Vrijdag 12 maart 2010
Sancti Spiritus, Camagüey
Tegen achten gaan we ontbijten. Het is bewolkt en het waait. Gelukkig is het niet koud, dat scheelt. Tegen tienen vertrekken we. Waarom zo laat eigenlijk? Verder moeten we Trinidad inrijden om medicijnen op te halen voor een ziek groepslid. Dat kost uiteraard de nodige tijd.
Tegen elven bereiken we de suikerrietplantage ‘Managa Iznaga’.Er is hier zelfs een heus station en de trein uit Havana staat net uit te puffen. Dat heeft wel iets, zo’n stoomtrein. Er staat hier een uitkijktoren – om toentertijd de slaven in de gaten te kunnen houden – die beklommen kan worden. Het is een hele klim over nogal wankele ladders, maar het uitzicht is prachtig. Beneden aangekomen wordt er op een antieke suikerrietpers sap geperst. Daar drink ik een glaasje van en met een scheutje rum erbij is het best lekker. Buiten staat nog een antieke suikerrietpan. Hier werd het suikerrietsap in gekookt. Tegen twaalven staan we weer bij onze bus. OK, het is een Chinese rammelbak, maar de airco doet het. Wat me minder bevalt zijn de ruiten. Die zijn met een zeer donkere folie beplakt wat het uitzicht naar buiten erg belemmert. Heeft Castro dit bepaald? Nee, want ik zie ook bussen rondrijden zonder deze folie. Nou ja, we moeten niet klagen want het ‘normale’ vervoer voor Cubanen zijn lege vrachtwagens. Het is even wennen voor onze luxe westerse ogen, maar het is niet anders. Een collega van mij zei vroeger altijd: ‘ik zit liever slecht dan dat ik goed loop’. Zo is het maar net. Een half uurtje later zijn we bij het basisschooltje dat Gladys voor ons op het oog had.
Het is de ENR Manuel Ascunce Domenech (GPS: UTM 17Q 0642838/2411004). We zijn momenteel op het platteland, de situatie v.w.b. ballpoints, schriften enz. schijnt in de steden iets beter te zijn. OK, we kunnen hier tien kilo schoolbehoeften kwijt en ze zijn er erg blij mee. Zullen we hier mettertijd weer eens gaan kijken? Even na enen zijn we in Sancti Spiritus. We maken een kleine rondwandeling onder leiding van Gladys. We komen hier nog voor een overnachting terug, nu zijn we hier alleen maar voor de lunch. Uiteraard is er weer een zanggroepje. Het is trouwens zwaar bewolkt, het spettert een beetje en later valt er een heuse bui. Tegen kwart voor drie stappen we weer op en stoppen een half uurtje later om naar de suikerrietoogst te kijken. Nou ja oogst, veel activiteiten neem ik niet waar. Ik hoor van Gladys dat de suikerrietoogst van december tot medio april plaatsvindt. Tevens valt mij een romantisch samenzijn op, maar daar zal ik verder niet over uitweiden.Tegen half vijf stoppen we bij ‘Finca El Oasis’ voor de theepauze. Tja, het is wat later geworden, het is niet anders. Hier zijn we trouwens vorige reis ook al geweest. Dit is echt voor de toeristen om te lunchen of de koffie-theepauze door te brengen. Een mooie tuin hebben ze sowieso. Om 18.30 uur zijn we bij hotel Camagüey, helaas staat het een eind buiten de stad. Het is intussen donker geworden. Tja, we hebben er 270 kilometer opzitten, niet gering.
OK, de koffers gaan naar de kamer en wij naar het buffet. Dit hotel is wat kleiner dan dat in Trinidad. Ook de eetzaal is een stuk kleiner en dat scheelt meteen in de hoeveelheid ‘herrie’. Het saladebuffet ziet er goed uit, dus daar schep ik eerst een bescheiden portie op. Daarna bezoek ik het buffet waar de ‘warme’ hap staat uitgestald. Eén bordje is genoeg. Tja, de toetjes staan me niet zo aan. Dat geloof ik verder wel. Tegen negenen gaan we naar de kamer. Onder de douche en tegen tienen liggen we erin. Nou ja, wat is dit nu? Is er vanavond disco in het hotel? Daar had ik niets van gehoord of gelezen. Wat een verschrikkelijke herrie en nog vreselijke housemuziek ook. Bij tijden gilt de diskjockey er in extase doorheen, waarbij een aantal vrouwen er weer bovenuit gillen. Ik ga ervan uit dat het tegen twaalven afgelopen zal zijn, tot die tijd moet ik me maar verbijten. Helaas, tegen twaalven is het niet afgelopen!! Ik pak de telefoon om de receptie te bellen, maar helaas, over dat nummer beschik ik niet. Ik moet eruit, me aankleden en naar beneden. Wat blijkt, de disco is helemaal niet in dit hotel, maar in een aanpalend gebouw. De receptioniste heeft al meer klachten gehad en pakt de telefoon. In het Spaans smeekt ze de disco om de geluidsinstallatie te dimmen. Inderdaad, dat helpt, het scheelt zeker een decibel. Tja, van slapen komt voorlopig niets. Om twee uur in de nacht is het eindelijk stil. Wat een waardeloos hotel!