Woensdag 18 oktober
Excursie Westoever en Vallei der Koningen
Om 06.15 uur gaat de wekker. We hadden hem niet hoeven zetten, de oproep tot het Islamitisch gebed klinkt luid en duidelijk door in de kamer. Ik heb de Koran gelezen en ook maar meteen het gebed uit mijn hoofd geleerd.
Allahoe Akbar
Ashhadoe an laa ilaha illallaah
Ashhadoe anna Mohammadan rasoeloellah
Hayya ‘alassalaah
Hayya ‘alalfalaah
Allahoe Akbar
Laa ilaha illallaah
Om halfzeven genieten we het ontbijt. Er staat veel op het buffet, maar dat hoef ik allemaal niet. Er zijn gekookte eieren (groen), er zijn geen scrambled eggs en al helemaal geen gebakken spek. Tja, Islamitisch land, dus we eten kosjer (sic).Ik loop naar de receptie en meld dat de douche én het toilet nauwelijks functioneren.
Is een andere kamer een idee? En misschien hebben we daar dan wél Wifi. Ok, dat idee nemen ze over, vanmiddag krijgen we een andere kamer.
Het verzamelen in de receptie wordt iets later dan 07.00 uur, de groep is gisteren nog wezen dineren en het is laat geworden.
Ons hotel ligt aan de Nijl, aan de overkant gaan ze met de luchtballon, wij wachten op de bus.Ai, geen bus, we gaan met de boot. Het programma van vandaag is mij ook niet bekend. Ik weet niet wanneer Hassan dat heeft verteld, mogelijk tijdens het diner.
De reisbeschrijving van Djoser is zeker van een oude reis, want hij klopt al een paar dagen niet.Aan de overkant van de Nijl wacht een busje en daarmee rijden we naar het ticket office. Hassan heeft tickets geregeld à EGP400,- p/p voor de Valley of the Kings. Als je de Tombe van Tutankamun wilt bezoeken moet je zelf nog een ticket aanschaffen à EGP360,- p/p. Volgens Hassan valt er weinig tot niets te zien, dus dat laten we maar aan ons voorbijgaan. We bezoeken sowieso al een aantal andere tombes.
Mooi, weer is er een busje.Eerst weer enige algemene informatie.
Vlak bij het huidige Luxor in Egypte ligt de Vallei der Koningen, een dal met daarin de graftombes van de oud-Egyptische farao’s. In deze ‘poort naar het hiernamaals’ liggen vrijwel alle farao’s uit het Nieuwe Rijk (ongeveer 1550-1070 voor onze jaartelling) begraven in tientallen graftombes, waarvan er al 63 zijn ontdekt door archeologen. De tombes bieden enorm veel informatie over de manier waarop de oude Egyptenaren naar de dood keken en hoe ze zich daarop voorbereidden.
Farao’s uit het Oude Rijk (ongeveer 2639-2216 voor onze jaartelling) kozen ervoor om zich te laten begraven in de piramides van Gizeh en de Nijldelta. De farao’s van het Nieuwe Rijk kozen voor een andere locatie: een vallei vlak bij het oude Thebe, de hoofdstad van het oude Egypte.
De eerste farao’s die zich er lieten begraven waren Amenhotep I (regeerde van 1525-1504 voor onze jaartelling) en Thoetmosis I (regeerde van 1504-1492 voor onze jaartelling).
De vallei had verschillende piramidevormige heuvels, een vorm die erg belangrijk was voor de oude Egyptenaren. In de oud-Egyptische cultuur stond deze vorm namelijk symbool voor hergeboorte en dus het eeuwige leven. Het bestaan van een natuurlijke piramide werd daarom gezien als iets heiligs. Bovendien waren er ook al in de oudheid grafrovers actief, die in de loop der eeuwen een aantal van de grootste piramides uit het Oude Rijk hadden leeggeroofd. In plaats van reusachtige piramides, kozen de heersers uit het Nieuwe Rijk daarom voor onopvallende tombes in een afgelegen stuk woestijn in de hoop dat deze onvindbaar zouden blijven.
De tombes waren van buiten misschien wel zo onopvallend mogelijk, van binnen werden ze uitvoerig gedecoreerd. Op de muur zijn vaak tekeningen te vinden die gebeurtenissen uit het leven van de heerser in kwestie afbeelden. Ook werden schatten, wapens, kleding en voedsel achtergelaten in de tombes.
Dit zouden de overledenen goed kunnen gebruiken in hun volgende leven.
In de Egyptische religie bestond namelijk de overtuiging dat delen van iemands ziel naar het Koninkrijk der Doden zou reizen. Aan het einde van het Nieuwe Rijk (ongeveer 1070 voor onze jaartelling) volgde een lange periode van economisch en politiek verval.
De vallei werd in deze periode ook herhaaldelijk geplunderd, en veel schatten werden verwijderd uit angst voor grafrovers. Ook werden veel mummies herbegraven om ze te beschermen. De laatste Egyptische farao’s lieten zich dan ook niet meer in de vallei begraven.
De Vallei der Koningen was al een toeristische trekpleister voordat deze werd onderworpen aan archeologische opgravingen. Vooral in de Romeinse tijd werd de plek veel bezocht door geïnteresseerden. Veel tombes bevatten graffiti van bezoekers uit de oudheid; onderzoekers ontdekten maar liefst 2.100 Griekse en Latijnse tekeningen, waarvan de vroegste afkomstig is uit 278 voor onze jaartelling. Veruit de meeste van dit soort tekeningen werden ontdekt in de tombe van Ramses VI (regeerde eind 12e eeuw voor onze jaartelling).
Vanaf het einde van de achttiende eeuw werden er systematisch archeologische opgravingen gedaan in de Vallei der Koningen, samenlopend met de opkomst van de moderne archeologie in deze periode. Meerdere keren werd verklaard dat alle tombes waren blootgelegd, maar ook recent werden nog voorheen onbekende tombes ontdekt: voor het laatst in 2005.
De ingangen van de tombes in de Vallei der Koningen zijn in het algemeen goed verborgen. Het is dus goed mogelijk dat dit dal nog andere, onontdekte tombes bevat. Eén begraafplaats die veel archeologen graag willen vinden, is die van Ramses VIII (regeerde van ongeveer 1136 tot 1131 voor onze jaartelling). Hij is een van de geheimzinnigste heersers van het oude Egypte, en er is heel weinig bekend over zijn leven en heerschappij. Zijn graftombe zou wetenschappers hier wellicht veel informatie over kunnen geven. Veel bronnen lijken erop te wijzen dat zijn tombe ook in de Vallei der Koningen zou liggen. Misschien is deze wel zo goed verborgen dat zelfs rovers hem nog niet hebben kunnen vinden, wat archeologen enorm veel zou kunnen vertellen over de gebruiken en cultuur van de oude Egyptenaren.
Elke zes jaar gaan tien andere graftombes open voor publiek. Er is dus sprake van een soort roulatiesysteem om de oude graven niet te veel te belasten. Alle te bezichtigen graftombes liggen in het westelijke deel van de vallei. Het oostelijke deel is alleen toegankelijk voor wetenschappers.
Enkele informatieve panelen.Mooi, om acht uur starten we met de KV2 de tombe van Ramses IV. Eerst informatie over deze farao.
Ramses IV was de derde vorst van de 20e dynastie volgens de Koningslijst.
Ramses IV werd geboren als tweede zoon van Ramses III en Iset. Vorsten hadden vaak meerdere vrouwen en zijn vader had ook meerdere kinderen met zijn bijvrouw Teje.
Omdat zijn oudere stiefbroers allemaal al overleden waren, werd hij in het 22e regeringsjaar van zijn vader benoemd tot kroonprins. In deze periode in aanloop naar het koningschap is relatief veel over hem bekend. We zien hem in reliëfs in de tempels van zijn vader in Karnak en Medinet Haboe. Hij kreeg als kroonprins ook zijn eigen tombe in de vallei der koninginnen (KV 53).
Vermoedelijk was Ramses IV al in zijn veertiger jaren toen hij de troon besteeg, nadat zijn vader tijdens een complot was vermoord. Hij zorgde ervoor dat de samenzweerders werden berecht. Het verslag van dit proces is teruggevonden en bevindt zich heden ten dage onder de naam ‘juridische papyrus Turijn’ in het Museo Egizio in Turijn. Sinds oktober 2019 is er een digitale versie beschikbaar op de website van het museum.
Hoewel er van zijn vrouw geen inscripties bekend zijn, wordt op basis van de titels in haar graf KV 74 aangenomen dat het Tentopet was. In de Chonsoe Tempel in Karnak wordt ze afgebeeld als dochter van Ramses III, dus zij was waarschijnlijk een halfzus of zus van Ramses IV. In elk geval was ze de moeder van zijn zoon en opvolger Ramses V.
Na zijn troonsbestijging erfde hij de problemen van zijn vader. Er waren nog steeds problemen met de graanleveringen aan de arbeiders in Deir-El-Medina, de Libiërs zorgde voor onrust in de Delta, de schatkist was leeg ten gevolge van de afgenomen handel met Syrië-Palestina en er was waarschijnlijk minimaal één conflict met de zeevolkeren waar zijn vader ook al tegen vocht.
Samen met zijn korte regeerperiode van zes jaar zorgde dit ervoor dat een aantal grote bouwprojecten die hij startte op de Thebaanse westoever niet zijn afgerond. Dat is in elk geval de colonnade-tempel vlakbij de daltempel van Hatsjepsoet, de Assasif-tempel en een tempel iets ten noorden van Medinet-Haboe. Van al deze tempels is niet veel meer over. De Wilbour Papyrus in het Brooklyn Museum in New York noemt ook nog tempels in de Fayoem, nabij de stad Minya en mogelijk ook Heliopolis.
Het kan zijn dat Ramses IV al enige tijd ziek was en zijn einde voelde naderen.
Hij verdubbelde op enig moment het aantal arbeiders in Deir-el-Medina en zijn tombe KV2 is relatief klein. Die tombe bevindt zich zo’n 100 meter noordelijk van die van Ramses II in het Dal der Koningen.
Een papyrus met een gedetailleerde plattegrond van zijn tombe bevindt zich in het Museo Egizio in Turijn. De opsteller van de papyrus tekende vier rechthoeken om de sarcofaag die Het Gouden Huis werden genoemd. De betekenis ervan werd pas duidelijk toen in 1923 de grafkamer van Toetanchamon werd geopend. Om zijn sarcofaag zaten vier met goud beklede houten altaren.
De mummie van Ramses IV werd in 1898 gevonden in de tombe van Amenhotep II in het Dal der Koningen. De mummie is die van een bijna geheel kaalhoofdige man van 1.60 meter.
De mummie van Ramses IV bevond zich eerst in het Egyptisch museum van Caïro. Vanwege toenemend ruimtegebrek werd besloten om tweeëntwintig mummies van vorsten uit het Nieuwe Rijk te verplaatsen naar het nieuwe Grand Egyptian Museum en het nieuwe nationale museum van Egyptische beschaving. In de vooravond van 3 april 2019 trok een gouden parade met de mummies van achttien koningen en vier koninginnen naar dat laatste museum. Naast Ramses IV werden ook de mummies van onder andere Hatsjepsoet, Thoetmoses I t/m IV, Amenhotep I t/m III, Ramses II en III en zijn opvolgers Ramses V, VI en IX verplaatst.
Sinds 18 april 2019 is de mummie van Ramses IV daar te bezichtigen.
Ik laat de foto’s voor zichzelf spreken.We verplaatsen ons naar de volgende tombe.Dat is de KV14 Tausert/Setnakht. Zo te lezen is Tausert de vrouw van farao Seti I en is de tombe overgenomen door Setnakht.Setnakht is de eerste farao uit de 20e dynastie van Egypte (Nieuwe Rijk) en hij regeerde ongeveer 1198 – 1194 voor onze jaartelling. Hij volgde Tawosret van de 19e dynastie op en werd opgevolgd door zijn zoon Ramses III. De afkomst van Setnakht is onzeker.
Zijn naar de god Seth verwijzende naam doet een familieband met de voorgaande 19e dynastie vermoeden (die familie staat bekend om haar devotie voor Seth en twee farao’s van uit de 19e dynastie, Seti I en Seti II, zijn naar hem vernoemd wat verder zeer ongebruikelijk was). Er zijn echter geen directe aanwijzingen voor. Waarschijnlijk was Setnakht een zoon of kleinzoon van een van de vele zoons van Ramses II. Met deze koninklijke afkomst zou hij dan ook zijn aanspraken op de troon hebben kunnen onderbouwen. Een andere aanwijzing voor een familieband met de 19e dynastie is de in de 20e dynastie veelvuldig voorkomende naam Ramses, hetzij bij de geboorte gekregen, hetzij bij de troonsbestijging aangenomen. Vanaf Ramses III heten alle farao’s uit deze familie Ramses (tot en met Ramses XI, met wie de 20e dynastie tot een einde komt).
Ik laat de foto’s weer voor zichzelf spreken.De volgende tombe is de KV47 Siptah.Eerst enige algemene informatie.
Farao Siptah was de zevende vorst van de 19e dynastie volgens de Koningslijst. Na het overlijden van Sethy II volgde hij hem op. Het is echter niet geheel duidelijk of hij een zoon was van Sethy II. Het lijkt erop te wijzen dat hij een zoon was van farao Amenmesse.
Op een beeld in het ‘Staatliches Museum Ägyptischer Kunst’ in München zit Siptah volgens de inscriptie op de schoot van een koning. Uit de tekst op het beeld blijkt dat het hier om zijn vader gaat. De beeltenis van de farao is echter moedwillig beschadigd.
Uit de context van de geschiedenis aan het einde van de 19e dynastie valt op te maken dat het hier vrijwel zeker gaat om farao Amenmesse. Na zijn dood zijn al zijn beeltenissen doelbewust beschadigd of geüsurpeerd.
Wie de moeder was van Siptah is onbekend. Op een beeld van Amenmesse en zijn echtgenote, dat in de tempel van Karnak staat, is haar cartouche beschadigd.
Lang heeft men gedacht dat haar naam Tiaa was vanwege materiaal met deze naam dat is aangetroffen in het graf van Siptah, KV47. Uit onderzoek is echter gebleken dat dit materiaal afkomstig moet zijn uit het naastgelegen graf KV32 van Tiaa, de moeder van Thoetmoses IV.
Bij zijn troonsbestijging is Siptah nog te jong om zelf te regeren. Daarom treedt Tawosret, weduwe van Sethy II op als zijn regentes. Ook een vizier genaamd Bay bekleedde een belangrijke rol tijdens dit regentschap. Uit inscripties blijkt dat hij net zo machtig was als Tawosret. In het begin van zijn regeerperiode draagt hij de naam ‘Ramses-Siptah’.
Na zijn 3e regeringsjaar verandert hij zijn naam in ‘Merenptah-Siptah’. In het 5e regeringsjaar verandert Tawosret alle titels van Siptah en geeft zichzelf alle koninklijke titels om vervolgens zelfstandig te gaan regeren.
Er zijn slechts weinig monumenten bekend van Siptah. Behalve zijn graf, KV47, zijn alleen de restanten van zijn kleine dodentempel op de westoever bij Thebe gevonden.
Deze is gelegen tussen de eerste dodentempel van Thoetmoses III en het Ramesseum.
Siptah is waarschijnlijk niet ouder geworden dan twintig jaar en is voor zover bekend nooit gehuwd geweest. Hij stierf tijdens zijn 6e regeringsjaar. In 1898 is zijn mummie door Victor Loret (1859 – 1946) teruggevonden in het graf van Amenhotep II (KV35). Daar lagen in een cachette meerdere mummies van farao’s uit de 19e dynastie. De mummie van Siptah vertoont tekenen van een klompvoet.
Ik laat de foto’s weer voor zichzelf spreken.De KV62 Tutankhamen (de naam kan verschillend gespeld worden) hebben wij niet bezocht.Een aantal groepsleden wel en ik meen dat zij toch wel enthousiast waren.
Toch enige informatie.
De vondst die de Vallei der Koningen met name op de kaart heeft gezet is die van de tombe van Toetanchamon (regeerde van ongeveer 1332 tot 1323 voor onze jaartelling).
De Amerikaanse zakenman Theodore Davis had begin twintigste eeuw (tussen 1905 en 1914) van de Egyptische regering de rechten gekocht om in de Vallei der Koningen archeologische opgravingen te verrichten. Hij bracht tien tombes aan het licht maar concludeerde op het einde van zijn zoektocht dat ‘de Vallei der Tombes uitgeput is’.
Toch waagde de Britse archeoloog Howard Carter nog een poging, en in november 1922 ontdekte hij de tombe van Toetanchamon.
De reden dat juist deze tombe wereldberoemd is, komt omdat het de enige tombe in de Vallei der Koningen is die nog vrijwel volledig intact was. In de tombe werden 5.398 artefacten gevonden, waaronder een massief gouden doodskist, tronen en het iconische gouden gezichtsmasker. Toch is de tombe vergeleken met andere grafkamers in de vallei relatief bescheiden: hij is vrij klein, en de muren bevatten amper illustraties en teksten. Waarschijnlijk komt dit omdat Toetanchamon vrij jong was toen hij de troon besteeg (slechts negen jaar) en na tien jaar al stierf, wat de kunstenaars maar weinig tijd gaf om een overdadige graftombe te maken. Dit leverde dan ook de nodige speculatie op over de rijkdommen die de leeggeroofde tombes van grote Oudegyptische heersers moeten hebben bevat. Velen noemen het dan ook ironisch dat de relatief onbekende farao Toetanchamon nu wereldberoemd is geworden.
Het is inmiddels halfelf en al behoorlijk warm aan het worden. We scoren nog een cola, daar was ik wel aan toe. Er is hier niet eens een toilet! Via de onvermijdelijke kramen lopen wij naar het busje.Daarmee rijden wij naar de hier vlakbij gelegen Tempel van Hatsjepsoet. Hassan heeft al tickets geregeld à EGP240,- p/p. Het loopt inmiddels tegen elven.Om te beginnen enige algemene informatie.
Farao Hatsjepsoet was de vijfde vorst van de 18e dynastie volgens de Koningslijst. Ze was de dochter van Thoetmoses I en koningin Ahmes B. Zij trad in het huwelijk met haar halfbroer Thoetmoses II. Uit hun huwelijk werd een dochter, Neferoera, geboren. Thoetmoses II stierf op jonge leeftijd. Zijn troonopvolger Thoetmoses III, een zoon bij een bijvrouw Isis, was nog te jong om zelfstandig over Egypte te heersen. Daarom werd Hatsjepsoet als regentes voor hem aangesteld.
Ervan overtuigd dat het de wil van haar overleden vader en de goden was, zette ze haar regentschap om in een co-regentschap met Thoetmoses III. Kort voor het 7e regeringsjaar van Thoetmoses III liet ze zich bovendien tot farao uitroepen. Hatsjepsoet ging hiermee tegen de tradities in, maar er was geen sprake van echt overnemen van het koningschap van Thoetmoses III.
Belangrijke gebeurtenissen tijdens haar regering liet zij dateren naar zijn regeringsjaren.
En Thoetmoses III werd op monumenten als gelijke van Hatsjepsoet afgebeeld. Al werd wel duidelijk gemaakt dat zij de belangrijkste van de twee was, door haar altijd als eerste af te beelden. Ook was de jonge koning aanwezig bij officiële en ceremoniële gebeurtenissen.
Dat Hatsjepsoet als farao kon optreden, had zij grotendeels te danken aan de steun van de machtige priesters van Amon-Ra. Zij gaven haar bewind goddelijke steun.
Een andere belangrijke bondgenoot was Senenmoet. Hij was de opvoeder van haar dochter Neferoera, architect van haar dodentempelcomplex te Deir el-Bahri en een van haar belangrijkste adviseurs.
Er wordt gesuggereerd dat Hatsjepsoet en Senenmoet geliefden waren, maar doorslaggevend bewijs hiervoor is nooit gevonden. Tijdens haar regeerperiode heeft Hatsjepsoet de handelsbetrekkingen met de omringende landen verbeterd.
De beroemdste handelsmissie die zij heeft georganiseerd, was een expeditie naar Poent. Deze expeditie, die op de muren van haar dodentempel in Deir el-Bahri is afgebeeld, moest verschillende goederen uit Poent halen. Wierook, mirre, goud, ebbenhout en ivoor werden naar Egypte gebracht. Ook werden dertig bomen met wortels en al naar Egypte vervoerd. Deze zijn rondom haar dodentempel te Deir el-Bahri herplant.
Hatsjepsoet liet in de tempel van Karnak de zevende pyloon (toegangspoort) bouwen. Daarnaast werden vier granieten obelisken opgericht. Twee ervan zijn volledig verdwenen. Van het overgebleven paar staat de noordelijke obelisk nog overeind. De zuidelijke obelisk is al in de oudheid omgevallen, het bovenste deel ervan is gekanteld opgesteld nabij het heilige meer van de tempel.
Tevens liet Hatsjepsoet uit rood graniet een barkkapel bouwen. Deze werd tijdens de regering van Amenhotep III afgebroken en als vulmateriaal voor de derde pyloon gebruikt. Deze rode kapel is gerestaureerd en tegenwoordig te bezichtigen in het Openluchtmuseum van Karnak. Hatsjepsoet wordt vaak omschreven als de boze stiefmoeder die er alles aan deed om haar stiefzoon van de troon te houden. Daarom zou Thoetmoses III na haar dood opdracht hebben gegeven om haar naam en al haar afbeeldingen te laten uitwissen en haar beelden te beschadigen.
Archeologisch onderzoek heeft echter aangetoond dat het beschadigen van haar afbeeldingen pas vele jaren na het overlijden van de koningin heeft plaatsgevonden.
Ook het feit dat Thoetmoses III tijdens haar regeerperiode een militaire carrière opbouwde, is in tegenspraak met haar negatieve imago. Een militaire loopbaan zou hem een machtig middel voor het veroveren van de troon in handen hebben gegeven: het leger.
Mogelijk vond de jonge koning het prima dat Hatsjepsoet de staatszaken regelde.
Dan kon hij zich bezig houden met in zijn ogen aantrekkelijkere zaken, terwijl hij zich ondertussen wel voorbereidde op de uiteindelijke alleenheerschappij over Egypte.
Het uitwissen van Hatsjepsoet uit de geschiedenis kan gebeurd zijn om deze voor de oude Egyptenaren ongewone gang van zaken te laten verdwijnen. Zo leek het of Thoetmoses III alleen had geheerst, zonder de invloed van een vrouw.
Ik laat de foto’s weer voor zichzelf spreken.Tegen kwart voor twaalf scoren wij cola en Schweppes in deze locatie.Nog een laatste foto. Toch wel een heel bijzonder ‘monument’.Om kwart over twaalf zitten we weer in de bus en rijden naar een winkel waar stenen souvenirs worden vervaardigd. Tja, wij zijn aan het opruimen, dus het is niet aan ons besteed.Op de terugweg bekijken wij de Memnon-kolossen. Eerst enige algemene informatie.
Op de westoever van de Nijl aan de rand van het vruchtbare gebied in Kom el-Hetan staan twee enorme zitbeelden van farao Amenhotep III uit de 18e dynastie. Elk beeld is uit één stuk kwartsiet gehouwen en ongeveer 20 meter hoog. Het gewicht van ieder beeld, exclusief het voetstuk, wordt geschat op ongeveer 1.000 ton. Volgens de inscripties op de beelden zou het gesteente afkomstig zijn uit de steengroeven van Gebel el-Ahmar nabij het moderne Caïro. Geologisch onderzoek toont echter aan dat Assoean aannemelijker is. Oorspronkelijk werden de beelden ‘heerser der heersers’ genoemd, wat duidt op de onbeperkte goddelijke macht die de koning bezat. De twee zitbeelden markeren de plaats waar eens de eerste pyloon van de dodentempel van Amenhotep III stond. Het complex besloeg 37 hectare bij een omtrek van 700 bij 550 meter. De tempel had drie pylonen die naar de grote zonnehof leidden. Bij de tweede pyloon zijn de resten gevonden van zittende kwartsieten figuren en bij de derde pyloon resten van twee zittende albasten figuren. Amenhotep zoon van Hapoe was de architect van de dodentempel en daarmee waarschijnlijk ook verantwoordelijk voor de vervaardiging en het transport van de zitbeelden. Een internationaal team van archeologen werkt momenteel aan het conserveren van de restanten van de dodentempel van Amenhotep III.
Tijdens een aardbeving in 27 voor onze jaartelling is vooral het noordelijke, rechter beeld ernstig beschadigd geraakt. Er ontstonden scheuren in de bovenkant van het beeld. Sindsdien maakte het in de ochtend een fluitend geluid. Waarschijnlijk onder invloed van de zon zette de lucht in de ontstane spleten uit en ontsnapte met een fluitend geluid.
De Griekse bezoekers associeerden de beelden met de mythische Ethiopische koning Memnon. Memnon was een zoon van Eos, de godin van de dageraad. Tijdens de Trojaanse oorlog was hij een bondgenoot van de Trojanen in hun strijd tegen de Grieken. Hij sneuvelde al jong in een gevecht tegen Achilles. Sindsdien beklaagde hij zich in de ochtend bij zijn moeder Eos over zijn trieste lot. Het geluid dat het beeld voortbracht werd gezien als zijn jammerzang. De Memnon-kolossen, zoals de beide zitbeelden tegenwoordig bekend staan, danken aan deze mythe hun naam. Een bezoek aan het ‘zingende’ beeld vormde in de oudheid een hoogtepunt van elke Egypte-reis. De benen van het beeld staan dan ook vol met Griekse en Latijnse graffiti van bezoekers die de stem van Memnon hebben gehoord.
Diodorus van Sicilië heeft als eerste geschreven over de beelden. Ook de Griekse historicus en geoloog Strabo heeft de beelden bezocht. Hij geloofde echter niet in het ‘zingen’ van het noordelijke beeld, maar dacht dat de priesters er een truc mee uithaalden. Later geloofde hij dat de goden er de hand in hadden. De Romeinse keizer Hadrianus heeft de zitbeelden in het jaar 130 bezocht. De dichteres Julia Balbilla, die met Hadrianus en zijn vrouw Sabina was meegereisd, graveerde vier lofdichten op het linkerbeen van het fluitende beeld op de plek waar de ochtendzon als eerste scheen. De gedichten zijn geschreven in het Grieks, als eerbetoon aan de bekende dichteres Sappho, die tussen 625 en 570 voor onze jaartelling leefde. Deze inscripties zijn nog altijd leesbaar. In het jaar 199 is het bovengedeelte van het noordelijke beeld onkundig gerestaureerd op het bevel van keizer Septimius Severus. De scheuren werden opgevuld en vanaf die tijd produceert het beeld geen geluid meer.
Het zuidelijke zitbeeld is het best bewaard gebleven. Naast de onderbenen van de op zijn troon zittende Amenhotep III staat zijn koninklijke echtgenote Teje en aan de andere kant een niet bij naam genoemde dochter. Op het noordelijke zitbeeld staat aan de linkerkant naast het onderbeen van de koning zijn moeder Moetemwia. Aan de rechterkant staat wederom zijn grote koninklijke echtgenote Teje. Er staat ook nog een klein beeld tussen de knieën van de koning, mogelijk stelt dit zijn oudste dochter Satamon voor. Hiermee worden er drie generaties koningsvrouwen afgebeeld. Op de zijkanten van de beide tronen staat Hapi, de god van de Nijl overstroming prominent afgebeeld. Hij wordt in zijn karakteristieke houding getoond waarbij hij de witte lis als plant van Opper-Egypte samenbindt met de papyrus als plant van Neder-Egypte. Deze afbeelding symboliseert de vereniging van de beide landen.
En dit zijn dan de Memnon-kolossen.De onvermijdelijke kramen.We rijden naar lunchadres Isis. Daar zijn we rond halftwee.We beginnen met groentesoep (geen foto), gevolgd door rijst met gegrilde kip.Later wordt er nog toespijs op tafel gezet (geen foto) en nog meer gegrilde kip. Met een biertje, water, rijst met véél kip en een visgerecht voor Orchideetje was ik EGP600,- kwijt. Kijk, dat is nog eens te doen. Oh ja, ook nog een dessert.Met de bus en de boot zijn we tegen drieën in ons hotel.
Mooi, we gaan verhuizen naar kamer 337. Het toilet en de douche zijn ok, maar ook hier is er geen Wifi. Dat werkt alleen maar in de lobby, zij het erg traag.
Morgen een ‘vrije’ dag. Wel moeten de koffers om 12.00 in de receptie worden geplaatst en om halfacht moeten we verzamelen in de receptie, want we gaan met de nachttrein naar Caïro!
We bereiden thee op de kamer en nuttigen er ontbijtcrackers met jam bij. De lunch ligt mij nog zwaar op de maag! We maken het vanavond niet laat, dit is al bij al toch een behoorlijk zware reis!
Als laatste de GPS-track van vandaag. Waypoint 034 is het Aracan hotel in Luxor, 035 de Tempel van Hatsepsut en 036 Restaurant Isis.Overigens, de Vallei der Koninginnen hebben we niet bezocht. Je kunt ook niet alles bezoeken! Maar ja, de tombe van Nerfertari – de mooiste van allemaal – hebben we dus niet bekeken. Sowieso schijnt het bezoek daaraan niet goedkoop te zijn en er wordt per dag maar een beperkt aantal bezoekers toegelaten. Mogelijk iets voor een volgend keer.