Zaterdag 27 juli 2013
Westerbork – Laaghalen
Om kwart voor zeven sta ik op. Ik bereid weer twee bekers thee en havermoutse pap (dit keer mét suiker). De tent zit aan de binnenkant dik onder de condens. Dat krijg je met dat vochtige weer. Dat betekent minstens een kilo meer sjouwwerk. Het is 20 graden in de plus en er staat een waterig zonnetje. Ook het huifkargezin is gereed. De kinderen zitten erin en het paard staat ervoor. Drie campinggasten staan de man (met shirt) en zijn vrouw (uiterst rechts) op te houden. Ik heb zelf ook nog even met ze gesproken (we zijn tenslotte buren) en het zijn aardige mensen. De vrouw komt van de boerderij, dat dacht ik aan haar uitspraak van het Nederlands te horen. De omgang met het paard zal haar geen moeite kosten. Interesse? Surf maar naar (http://www.rijmaaran.nl). OK, ik loop dezelfde route als gisteravond naar Westerbork. Alles zit nog dicht. Ook bij de kerk is er niets te beleven. Dit ding kan ook weg en opgeborgen voor volgend jaar. Op naar Orvelte, dat is een kilometer of vijf. Al snel kom ik op een (mogelijk) kerkpad. Nog wat verder loop ik een naamloos heideveld op. Nog een kilometertje naar Orvelte. Ik ben daar al een aantal keren geweest, maar het blijft leuk. Deze graanspieker en deze steentijdboerderij zie ik voor het eerst. Ze staan op de (voormalige) es van Orvelte. Zouden hier vaak mensen komen kijken? Deze foto zou ook 1000 jaar voor onze jaartelling kunnen zijn gemaakt. Waarom heeft de ontwikkeling van de digitale camera zo lang moeten duren? Een stukje verder ben ik de markering kwijt. Mijn GPS wil mij door een ven sturen.
Hier klopt iets helemaal niet. Nou ja, ik volg gewoon de verharde weg, dan kom ik vanzelf in Orvelte.
Het tolhuis uit 1870. Ook dit zie ik voor het eerst. De tarieven liegen er niet om. Orvelte, zoals ongetwijfeld bekend heeft de Stichting Orvelte in de jaren zestig van de vorige eeuw hier een soort openluchtmuseum gevestigd. Het is geheel op 19e eeuwse leest geschoeid. Tja, er zijn hier wel veel winkeltjes, maar daar vraagt het publiek nu eenmaal om. Het dorp oogt verlaten. Ook restaurant Warmolts is dicht. Hoewel, achteraan op het terras is een meisje bezig met het drogen van de tafels en de stoelen. Ik vraag het even en binnen kan ik bestellen. Binnen ga je meteen 100 jaar terug in de tijd. De ‘goede oude tijd’. Hoewel, was het toen wel zo goed? Nou, de Koffie is waterig en de Appeltaart komt uit de fabriek. De slagroom is goed, dat is tenminste iets. Oma zou zich schamen voor zulke koffie en appeltaart. Het meisje is aardig en vertelt dat ze vanmorgen al 10 kilometer heeft gefietst om hier te komen voor haar vakantiebaantje. Het is half elf als ik opstap.
Straks zal het hier wel drukker worden. Het is negen kilometer naar het dorpje Elp. Het wordt al snel landelijk. Dit is het Oranjekanaal, zo kun je – al vissend – ook de zaterdag doorbrengen. Dit zullen de voormalige esgronden rond Orvelte zijn, ze zijn nog volop in gebruik. Een stukje verder loop ik het Orvelterzand op. Gewoon prachtig! ’t Is een jonkie, altijd even oppassen. Geef deze beesten geen appels of wat dan ook, dan worden ze opdringerig. Is dit al de Boswachterij Schoonlo of bevind ik mij nog op het Orvelterzand? Het wordt toch wel tijd dat de bestelde GPS voor mijn fototoestel arriveert. In elk geval is dit een prachtig natuurgebied. Nog 2,5 kilometer naar Elp, maar de wandelgids heeft voor mij een mooie omweg in petto. De route gaat niet over de verharde weg, maar loopt voor een groot gedeelte langs deze (naamloze) sloot. Het stikt hier wel van de agressieve horzels, daar ben ik niet zo blij mee. De mouwen gaan weer omlaag. Om twintig over twaalf leg ik – net voor Elp – aan bij De Strohoed, een pannenkoekenrestaurant. Druk oogt het niet. Ik bestel koffie en een schelpje slagroom met advocaat. Ik moet tenslotte om mijn lijn denken. Het schelpje laat even op zich wachten, dus bestel ik meteen een tweede bak koffie. Nou ja, bakje. Sowieso smaakt alles 100%. Op naar het Voormalig Kamp Westerbork. Uiteraard niet over de verharde weg, maar via een enorme omweg door het Elper Noorderveld. Om te beginnen loop ik over de Elperesch (oude spelling). Dan volgt het Elper Noorderveld met bos, hei en vennen. Nog 1,8 kilometer naar het Voormalig Kamp Westerbork. Waarom dat trouwens ‘Westerbork’ heet is mij een raadsel. Het Kamp ligt in de Boswachterij Hooghalen en het dorpje Hooghalen ligt er vlakbij. Het had dus ‘Voormalig Kamp Hooghalen’ moeten heten. Er zal wel een goede (juridische?) reden voor zijn. De heide is hier behoorlijk vergrast. Helaas, de bewolking neemt toe en het begint zachtjes te regenen. Mijn regenpak gaat aan en het blijft regenen tot het Kamp.
Al diverse malen heb ik het Kamp bezocht, laatstelijk nog in januari dit jaar tijdens de afronding van het Westerborkpad. Dit keer benader ik het Kamp vanaf de oostzijde.
Hier het originele stootblok! Hier stopte de trein vanuit Amsterdam in het Kamp. Eenmaal per week vertrok de trein afgeladen met joden, zigeuners en verzetsstrijders de andere kant uit naar Auschwitz. Het monument dat daarvoor staat is ontworpen door Ralph Prins, een overlevende van het kamp. Persoonlijk vind ik het niet geslaagd. De muur zou vanaf afstand op schedels moeten lijken, maar ik zie het er niet vanaf. En dan dat ‘moderne’ stootblok, mijns inziens detoneert het. En dan de Bijbelse tekst, lang niet elke jood is gelovig. Nee, ik had de rails (wel geslaagd) laten eindigen bij originele stootblok. Dat is genoeg. De omhoog gebogen rails moeten wanhoop uitdrukken. Ze zouden net zo goed ‘hoop’ kunnen uitdrukken. Meteen na de oorlog zijn de rails vanaf het voormalig station Hooghalen weggehaald en hergebruikt. Ik las ergens dat er plannen zijn om de rails opnieuw aan te leggen en te laten doorlopen tot in het bos richting Hooghalen. Mogelijk wordt er dan een (originele?) goederenwagon opgezet. Dat idee spreekt mij wel aan. Hier vlakbij staat een replica van een wachttoren. Hoeveel van deze wachttorens hier hebben gestaan is mij niet bekend. Langs de rand van het Kamp staan 14 radiotelescopen die ons zonnestelsel en de Melkweg afzoeken naar radiogolven. Ik ben niet de enige bezoeker, dit gezinnetje is zeker met mooi weer van huis (camping?) gegaan. De appèlplaats. Dit is het voormalig woonhuis van de Kampcommandant Konrad Gemmeker dat als enige gebouw bewaard is gebleven. Een aantal jaren geleden was het gebouw door de bomen niet te zien, deze zijn inmiddels gekapt. Het plan is nu om de woning te conserveren door er een glazen kap overheen te plaatsen. Vanaf hier is het een kilometer of twee naar het Herinneringscentrum. Er rijdt een bus (om de radiosterrenwacht niet te storen zijn particuliere auto’s enz. niet toegestaan), maar ik behoor het uiteraard te lopen. Ik bezocht het Herinneringscentrum al eens, dus nu volsta ik met het nuttigen van een kopje koffie in het restaurant. Tja, wat nu? Hier vlakbij ligt camping Tikvah, maar dat is van Christelijke signatuur. Mag je daar op zondag vertrekken? Ik kon dat niet vinden op hun site, dus ik gok het maar niet. Nog iets verder ligt de natuurcamping Hooghalerzand, maar die is inmiddels gesloten, dat schiet ook niet op. Tegen de spoorlijn aan ligt het bungalowpark ‘Het Grote Zand’. Op de site kon ik geen kampeerterrein vinden, dat schiet ook niet op. Net over het spoor ligt een mini-camping, maar ik kon geen website vinden. Dat is meestal een veeg teken dat iets niet meer bestaat. Zuid van Laaghalen (dat bestaat ook!), ligt mini-camping De Vogelpoel. Ze hebben een site die werkt, dus daar ga ik naartoe. Dat is een kilometer of vier, dat is te overzien.
Hier loop ik over het voormalig tracé van de spoorlijn naar het Kamp. Ik heb hier al eerder gelopen, maar dan andersom. Ik kan dat nergens vinden, maar ik vermoed dat hier rechts (waar nog iets uit de grond steekt) het voormalig station Hooghalen was gesitueerd. In eerste instantie moesten de joden vanaf hier vijf kilometer lopen naar het Kamp (met hun bagage). Later is er een aftakking gemaakt en kon de trein door tot in het Kamp. Tegen vijven loop ik Hooghalen in. Ik blijf noord van het dorp en steek even verder de A28 over. Door Laaghalen loop ik zuidwaarts. Zou dit een boerderij zijn of een tweede woning? Ik verlaat de route en loop richting camping De Vogelpoel (http://www.devogelpoel.nl).
Zou hij nog bestaan? De site werkt, maar ik heb niet gereserveerd. Dat doe ik nooit, in geval van nood ga ik wel wildkamperen. Kijk, de vlag wappert en ik bel aan. De zoon des huizes doet open en zegt dat ik een plekje mag uitzoeken. Afrekenen kan straks. Het is kwart over vijf als ik mijn tentje opzet. Het zonnetje komt door! Daar ben ik blij mee en ik hang meteen mijn regenkleding te drogen.
In elk geval is het hier niet druk, naast mij staat een toercaravan, maar de bewoners zijn afwezig. Aan de overkant staat nog een toercaravan en ik zie daar drie tieners. Ouders zie ik niet. Nou, die tieners zullen zich wel vervelen, want verder is de camping leeg.
Zoals altijd bereid ik een kerriesoepje en een Knorr-maaltijd. Met het staartje Shiraz is het prima te eten. Ik ga eerst maar eens afrekenen. Dat valt alleszins mee, het is €8,- inclusief gratis douche. ‘Die mini-camping noord van Laaghalen, bestaat die nog’? vraag ik.
‘De Wielewaal’ blijkt al een jaar of drie geleden gestopt te zijn. Mooi, dan weet ik dat ook weer.
Ik bereid eerst nog een beker thee, ik heb behoorlijk lopen zweten in mijn (goretex) regenpak. Daarna onder de douche, in het toiletgebouw heb ik het rijk alleen. Na nog een beker thee kruip ik in mijn tentje. Ik heb er dik 30 kilometer opzitten en ben wel toe aan rust.