Woensdag 13 juli 2011
Stewart – Hyder – Fish Creek – Salmon gletsjer – Hyder – Stewart
We staan – schrik niet – om vijf uur op. Op de kamer nuttigen we een licht ontbijt, want ontbijten in het hotel kan nu nog niet. Om zes uur vertrekken we met de bus naar Hyder, dat is een dorpje net over de grens in Alaska. Onderweg stoppen we nog even om naar een typisch beverlandschap te kijken. Bever(s) zien we niet. Om twintig over zes arriveren we bij de Fish Creek. Dit is een riviertje waar je met de auto vlakbij kunt komen. Volgens de parkwachter komt er zo nu en dan even een beer kijken of er al vis is. Tot heden is dat niet het geval, de zalmtrek is aan de late kant.
Tja, geen zalm, dus geen beren. Ik bekijk maar eens de informatieborden. Oeps, jagen mag niet. Er zijn dus vier soorten zalm, nooit geweten. Zalmen hebben een ingewikkelde levenscyclus. In het voorjaar komen de eitjes uit en beginnen de jonge zalmen aan hun trek naar zee. Die reis kan tot twee jaar in beslag nemen. Daarna leeft de zalm twee tot vijf jaar in zee. Over het waar en hoe is niet veel bekend. Dan zoekt de zalm de rivier op waar hij geboren is en zwemt tegen de stroom op. Een beetje zalm zwemt per dag zo’n 30 kilometer. En dan te bedenken dat er zalmen zijn die maar liefst 1200 kilometer rivier voor de boeg hebben. Eten doet de zalm dan niet meer. Aan het eind van de reis schiet de vrouwelijke zalm kuit die door het mannetje bevrucht wordt. Daarna sterven de zalmen. Eigenlijk is het een tragisch verhaal. Hier staan we dan in alle vroegte bij de Fish Creek. Hier zitten beren, dus is er voor de veiligheid een stevige constructie gefabriceerd. Zoals gezegd, er is geen vis en zelfs geen nieuwsgierige beer.
Ik maak maar foto’s van de informatieborden. Ook bij het aanpalend meertje zijn er geen beren te zien. Zo rond een uur of acht houden we het voor gezien.
We stappen weer in de bus en rijden terug naar Canada, naar Stewart.
Kijk, de V.S. inrijden is geen probleem, maar Canada inrijden kan zomaar niet.
We stoppen bij de douane (geheime dienst?). De dienstdoend ‘beambte’ neemt alle paspoorten in en verdwijnt minutenlang in zijn hok. Schrijft hij alle NAW-gegevens over?
Of is hier een hypermodern scanapparaat online? OK, we krijgen onze paspoorten terug mét stempel. Om kwart voor negen zijn we weer in Stewart. Eerst kopen we de lunch voor straks en doen boodschappen in de ‘supermarkt’. Willy heeft ons een wandelpad gewezen en die ‘neem’ ik even. Toentertijd stond de zeespiegel veel hoger en stond Stewart zelfs regelmatig blank. Zeeschepen konden via het Portland kanaal tot vlakbij Stewart komen. Er liep toen een kade van Stewart door de vallei tot het begin van het kanaal. Nu is er een plankier gemaakt, want het terrein is drassig. Ik kom er trouwens achter dat er geen netwerk is in Stewart, ik ben dus onbereikbaar.
Om kwart over tien mogen we de bus weer in, we gaan naar de Salmon gletsjer.
We rijden weer richting Hyder en stoppen onderweg waar het Portland kanaal begint.
Er is weer enige activiteit in de vorm van houtvlotten. We rijden de grens weer over en voor Hyder mogen we eruit en te voet het dorp verkennen. Nou, ook hier zijn de goudzoekers verdwenen, dus het stadje oogt verpauperd. Afgereden bussen en auto’s druk je uiteraard een stukje de struiken in. Tjonge, een beer! En zomaar op straat. Gelukkig kuiert het beest de gravelweg af en verdwijnt al snel tussen de struiken. Hoe zit het hier met onze veiligheid?Had ik nu die pepperspray ($40,-) toch maar gekocht in die outdoorwinkel. Daar ergens zit hij (de beer).
Het is trouwens prachtig weer en het wordt vandaag 27 graden in de plus. En dat in Alaska! We stappen weer in de bus en rijden Hyder uit. Hoewel aan de rand van Hyder – bij een afvalhoop – zitten maar liefst twee beren. Een kuiert wat rond en de ander zit op een stapel boomstammen. Nou ja, het heeft wel wat natuurlijk, maar ik zou hier uitsluitend willen wonen voorzien van een grootkaliber geweer. Tegen twaalven rijden we Hyder echt uit. Iets verder zijn nog wat restanten te zien van een voormalige brug. Is dit selectief kappen? In zekere zin wel, maar deze grasstrook markeert de grens tussen Canada en de United States. Aan de kant van de weg staat deze grenspaal. Ik maak een foto van beide zijden. Tegen enen bereiken we de Premier Mine. Van 1910 tot 1996 (met enkele onderbrekingen) is hier in dagbouw veel goud gewonnen. Om kwart over een zijn we bij de Salmon gletsjer. In grootte is het de vijfde van Noord Amerika. We staan hier bij de zijkant van de ‘teen’ van de gletsjer. Een gletsjer smelt en er komt behoorlijk wat water vrij. Hier sta ik wat verder en maak met de fish-eye een overzichtsfoto. Het gletsjermeer is te zien. Nog wat verder maak ik deze foto. Even na tweeën komen we bij het Summit View Point. Dit is voor ons het hoogste punt voor vandaag. We staan hier op 1132 meter. Het is hier wat winderig, maar prima weer.
Hier genieten we onze meegenomen lunch. Willy had de man al aangekondigd, maar ik meende dat hij een grapje maakte. Nee, het is serieus, op deze Summit woont – in een klein tentje – de zogeheten Bear Man.
Hij heeft zich het lot van de Grizzly ’s aangetrokken en bestudeert en filmt ze.
Nou, deze man speelt met zijn leven, we zullen nog wel van hem horen. Verder mogen we niet, er is lawinegevaar. OK, de liefhebbers mogen van Willy een stukje te voet. De bus vertrekt over een half uurtje en zal ons weer oppikken. Zijn er hier beren? Uiteraard, in Canada zijn overal beren.
Het is wel een aparte ervaring om hier zo te lopen. Na een half uurtje worden we opgepikt door de bus en rijden we terug naar Stewart.
Eerst loop ik naar de receptie van ons motel (aan de overkant van de straat). Ik ga klagen over onze bovenburen, die tot diep in de nacht met een aantal vrienden op het balkon een luidruchtig feestje hebben gebouwd. Oeps, de receptioniste haalt meteen de manager op. Deze vrouw – met duidelijk haar op de tanden – neemt mijn klacht serieus. Zij belooft de mannen indringend toe te spreken. Zij kijkt erbij dat ze de mannen eventueel zonder meer op straat zet. We hebben nu vrij om te dineren. Een aantal doen dat weer in ‘Alaskan King Crab’, maar dat hebben we wel gezien. Wij gaan naar het Bitter Creek Café. Het is een voormalig hotel, maar nu in gebruik als restaurant. Hoewel, dit is een regelrecht museum! De Griekse Salade komt door! En dat in Canada! Nou, prima! De gegrilde Wild Pacific Salmon smaakt ook prima! De rijst is perfect, dus gelukkig niet zoals in The Wickaninnish. Dit alles begeleid door een prima Shiraz. Als toetje ijs. Ook prima. We rekenen $75,- af, dit keer zit de HST (de BTW dus) erbij. Het bedieningsgeld à 10% komt er nog bij. Hm, ik kan daar toch niet goed aan wennen. Voor ons hotel staat een Peterbilt houtvrachtwagen. Het wielstel dat nu bovenop de trekker staat hangt er normaal achteraan. Hele boomstammen kunnen dan mee. Het zit er voor vandaag nog niet op! Om 19.00 uur verzamelen we bij de bus om weer naar de Fish Creek te gaan. Orchideetje gaat niet mee, zij heeft het wel gehad voor vandaag. Tegen half acht zijn we er en eerst maken we een korte wandeling. Gelukkig heeft Willy muggenspray in de bus, want het stikt hier van de muggen. En deze beesten lusten ons rauw! We kijken nog even bij de Fish Creek, maar geen vis dus ook geen beren.
Jammer, maar het is niet anders. Wat we wel zien, er zijn twee bevers druk aan het foerageren. In het ‘echt’ heb ik nog nooit bevers gezien. Tjonge, wat een leuke beesten. Om half tien rijden we weer naar Hyder. Er staat nog één activiteit op het programma.
We worden in het plaatselijk café ‘gehyderized’. Nou, de bar zit vol en de drank vloeit rijkelijk. Je moet daartoe wel 21 jaar oud zijn, anders verdwijnt de uitbater voor 5 jaar achter de tralies. Kijk, dat zijn straffen die indruk maken. Dat ‘Hyderizen’ gebeurt met een drankje van maar liefst 75.5 %. De kleine glaasjes worden volgeschonken. Je mag er noch aan ruiken, noch aan nippen. Het glas moet in één teug geleegd worden. Nou, ik stik er bijna in, maar dan kan ik ook mijn certificaat in ontvangst nemen. Mijn glas koop ik als aandenken. Ai, hier hangt nog een leuke spreuk!
Het is duidelijk waar de sympathie van de uitbaters naar uitgaat.
OK, het is mooi geweest. We stappen weer in de bus en rijden terug naar Stewart.