Zaterdag 29 mei 2010
Nieuw Vossemeer – Herkingen
Zoals gebruikelijk sta ik tegen halfzeven op. Het is droog, zonnig en er staat nagenoeg geen wind. Om acht uur lopen we de camping af. Zo te zien is het restaurant/receptie nog in diepe rust. Ik kan dus fluiten naar mijn vijftig centjes. Nou ja, ze investeren het maar in een nieuw toiletgebouw.
Na een kilometertje lopen we Nieuw Vossemeer in. Tja, ik ben door mijn chocomel heen, zou er hier een supermarkt zijn? En zo ja, zou die al open zijn? Ik spreek een man aan die zijn hond uitlaat. Iets verder is een Spar en volgens de man is die al open. Mooi, laten we het maar proberen. Onderweg komen we langs het standbeeld van Merijntje Gijzen.
Dit is de hoofdpersoon uit een streekroman van A.M. De Jong. Als kind las ik minstens een boek per dag, maar aan streekromans ben ik nooit begonnen. Tragisch is wel dat de schrijver d.d. 18 oktober 1943 op 55-jarige leeftijd, door Nederlandse SS’ers is doodgeschoten. Tja, hij was Oranjegezind en ook nog socialist. Deze moorden – er zijn er meer dan vijftig gepleegd – staan bekend onder de naam: ‘Aktion Silbertanne’. Om 08.10 uur staan we voor de Spar. De dames zijn druk bezig in de winkel omdat deze om 08.30 uur open gaat. Gelukkig helpen ze ons.
Vanaf de Spar lopen we door Nieuw Vossemeer naar de Molenweg. Hier slaan we linksaf en via de brug lopen we over het Schelde-Rijn kanaal. Aan de andere kant slaan we rechtsaf en over de dijk lopen we verder langs het Schelde-Rijn kanaal. Een dik uur later bereiken we de tweede brug waar de N257 over loopt.
Hier lopen we onder de brug door. Verder langs het Rijn-Schelde kanaal. De Fam. Zwaan is met zes kleintjes verblijd. Even na elven lopen we over de ventweg van de Philipsdam. Tja, 3.5 kilometer asfalt, het is niet anders. Rechts van ons liggen de Slikken van Heen, een natuurgebied, dat op de trekroute van verschillenden ganzensoorten ligt. Tja, soms denk ik dat de ganzen het in Nederland beter hebben dan menige autochtoon. Even een handwijzer ter oriëntatie. We zijn hier vlakbij de uitkijktoren van de Krammersluizen. Kijk, daar staat de uitkijktoren, we lopen er met een bochtje naartoe. En dit is de uitkijktoren van onderaf. Wat tegenzit, ik had hier toch minstens een friteswagen verwacht. Helaas, geen frites, geen koffie, geen ijs, helemaal niets.
Provinciale Staten van Zeeland, hier moet u iets aan doen! Uiteraard klauter ik het hele eind naar boven om naar de sluizen te kijken. Er wordt 1 (één) schip geschut. Druk is het dus niet. Is de oorzaak de economische crisis? Ik werp nog een blik richting Philipsdam, daar zijn we vandaan gekomen. Tja, de parkeerplaats is ook leeg, zou het ’s zomers drukker zijn? De Waterways 1 uit Antwerpen geeft volle kracht vooruit. Wij geven ook volle kracht vooruit, ons rest nog een stuk Philipsdam en dan nog een stukje Grevelingendam. Van daaruit maak ik deze foto. Zo te zien ligt er een breed zandstand onder de windmolens (ook wel ‘ventilatoren’ genoemd). Kijk, daar ligt het strand. Bij het strand moeten we linksaf en daar staat dit monument. Er staat geen bordje bij, maar het is meteen duidelijk. Dit is het ‘sluitingsmonument’. Nou, dit is het ‘strand’. Het is gewoon een dijkhelling voorzien van ‘split’. Verderop zijn ze aan het kitesurfen, een sport die niet helemaal zonder gevaar is. Op het fietspad loopt een jonge vrouw, die in stevig tempo doorstapt. Is ze aan het trainen voor de 4-daagse? Tja, beneden op het fietspad loop je uit de wind, maar bovenop de dijk zie je meer.
Verder is het gewoon doorhobbelen, de ene kilometer na de andere. We passeren twee campings, maar van wandelaars hoor ik dat er geen restaurant is. Voorbij het gehucht Battenoord gaat het asfalt over in een grasdijk. Links van ons de Grevelingen, de watervogels hebben hier de ruimte. Voor ons ligt het dorpje Herkingen. Ik ben wederom door mijn chocomel heen en ook mijn fles Bitter Lemon is leeg. Ik hoor dat in het dorpje een Spar zit. Die vinden we zonder mankeren en gezien de tijd – 15.30 uur – frequenteren we de plaatselijke kroeg/restaurant. Om 16.10 uur stappen we de Oud Herkingse Zeedijk weer op en precies een uur later bereiken we camping Johanna Hoeve. In de verte staan een paar caravans, verder zie ik alleen maar grasvelden. De bewolking neemt toe, net hadden we ook al een paar spetters. Ik bel aan en Johanna doet zelf open. We mogen zelf kijken waar we gaan staan en betalen kan straks wel. Mooi, we zoeken een plekje achter een haag, dan staan we tenminste uit de wind. Ai, mijn tent staat nog niet eens en het begint te regenen. Snel doorwerken en daarna de tent in. Tjonge, het gaat goed te keer! Na een kwartiertje wordt het droog en kan ik mijn soepje bereiden.
Daarna begin ik met het bereiden van een Knorr-maaltijd. Als ik mijn brander uitzet begint het weer te regenen. De maaltijd nuttig ik dus in de tent. Als het wat mindert ga ik eerst afrekenen en daarna sprint ik naar het toiletgebouw. Wat een luxe, het ziet er pico bello uit en de douche is prima. In de tent luister ik nog een tijdje naar de regen en naar mijn MP3-speler. Om half tien houd ik het voor gezien.