Maandag 23 april 2007
Baracoa
We staan tijdig op, om acht uur vertrekken we. Ik maak na het ontbijt vanaf het dakterras een foto. Het wordt weer een warme dag vandaag, dat kun je nu al merken. In de bus loop ik even naar voren en maak tijdens het rijden een foto door de voorruit. Jorge heeft er zoals gewoonlijk weer goed de vaart in. We passeren de ingang van de Amerikaanse basis Guantánamo, dat wil zeggen, dit is de Cubaanse doorlaatpost, verderop is de Amerikaanse. Alleen mensen met een speciale pas mogen hier passeren. Van de basis zelf is niets te zien. Op een gegeven moment stoppen we boven op een bergpas. Achter ons in de verte is een baai. Daar ergens is de Amerikaanse basis. Snel rijden we weer verder, eigenlijk is het verboden om hier te stoppen. De Amerikanen kennende hebben ze ons allang in de gaten op de radar, maar goed, ze bekijken het maar.
We rijden een stuk langs een prachtige kustweg. Onvoorstelbaar mooi is het hier. Ik zou hier wel een dag willen fietsen of wandelen. Helaas, we moeten verder, we moeten naar Baracoa, zo’n 240 kilometer hier vandaan. We draaien de bergen in, weg van de kust. Hier is het zo mogelijk nog mooier, de weg slingert zich door de Sierra Maestra. Tropische bossen, heuvels met palmen, rivieren die naar zee stromen, het is hier paradijselijk. Onderweg zijn er weer veel lifters. Ook schoolkinderen, Gladys vertelt dat de schooljeugd vorige week vrij had. Dan hebben ze nog een week vrij in oktober, 1 januari en 1 mei zijn ze vrij en verder de maanden juli en augustus. Sinds het bezoek van de paus (1998) zijn ze ook vrij op 25 december. Aan vakantiespreiding doen ze hier niet, zo te horen. Vakantie is denk ik een begrip dat hier niet zo bekend is. De schooljeugd is overigens te herkennen aan hun uniformen, spijbelen is er dus niet bij. Rood is de kleur die door de lagere schooljeugd wordt gedragen, camelkleurig voor de middelbare scholieren en blauw voor degenen die op een internaat zitten. Studenten dragen geen uniform. Zo’n uniform heeft wel wat, een aantal problemen voorkom je hiermee. Ik vrees dat de mail aan Wouter Bos tamelijk uitgebreid zal zijn.
Vandaag lunchen we paradijselijk aan de oever van de rivier de Toa. Dit is een ecologisch restaurant. Gekookt wordt er op een houtvuur, de pannen hebben betere dagen gekend. Opscheppen doen we zelf in beide betekenissen. De borden zijn van bamboe, idem het bestek. We beginnen met een pittig soepje, gevolgd door, nou ja, van alles wat. Prima, lekker gegeten. De drankjes, met rum, genieten we uit uitgeholde grapefruits.
Ook dit keer mag ik er twee wegwerken en het hakt er weer behoorlijk in.
Na de lunch maken we een korte wandeling. Om te beginnen zien we hoe cacao groeit. Prachtige bloemen, in Suriname heet dit Faja Lobbi ofwel: brandende liefde.Een man doet zijn paard in bad, dat moet natuurlijk ook gebeuren, tenslotte is het maandag: wasdag. Verschillende agaves, ik moet eens zo’n plant voor onze binnentuin aanschaffen. Dit is de koffiestruik, de besjes zitten er al in. Koffiestruiken groeien in de schaduw, meestal onder de Johannes broodboom. Geiten zijn hier overal, echt de koe van de arme man. Vijgen, als ik mij niet sterk vergis. In de verte de tafelberg, deze berg wordt in de dagboeken van Columbus genoemd. Een prachtige gele bloem en een koningspalm. De vruchten van de koningspalm worden door varkens gegeten. Een rivier en Gladys met Orchideetje. Zo te zien gaan we bij een echte Cubaanse boer op bezoek. Het huis is gemaakt van planken uit palmhout en het dak is bedekt met palmbladeren. Gladys vertelt dat deze huizen tijdens orkanen gewoon blijven staan terwijl van ‘moderne’ huizen de daken en muren in het rond vliegen. De boer heeft zojuist een nieuwe steel voor zijn ‘schep’ gemaakt. Vrouwlief, niet op de foto, heeft het kookvuur vast aangemaakt en zoonlief is met zijn motor bezig geweest.
Echt een huishoudelijk tafereeltje. Toch niet dat varken, hoop ik. Kijk, zo begint de kokospalm. Ik zal maar geen stekje meenemen, de invoer zal ongetwijfeld verboden zijn en ik denk dat ze het in Nederland toch niet naar de zin hebben. Zoonlief klimt in een kokospalm en kapt voor ons verse kokosnoten. Dat gaat gewoon met Hevea’s en een stuk touw boven de knieën. Het sap van de kokosnoten is heerlijk, alleen ik kan daar niet zo goed tegen, weet ik. Ik laat dit maar aan mij voorbijgaan. Deze boom zit vol met Bromelia’s. We stappen weer in de bus en na een kwartiertje zijn we bij ons hotel. We krijgen een welkomstdrankje aangeboden bij het zwembad. Het is hier niet verkeerd. Tevens een prachtig uitzicht over de baai. Om kwart over zeven verzamelen we in de lobby en rijden naar Baracoa. We maken een korte rondwandeling, helaas valt al snel het duister in. Foto’s maken is er dus niet bij. Nog wel een plaatje van de kerk, die nog gewoon in gebruik is. We eten vanavond in een Paladares. Ik bestel varkensvlees – ik hoop niet van ons scharrelvarken – met rijst en zwarte bonen. Een pilsje erbij, prima gegeten. Tegen tienen liggen we erin, voor het prachtige zwembad moet ik nog maar eens terugkomen.