornflakes. Menno rekent af, voor mij bedraagt de ‘schade’ €52,50. Dat valt me heel erg mee gezien de uitstekende maaltijd en de relatieve luxe hier.
OK, vandaag hebben we een lange etappe voor de boeg. Eerst naar het dorpje Cipières, dan over het Plateau de Calern en dan over het Plateau de Caussols. Uiteindelijk komen we dan uit in de stad Grasse waar de GR4 eindigt (danwel begint). Daarna stappen we (morgen) in Grasse over op de GR51. Zo te zien in de Topo gids moeten we vandaag zeker 1200 meter stijgen.
We nemen afscheid en om tien over negen gaan we op weg. De uitbater wijst ons nog een graspad waardoor we meteen in het centrum uitkomen. Nou, daar valt nog niet veel te beleven en we pakken (na enig zoeken) de GR4 op. Oeps, dat had ik op de kaart niet zo goed gezien, het is maar een klein stukje naar Cipières, maar we moeten wel een heel stuk omlaag en dan weer omhoog. Kijk, we zitten op de GR4, maar dit zijn van die optimistische bordjes voor wat betreft de tijdsaanduiding. De route loopt voornamelijk door bos, een beetje benauwd warm is het wel. We moeten nog een stukje dalen, maar daarboven ligt Cipières. Om tien voor tien steken we de brug boven het riviertje over. Verderop ligt de verkeersbrug. Over de asfaltweg is geen optie, die slingert met een enorme omweg naar Cipières. We zijn 280 meter gedaald. Door het bos stijgend over een glad keienpad was het ronduit slopend, maar nu zijn we bijna in Cipières. Het is achteromkijkend bijna niet te zien, maar net boven de bosrand ligt Gréolières. Tegen half elf lopen we Cipières in. We zijn vanaf het riviertje bijna 200 meter gestegen en hebben er een uur en een kwartier over gedaan. Nou, het valt me nog mee. Een restaurant en hij is nog open ook! Zo te zien is de cafébaas een liefhebber van zwart-wit films. Ik bestel een espresso en een cola (voor de dorst) en reken €4,30 af. Om elf uur stappen we op, nou het dorpje ligt er toch vredig bij. We lopen het dorp uit over een redelijk vlakke jeeptrail, stijgen doen we straks pas. In de verte ligt het Plateau de Calern. Hoewel, hier begint het al, gelukkig is het niet zo steil. We zijn nu ruim tien minuten aan het stijgen. Achter ons, nauwelijks zichtbaar, ligt Cipières. Daarachter het ‘gat’ wat we doorkruist hebben. Het is toch wel een desolaat landschap, het is dat de brem in bloei staat. Liepen er hier ooit grote kuddes schapen rond? Ik meen me dat te herinneren. Het is 20 graden in de plus en er staat (gelukkig) een fris windje. Menno heeft er zijn gemak van genomen. Even pauze! We zijn alweer dik anderhalf uur aan het ‘stekkeren’, waarbij we geleidelijk stegen tot 1200 meter hoogte. Na een half uurtje stappen we weer op. Nog steeds geen schaap of geit te zien. Daar doen ze zeker niet meer aan. Op het Plateau loopt een zigzaggende jeeptrail. Hier pakken we een stukje mee. Zo te zien gaan we dalen. in de verte staat een huis. Zouden daar (nog) mensen wonen? Een handwijzer. In de tekst in de Topo gids worden ze genoemd, maar op de kaartjes staan ze niet. Tenminste, ik kan ze niet ontdekken. Links staat een observatorium van CERGA. Ze zullen nu wel slapen, maar ’s nachts naar de sterrenhemel zitten te koekeloeren. We lopen er op ruime afstand langs. Moeten we daar linksaf? Het zou zo maar kunnen. Regelmatig check ik mijn GPS, je zou hier maar verdwalen! In de Topo gids staat dat er hier natuurlijke waterputten zijn. Meestal staan ze droog, maar sowieso zou ik het eventuele water niet graag drinken. In de verte ligt een dorpje. Is dat Caussols? Eigenlijk zijn het wat verspreid staande huizen. Het ziet er ‘groen’ uit, nog een uurtje en we hebben het Plateau de Calern achter ons liggen. Dit geitenpad voert ons langs een steilte. Even goed uitkijken is het devies. Om drie uur lopen we het dorpje in. Zo te lezen (Ouvert) is de Auberge de Caussols open. De Auberge ziet er zeker niet verkeerd uit. Ik bestel koffie en Tarte Tatin. Ik vergeet gewoon een foto te maken van het lekkers.
Na zo’n half uurtje stappen we op, we moeten het Plateau de Caussols nog over. Het wordt een latertje vandaag.
We lopen het dorpje uit en na een paar honderd meter asfalt slaan we rechtsaf. Caussols ligt achter ons, op naar de Col du Clapier en Grasse. Uiteraard gaan we eerst een stuk stijgen over een geitenpad, zeker 200 meter. Daarna dalen we over een jeeptrail naar 1026 meter hoogte. Het is 13 graden in de plus, bepaald fris. De jeeptrail gaat over in een keienpad. Ze hebben de keien netjes neergelegd. Ik denk dat deze ‘weg’ vele eeuwen oud is. Het Plateau de Caussols. Zeker ook een desolate omgeving. Ze hebben in het verleden zeker hun best gedaan op dit keienpad. Een handwijzer. We staan hier op de Col du Clapier op 1257 meter hoogte. Richting Caussols worden we gewaarschuwd voor een ‘Berger Mechant’. Daar komen we net vandaan, maar een ‘Berger Mechant’ heb ik niet gezien. Op naar Grasse, het is al half vijf! Waarachtig, hier staan/liggen een handvol schapen. Ze zijn er dus nog wel! Rechts ligt een grasvlakte. ‘Ferme Goby’ staat op het kaartje in de Topo gids. Een boerderij zie ik trouwens niet. Het landschap blijft bizar, maar daar is het een plateau voor. Geleidelijk dalen we. Handwijzers staan er genoeg, jammer dat de hoogte er niet opstaat. En terugvinden op de kaart (of GPS) is er al helemaal niet bij. We moeten inderdaad naar La Marbrière, maar hoever is dat nog? Ooit heeft men hier de moeite genomen om grote keien netjes op een rij te leggen en kleine keitjes daartussen te draperen. We bevinden ons hier op 991 meter hoogte. Daar ligt Grasse, we moeten zeker nog duizend meter dalen en het is al kwart over zes. In de verte ligt de Middellandse Zee, mooi is het hier wel. Intussen zijn we twintig minuutjes verder en weer een stuk lager. Nu schiet het toch lekker op. Zou het hotel aan ‘onze’ kant van Grasse liggen? Anders moeten we nog een heel stuk stad door. ‘Grasse’, nu nog een eindje over asfalt en kijken of we hotel ‘Le Patti’ kunnen vinden. Ook dat nog, de batterijen in mijn GPS zijn leeg. Snel verse erin, want hotel Le Patti staat in mijn GPS. Toch moeten we nog even zoeken, maar daar staat het! We bevinden ons hier op 331 meter hoogte, die duizend meter dalen klopte dus wel. In totaal hebben we vandaag 1555 meter gedaald en 993 meter gestegen. Het is kwart voor acht, ik heb het helemaal gehad voor vandaag. Mijn tenen doen zeer van het dalen. De GR4 zit er voor ons op. Morgen verder met de GR51, sowieso is het allebei de E7.
We krijgen een kamer. Menno begint met koffie, ik breng vast mijn rugzak naar de kamer. We eten in het restaurant van het hotel, vandaag doe ik geen stap meer. Ik start met een salade begeleid met een pichet de vin rouge. Prima! Daarna komt het bestelde visgerecht door. Het is ‘Colin’, zo te proeven een kabeljauw-soort. Er zijn aardappelschijfjes bij, ook dit gerecht smaakt prima. We sluiten af met Panacotta. Tegen half tien zoek ik de kamer op.