Amsterdam Maritiem Verleden (maart 2025)

Inleiding stadswandeling Amsterdam ‘Maritiem verleden’.
Dat Amsterdam een groots maritiem verleden heeft, is bekend. Maar het is verrassend hoeveel er van het maritieme verleden van Amsterdam in deze tijd nog zichtbaar is.
Deze wandeling laat de ontwikkeling zien van de Amsterdamse haven met de daarmee verbonden maritieme activiteiten. Het begint allemaal bij de monding van de Amstel in het IJ waar de daar aangelegde dam in 1320 twee havens in één klap creëert. En het eindigt bij het Oostelijk Havengebied rond 1980. In ieder geval wat betreft het centrale deel van Amsterdam rond het IJ. De Zeehavenregio Amsterdam bloeit nog sterk in het Westelijk Havengebied, en in de havens van Zaanstad, Beverwijk en IJmuiden.
In de eeuwen ertussen was er veel maritieme activiteit op het havenfront in het IJ (vanaf 1380), op de Westelijke en Oostelijke Eilanden (vanaf de eerste respectievelijk de tweede helft van de 17e eeuw), in het Entrepotdokgebied (vanaf 1827) en in de Nieuwe Vaart (in 1648 gegraven, maar vooral in de tweede helft van de 19e eeuw intensief als haven in gebruik).
Het Oostelijke Havengebied ontwikkelde zich vanaf 1874 met de aanleg van het Spoorwegbassin. De Oostelijke Handelskade was vanaf 1882 in gebruik.
Maritieme activiteit houdt meer in dan het aanleggen, laden en lossen in de haven. We zien op de wandeling kapiteinshuizen, scheepswerven (een enkele nog in actie), de hoofdkantoren en centrale pakhuizen van de West-Indische en Oost-Indische Compagnie, de hoofdkantoren van de belangrijkste Amsterdamse rederijen, een opvanglocatie voor Oost-Europese migranten op doorreis naar Zuid-Amerika en de hoofdgebouwen van de Admiraliteit, later Marine. En pakhuizen, veel pakhuizen.
Niet meer als zodanig in gebruik, maar omgebouwd tot appartementen, kantoren, horecagelegenheden en ontmoetingscentra.
Als we naar het station lopen, laat het weer zich van zijn goede kant zien. Het is zo’n 10 graden in de plus en daar komen vandaag nog wat graadjes bij. Het is zonnig en het blijft droog. Prima wandelweer dus. In de loop van de dag gaat wel de bewolking toenemen. De trein is op tijd en brengt ons zonder mankeren naar station Amsterdam CS.Tja, elders in het land zijn er wel wisselstoringen en ergens is een spoor defect.
Eerst maar de KMA (koffie met appeltaart) in Loetje.Nou, de appeltaart is zonder meer ‘puik’.Ok, we gaan van start. We lopen langs het Ibis Hotel en nemen iets verder links de brug. Zicht op de Westertoegang, de Prins Hendrikkade en in de verte de Sint-Nicolaasbasiliek. De basiliek is op 8 maart 2025 verheven tot co-kathedraal van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Ik moet er aan denken om in november mijn St. Nicolaas verlanglijst te deponeren in de basiliek.Aan de Droogbak staat het megalomane pand van Clifford Chance. Hier werken maar liefst 150 advocaten, die ondersteunt worden door 150 medewerkers. Het gebouw zal toch ooit een andere bestemming hebben gehad?Aan de Haarlemmerhouttuinen staat het Activiteitencentrum de Piramide.Vanaf de Westerdokskade zicht op de Korte Prinsengracht.Inmiddels lopen we op het Westerdokseiland. Het Westerdokseiland is aan het eind van de jaren tachtig van de 19e eeuw in het Westerdok aangelegd als werkgebied voor de Nederlandse Spoorwegen. Het lijkt me toch prima wonen op zo’n ‘woonboot’.Inmiddels zijn we de Silodam – in het verlengde van het Westerdok – helemaal afgelopen. Verder kunnen we niet. Kijk, zicht op het Pontsteigergebouw.Het gebouw maakt onderdeel uit van de gebiedsontwikkeling van de Houthavens.
Het wooncomplex is gelegen aan het IJ waar de veerpont naar het NDSM-terrein en de Distelweg vertrekt van de in 1957 gebouwde pontsteiger bij de Tasmanstraat.
Het ontwerp van Arons en Gelauff Architecten werd in 2007 uitgekozen en, ondanks de kredietcrisis, in 2015 nagenoeg volgens dit ontwerp gebouwd. Het pand bevat woningen, winkels en horecagelegenheden. Hoewel het gebouw uitermate hoekig aandoet, bevinden zich in de plint ruimtes met een in vloeiende lijn uitgevoerde gevels. Op de 25e etage bevindt zich een penthouse van 1440 m². Met de bouw van het 92 meter hoge gebouw werd begonnen in februari 2015, het is in 2019 definitief opgeleverd.
Rechts is een trap naar een platform met prachtig uitzicht op Noord.We lopen weer terug en komen langs twee tot appartementencomplex verbouwde graansilo’s.We steken de Zoutkeetsgracht over met deze ophaalbrug.In de jaren 1614 en 1615 werden de Westelijke Eilanden aangelegd. Ze heetten oorspronkelijk Vooreiland, Middeneiland en Achtereiland, maar werden snel omgedoopt in Bickerseiland, Prinseneiland en Realeneiland.
Het Bickerseiland kreeg zijn naam naar Jan Bicker uit de koopmansfamilie die het eiland in 1631 koopt. Het Realeneiland werd vernoemd naar Jacob Reaal die het in 1624 koopt. Het Prinseneiland ontleende vermoedelijk zijn naam aan het huis De Drie Prinsen dat daar heeft gestaan.
Het aanleggen van de Westelijke Eilanden was onderdeel van de Derde Uitleg van 1613. Dat was de grote stadsuitbreiding van Amsterdam. Deze eilanden zorgden voor een forse toename van het grondgebied van Amsterdam.
Op het Realeneiland bevinden zich op de Zandhoek enkele prachtige, herbouwde of gerestaureerde grachtenpanden. Ze werden vaak bewoond door mensen werkzaam in de scheepvaart, bijvoorbeeld kapiteins.Aan de Realengracht staat dit verbouwde pakhuis.Ook aan de Realengracht wooncomplex de Real. Het is gebouwd op de plaats van vier verwaarloosde pakhuizen.Middels de Drieharingenbrug steken we de Realengracht over.Op het Prinseneiland opnieuw een verbouwd pakhuis.Aan de Kleine Bickersstraat een beschilderde gevel.We lopen nu aan de overzijde van het Westerdok, dan zien we de woonboten eens van de andere kant.Aan de Touwslagerstraat ‘De Reus van Bickerseiland’, met – nagenoeg onleesbare – uitleg op een stoeptegel.Iets verder een heuse moestuin en dat midden in de stad.Aan de Korte Prinsengracht is een sluisje met gedenkstenen.Aan de Brouwersgracht twee struikelstenen. Hier heb ik al vaker over geschreven.Aan de Haarlemmerstraat op nummer 75 bevindt zich het West-Indisch Huis.
De West-Indische Compagnie (WIC) had hier van 1623 tot 1647 zijn hoofdkwartier.
In dit gebouw vonden de vergaderingen plaats van de Heren XIX, het algemeen bestuur van de WIC. De WIC had het recht (octrooi) alle handel te drijven met de koloniën in West-Indië: West-Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Berucht was de slavenhandel van de WIC.
In 1647 kwam de WIC in financiële problemen vanwege het verlies van zijn suikerplantages in Brazilië. Men verhuisde toen naar het West-Indisch Pakhuis op het ’s Gravenhekje.
Nu is het West-Indisch Huis kantoorlocatie en centrum voor bijeenkomsten.
En restaurant zo te zien.Aan de Prins Hendrikkade 33 staat dit imposante gebouw. Toentertijd hoofdkantoor van de scheepvaartmaatschappij Koninklijke Hollandsche Lloyd (KHL). Die liet tussen 1917 en 1921 door architect Evert Breman een eigen statig hoofdkantoor bouwen. Onder meer door de naweeën van de Eerste Wereldoorlog kwam de KHL in financiële problemen en moest men dit pand al snel afstoten. De kantooractiviteiten verhuisden naar de Oostelijke Handelskade. Later kwamen in dit gebouw achtereenvolgens een verzekeringsmaatschappij en het Kadaster. Sinds 2013 hotel Art’otel.
Met 107 stijlvolle kamers en suites waarvan het design is gericht op vertrouwd en ontspannend comfort. Met een artistieke touch van de huiskunstenaar Atelier Van Lieshout, biedt het u een elegant en modern toevluchtsoord tijdens uw luxueuze hotelverblijf in Amsterdam.Zicht op het Damrak. Hier was vroeger de monding van de Amstel in het IJ. Sinds de aanleg van de Dam in de Amstel diende dit rechte stuk water (= rak) tot in de 19e eeuw als haven voor kleinere schepen.Aan de Nieuwebrugsteeg een pub. Die frequenteren we maar niet.Aan de Sint Olofssteeg een verzameling gevelstenen.Aan de Oudezijds Voorburgwal het monument voor Majoor Bosshardt.We steken de Armbrug over en lopen door de Vredenburgersteeg (open tot 18 uur).Zicht op de Oudezijds Achterburgwal.Aan sex tenten geen gebrek. Het zal hier ’s avonds wel druk zijn.Op Oude Hoogstraat nummer 24 staat een vroeger Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) gebouw (in het weekend is de binnenplaats afgesloten).
De VOC bestond uit verschillende kamers (afdelingen), die zich onder meer in Middelburg en Amsterdam bevonden. Hier in Amsterdam afgewisseld met Middelburg, vergaderde het algemeen bestuur van de VOC, de Heren XVII, dat de overkoepeling vormde van de zeven relatief onafhankelijke kamers van de VOC. De in 1602 opgerichte VOC huisde vanaf 1603 in het Oost-Indisch Huis, dat in de 17e eeuw regelmatig werd uitgebreid. De gevels aan de binnenplaats zijn indrukwekkend versierd. Na de opheffing van de VOC in 1798 bleef het gebouw in overheidshanden. Nu is het onderdeel van de Universiteit van Amsterdam.De honger knaagt, maar tot nu was het erg druk op straat. De restaurants zaten vol, maar nu is het raak. In café Stopera nuttigen we tosti’s.Verder maar weer. Het is nu bij halfvier en inderdaad begint de bewolking toe te nemen.
Zicht op de Oudeschans en de Montelbaanstoren. Deze toren stamt uit 1516. De naam is ontstaan doordat de Hertog van Alva (Alba) bij deze toren een kasteel wilde bouwen, en dit kasteel de naam Monte Albano wilde geven.Daarna steken we door naar de eilanden Uilenburg en Rapenburg. Hier waren vroeger scheepswerven en pakhuizen. Nu een aantal fraaie gevelstenen.Maar helaas ook een groot aantal struikelstenen.Aan de Rapenburg deze wandschildering.Iets verder naar het oosten is het Entrepotdokgebied dat vanaf 1827 in gebruik is genomen. Amsterdam kreeg te maken met sterke concurrentie van andere havensteden en moest daarom de doorvoerhandel efficiënter organiseren. Dit gebeurde door ingevoerde goederen tijdelijk op een afgesloten terrein met pakhuizen vrij van invoerrechten op te slaan. Omdat de schepen steeds groter werden, moest het Entrepotdok in 1902 verhuizen naar de Cruquiusweg in het Oostelijk Havengebied.
Na de verhuizing in 1902 en toenemende verwaarlozing vond de afronding van de ingrijpende renovatie door architect Van Stigt in 1985 plaats tot het grootste bewoonde pakhuizencomplex van Amsterdam.De stadswandeling ‘Maritiem verleden’ is maar liefst 15 kilometer lang. Teveel voor een middag. We hadden al besloten de oostelijke lus te bewaren voor een volgend keer.
We lopen – eigenlijk de route voor de volgende keer – terug naar het station.
Kijk, de Montelbaanstoren van dichtbij. Hier gingen de bemanningen van de VOC-schepen aan boord van kleine schepen die hen naar de rede van Texel brachten. Daar begon de reis pas echt.Aan de Prins Hendrikkade 131 woonde admiraal de Ruyter van 1655 tot zijn dood in 1676. Zijn portret zien we in de gevel.Het Scheepvaarthuis dateert uit 1916 en is een creatie van architect Van der Mey in de stijl van de Amsterdamse School. Van oorsprong is het scheepvaarthuis een gezamenlijk kantoorgebouw van een aantal rederijen. Zij besloten een kantoor met aanzien te bouwen met veel verwijzingen naar de scheepvaart. Onder andere de KNSM had hier zijn hoofdkantoor. Als laatste vertrok deze in 1981 uit het Scheepvaarthuis.Aan beide zijden steken in totaal 29 blokken graniet uit de muur met daarop de namen en portretten van 29 Nederlanders die door scheepvaart bekend zijn. Ik fotografeer er twee, voor de overigen zult u zelf een kijkje moeten nemen.Bij de ingang op de hoek zien we vier beelden. Ze verwijzen naar de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan, de Stille Zuidzee en de Indische Oceaan.Sinds 2007 is hier hotel Amrâth gevestigd.Het luxe 5-sterren Grand Hotel Amrâth Amsterdam is gevestigd in het Scheepvaarthuis, een ruim 100 jaar oud monument in Amsterdamse School-stijl. Het hotel beschikt over 205 luxe kamers, waarvan 22 suites, 8 vergader- en evenementenzalen, Bar Lounge en een Spa & Wellness centre. Grand Hotel Amrâth Amsterdam ligt op slechts 500 meter van het Centraal Station, is goed bereikbaar vanaf de snelweg en beschikt over een eigen parkeergarage.
Sowieso een prachtig gebouw. Een keertje overnachten?We lopen de Prins Hendrikkade verder af en dan langs de Schreierstoren.
Het is een mythe dat vrouwen hier schreiend afscheid namen van hun echtgenoten die per schip vertrokken. De toren was een verdedigingstoren die op deze plek een schuine hoek, een Screyhouck, maakt. Vandaar dat zijn oorspronkelijke naam Screyhouckstoren was.We zien op de toren verscheidene herinneringsplaten. De gevelsteen boven de ingang draagt de tekst ‘Navigare necesse est’ (Varen is noodzakelljk) en ‘Eerste schipvaart naar Oost-lndië 1595 herdacht 1945’.
De plaquette links werd in 1959 aangeboden door de Port of New York Authority, ter herdenking van het feit dat Henry Hudson 350 jaar geleden hier vertrok. Verder naar links herinnert een bronzen plaquette aan dezelfde reis van Hudson in 1609 met het schip De Halve Maan.We lopen naar het Centraal Station dat we vanaf hier al zien liggen.
Helaas, onze trein is nét weg, maar we zijn ruim op tijd voor de volgende.
De terugreis verloopt verder probleemloos en mooi op tijd zijn we weer thuis. We hebben er een prachtige stadswandeling opzitten. Mettertijd de oostelijke lus.

Moet ik nog iemand bedanken? Oh ja, natuurlijk de schrijver van het gidsje: Gerard Goudriaan. Overigens, is jou bekend dat de track niet in de pas loopt met het gidsje? Maakt verder ook niet uit, we hebben het allemaal prima gevonden.