Zondag 25 juli 2010
Nieuwvliet-Bad – Westkapelle
Al voor achten zijn we op pad. Het is bewolkt, er is geen zon of wind, het is nevelig, maar niet koud. We lopen al meteen verkeerd, dat wil zeggen dat we het pad linksaf niet zien. We lopen maar verder over de dijk en missen de wandeling door de ‘Verdronken Zwarte Polder’. Nou ja, vanaf de dijk zien we de polder ook.
Het asfalt ligt rechts van de dijk, wij dienen het zandpad op de dijk te volgen. Dat is best heel zwaar lopen. Op een gegeven moment zijn we het zat en gaan verder over het asfalt. Voorbij Nieuwvliet-Bad loopt er een schelpenpad bovenlangs de eerste duinenrij. Kijk, dat is prettig lopen en je ziet ook nog wat. Op regelmatige afstanden staat een strandpaviljoen. Op dit vroege uur zijn ze allemaal nog dicht, de KMA moet nog maar even wachten. Vreemd vind ik wel dat deze strandpaviljoens niet in het wandelboekje staan aangegeven. Een monument betreffende de Deltawerken. In het boekje staat er niets over – vreemd – en ook het monument zelf ontbeert toelichting. Zo’n schelpenpad loopt wel lekker weg. We hebben er in twee uur bijna 9 kilometer opzitten. Rechts van ons heeft ooit Fort Frederik Hendrik gestaan. Het informatiebord is enigszins verweerd, maar ja, we staan hier ook pal aan zee. Momenteel is de voormalige locatie van het Fort volgebouwd met huizen. Tegen tienen staan we bij de Terminal Breskens. Helaas, de snackwagen staat er niet. We kopen een ticket en zien dat we een half uurtje moeten wachten. Die tijd doden we met een bakje automaatkoffie. Wie gaat er een appeltaartautomaat ontwikkelen? De veerboot komt aanvaren, maar dat ding is zo snel dat hij er maar voor driekwart opstaat. Wel is goed te zien dat het een catamaran is. We kunnen boarden en we zijn niet de enigen. Iedereen is bepakt en bezakt. In twintig minuutjes zijn we weer aan de overkant, geheten: Vlissingen op het voormalig eiland Walcheren. We steken meteen de sluizen over, terwijl de Elly wegvaart. Iets verder staat de Oranjemolen. Vreemd, er staat niet één molen beschreven in het boekje en ze staan ook niet op de kaartjes aangegeven. Dat terwijl op de originele topografische kaarten alle molens wél zijn ingetekend. Tja, zo’n markant punt is niet te missen en je weet meteen exact waar je bent. Zoals u ziet is het nog steeds erg bewolkt. Het is intussen dik na elven, tijd voor de KMA. Het eerste restaurant heeft geen Cappuccino (de melkboer is nog niet geweest!) en de tweede heeft geen appeltaart. Restaurant De Beurs is bevoorraad, dus daar gaan we zitten. Nou ja, de appeltaart komt zo van de HEMA, maar je kunt niet alles hebben.
Tegen twaalven stappen we op en bewonderen even verder het standbeeld van onze nationale zeeheld Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Nog een detailfoto van het monument. OK, we lopen weer verder langs de boulevard van Vlissingen. Jammer voor de dagjesmensen, het is verre van strandweer. Nog wat verder staat de Bomvrije of Gevangentoren. Kijk, er is een beachvolleybaltournooi aan de gang. Je kunt zo zien dat er hier echte toppers aan het werk zijn. Ik kan hier wel uren naar kijken, maar helaas hebben we vandaag 28 kilometer te gaan. Een boscomplex met waterpartijen. Wie had dat nu gedacht, zo vlakbij Vlissingen.
Het heet het Nollebos. Zouden ze de ‘S’ vergeten zijn? Tja, dat is zomaar mijn spontane gedachte. Het bos laten we alweer snel achter ons. Op naar Zoutelande, hier zo’n 6 kilometer vandaan. Een kilometertje verder staat het Golden Tulip Strandhotel ‘Westduin’.
Nou, dat ziet er niet verkeerd uit. Verder maar weer over het tegelpad. Dat loopt op zich redelijk prettig, alleen gaat het allemachtig op en neer. Ik wist niet dat Walcheren zo bergachtig was. ‘Op de Blanke top der Duinen’, nou we doen werkelijk alle toppen aan. Gelukkig zijn ze niet van de eerste categorie, maar toch! Toch is het een prachtig pad, voortdurend zien we rechts van ons de ‘binnenlanden’ van Walcheren en links de zee. De schepen varen hier trouwens vlak langs de kust. Een kilometertje voor Zoutelande staat dit informatiebord met daarachter een tankversperring in de vorm van een driedubbele rij drakentanden. Hier komt zelfs een Leopardtank niet overheen. In de verte ligt Zoutelande. We moeten nog minimaal één hoge col op en daarna nog een eind stijgen en dalen. Tja, het is niet echt strandweer vandaag, toch laten deze mensen zich niet weerhouden. Rechts van ons ligt Zoutelande. Het dorpje oogt leuk, maar de route doet het niet aan.
De zon begint een beetje door te komen, maar ja, het is al bij vieren. De temperatuur stijgt tot een graadje of 22. Zoutelande ligt alweer achter ons, nog even een plaatje van het strand. Overigens, het schip zit niet vast, het vaart gewoon. Ook hier – noord van Zoutelande – staat de ene camping na de andere. Vreemd is dat ze niet in het boekje zijn vermeld. Wij willen nog een stukje verder, anders komen we niet aan onze tax. Op naar Westkapelle, de vuurtoren is in de verte zichtbaar. Al vanaf Zoutelande is het schelpenpad redelijk vlak. Een paddenstoel ter oriëntatie. Zoutelande ligt alweer 3,1 kilometer achter ons en het is nog 1,2 kilometer naar Westkapelle. Over de Westkapelsche kreek heen is Westkapelle te zien. De vuurtoren komt nu toch eindelijk dichterbij. Op de plaats waar de duinen overgaan in dijk staat dit informatiepaneel. Walcheren heeft dus een jaar onder water gestaan, wat het einde betekende voor de ‘tuin van Zeeland’.Meer dan 180 mensen vonden de dood tijdens de bombardementen op de dijk bij Zoutelande en de beschieting van Domburg vanuit zee. Toch was dit niet te vermijden omdat de Duitsers vanaf Walcheren de toegang tot Antwerpen beheersten. Ter herinnering staat hier deze Shermantank. Dit keer loopt de route dwars door Zoutelande, maar fotogeniek is het niet. Aan het eind van het dorp staat de vuurtoren. Vanaf de vuurtoren is het nog een kilometer naar de beoogde camping. Meestal zie je de caravans al vanaf grote afstand, maar nu zien we niets. Er loopt een man met een hond en we vragen het even. Tja, de markering is al vanaf Sluis onduidelijk of zelfs geheel afwezig. Na zo’n 500 meter weet ik zeker dat we de verkeerde kant oplopen. Terug dus en nu slaan we de goede weg in. Na opnieuw 500 meter zien we de camping. Het is een mini-camping en de tourcaravans staan achter bomen en struiken. ‘Zondags gesloten’, staat op het bord, maar ik ga ervan uit dat dit op de manege slaat. Ik bel aan en we kunnen met onze kleine tentjes – hoewel de camping eigenlijk vol is – terecht. Het kost €9,- en daar komt nog €1,- bij voor een douchemuntje. We lopen het terrein op en zo te zien is er plaats genoeg. Kwart over zes staat mijn tent en al snel zit ik aan de soep. De zon staat mooi op onze tentjes, dat maakt het meteen een stuk aangenamer. Ik bel even naar Orchideetje en daarna wil ik mijn telefoon opladen. Helaas, de lader kan ik nergens vinden. Zou die nog thuis liggen? Het moet wel. Nou ja, ik moet maar zuinig aan doen met de stroom en wie weet kan ik op een volgende – grote – camping mijn telefoon opladen. Hoeveel kilometer moeten we morgen? Het staat niet op mijn planning. Opnieuw geteld en het blijken er 27 te zijn. Vandaag hebben we er ruim 28 kilometer opzitten.
Na de Knorr-maaltijd, begeleid met de rest van de rode wijn, een douche en nog wat napraten kruip ik erin.