Zondag 15 juni 2014
Aiglun – Gréolières
Om half acht staan we op en om acht uur zitten we aan het ontbijt. Die drie Engelse heren die gisteravond ook in de eetzaal zaten zijn al vertrokken. Het is bewolkt, maar wel droog. Gelukkig is het niet zo drukkend warm als gisteren, het is nu 20 graden in de plus. Menno rekent af en ik ben hem €156,- schuldig. De kamer kostte €35,- pppn en daar komt tweemaal een warme maaltijd bij, een warme lunch en verder de wijntjes en de espresso’s. Tja, Zuid-Frankrijk is niet goedkoop, maar dat wist ik wel.
Om tien over negen gaan we van start. Hm, 150 meter naar beneden ligt de rivier met de brug. Zoals bekend lopen we naar Gréolières. Om half tien steken we de rivier over. Tja, naar beneden loopt sneller dan naar boven. We lopen even langs de rivier, maar dan gaan we stijgen. Ook hier heeft weer een dankbare wandelaar een kapelletje gebouwd. Door het bos en over een keiig pad stijgen we verder. Het is precies tien uur, ligt daar Aiglun? Dat moet wel, verder zijn er hier geen dorpen. We houden even pauze, pittig lopen hier, we zijn al 260 meter gestegen. Het uitzicht is zonder meer fraai en de zon komt een ietsje door. Kijk, op zo’n pad kun je niet verdwalen. Al vele eeuwen is deze streek bewoond. Hier hebben ze echt hun best gedaan. Door het bos is er lang niet overal uitzicht, maar hier wel. Eindelijk staat de hoogte aangegeven. Hm, we hebben er dus zo’n 400 hoogtemeters opzitten. Op het moment dat zo’n steenlawine omlaag komt is het gezonder om hier niet te lopen. We komen een Franse jongedame tegen. Zij loopt in haar eentje, ik vind dat toch wat ‘link’. Je zult uitglijden en je enkel verzwikken.
Om twaalf uur lunchen we. Ik heb yoghurt bij me en brood. Ook heb ik vanmorgen een literfles jus gekocht. We zitten hier op 1068 meter hoogte.
OK, verder maar weer. Nog steeds gaat het omhoog en soms is het zo steil dat we gebruikmaken van ‘stapstenen’. Het uitzicht is fenomenaal, maar het betrekt iets. Om twee uur zijn we op de top. Mijn hoogtemeter geeft 1436 meter aan, maar op het kaartje in de Topo gids staat 1516 meter. Er staat hier een handwijzer. Eerst krijgen we de wintersportplaats Gréolières-les-Neiges en daarna Gréolières. Hier pauzeren we even. Eindelijk dalen, het werd wel tijd! Om twintig over twee bereiken we Gréolières-les-Neiges. Uiteraard zijn de ski-hotels dicht, maar ook het restaurantje is gesloten. Er staan wel een paar party-tenten, zo te horen is er een oriënteringswedstrijd aan de gang. Sowieso is het hier koud (13 graden in de plus), er staat een koude wind en het dreigt naar regen. Ik doe alvast mijn regenjack aan.
‘Notre Dame des Neiges’ staat op het monument/kapelletje. Tja, wat moet ik hier nu van denken. Het begint nu echt te regenen. Vanaf hier loopt de GR4 pal zuidwaarts naar Gréolières. Door de bergen uiteraard. Daar is het nu glad en Menno vindt het te gevaarlijk om de GR4 te nemen. Van hier kunnen we ook over de asfaltweg naar Gréolières. Dat is wel een stuk om, maar wel veilig.
Door de regen blijft er van het uitzicht niet veel over. Daar lopen we dan, gewoon kilometers maken. Zouden we nog een lift kunnen krijgen? Inmiddels is het zo goed als droog. Dit is een beoogd hotel/restaurant met de naam: ‘Le Grand Rocher’. Het ziet er gesloten uit en dat is het ook. Er hangt een ketting voor de oprijlaan. Zou het alleen ’s winters functioneren? Voor zover we weten is het hotel het hele jaar open, behoudens vakantie en vrije dagen van de uitbaters. Waar zijn de Bisons? Of desnoods de schapen? Nou handig, we zitten op de D2 op hoogte 1125 meter en het is nog 6 kilometer naar Gréolières. Dat is te overzien. Het is kwart voor vijf, dus extreem laat wordt het niet. Ik moet wel een beetje oog houden voor het natuurschoon, daarvoor ben ik tenslotte hier. Het daalt gedurig, maar we zaten natuurlijk tamelijk hoog. Het klaart iets op, dan is het natuurschoon toch wel erg mooi. We lopen door een aantal tunnels, nou ja. Volgens mij ligt daar Gréolières en op de volgende foto ligt het alweer iets dichterbij. Staat het hotel in het centrum? Zullen we proberen om hier een stuk af te snijden? Nee, het is gewoon weg volgen. Er staat een bord (http://www.villa-regain.fr). Kijk, daar is het! Het is even na zessen, ik heb het wel gehad voor vandaag. Menno belt aan. Zouden ze op ons gerekend hebben? Inderdaad, Menno had tenslotte gereserveerd. We worden hartelijk ontvangen en krijgen meteen koffie. Nou, daar ben ik wel aan toe na 1061 meter stijgen en 650 meter dalen. En dan ook nog veel over asfalt. Het netwerk is heel redelijk hier, dus stuur ik meteen een sms’je naar Orchideetje. Er is hier zowaar een soort van ‘lounge’. Eerst maar onder de douche, om zeven uur worden we aan tafel verwacht. Tjonge, het ziet er hier prima uit.
Even uitleggen, hier hanteren ze (vrijblijvend) het ‘table d’hôtes’ systeem. De gasten schuiven bij de ‘patron’ aan tafel aan. De patron heeft het menu samengesteld, dus bestellen van de kaart is er niet bij. Er zijn nog vier Fransen (uit Toulouse) aangeschoven en de patron licht het menu toe. Het bestek heeft u al herkend, het is van de beroemde firma Laguiole (http://www.knivesandtools.nl/nl/ct/laguiole-messen.htm). Inderdaad, ze zijn stevig aan de prijs, maar dan heb je ook wat. De bekende culinair recensent Johannes van Dam (helaas overleden) ging niet uit eten zonder zijn eigen Laguiole mes. We beginnen met een schaaltje olijven. Voor velen een delicatesse, maar aan mij is het niet zo besteed. Mijn ouders hebben daar tijdens de opvoeding toch te weinig aandacht aan besteed, en nu zit ik ermee. Ik probeer er een paar en geef de rest weg.
Het hoofdgerecht is eend met een aardappelpannenkoek, worteltjes en brood. Dan komt een stuk (lokaal gefabriceerde) geitenkaas. Ik was iets te snel, er horen nog kersen bij. Verder wordt er een eigengemaakte likeur bij geschonken. Sowieso rosé en rode wijn zoveel als je lust. Nou, dat alles gaat er wel in. Kijk, dit is de likeur met op het etiket een jeugdfoto van onze uitbaters. Als toetje een stuk Mirabelle (pruimen) taart. Het kan gewoon niet op! Als allerlaatste koffie of thee, maar dat sla ik af. Zonder meer voortreffelijk gegeten. Zo zie je maar weer dat eten in Frankrijk een echt sociaal gebeuren is. Helaas, ik versta er niets van. Het gekletter van het bestek, de verschillende gesprekken die gevoerd worden, het geroezemoes, enz., mijn gehoorapparaat kan daar geen chocola van maken. Het is niet anders.
Tegen tienen zoek ik mijn (tweepersoons) bed op, dat ik voor mij alleen heb.