Zondag 6 oktober 2013
Salt Lake City
Om zeven uur staan we op en om half acht genieten we het ontbijt. Het ‘eitje’ moet worden besteld, de rest is buffetwerk. De koffie is (eigenlijk voor het eerst) ondrinkbaar. Valt me toch een beetje tegen van een – surrogaat – Hilton hotel. Om halftien starten we met de rondrit. Eerst gaan we naar het Salt Lake. Zo te horen is dit het grootste zoutwatermeer ter wereld. Het is zo zout (27%), omdat het meer niet afvloeit naar zee. Het water verdampt en de (zout)mineralen blijven achter. De Dode Zee is zouter (33%), maar ik hoor dat – door extreme verdamping – Salt Lake momenteel zouter is dan de Dode Zee. Gezwommen wordt er niet, er is geen mogelijkheid om na een bad het zout af te spoelen.
Opnieuw is er een Japanse die even voor mij wil poseren. Het ziet er nogal troosteloos uit en meteen is goed te zien dat het waterpeil laag staat. Veel leeft er niet in het zoute water, alleen de ‘brine shrimp’ heeft het hier naar zijn zin.
Jim heeft er een paar gevangen, het zijn maar miezerige beestjes. In het Visitor Center maak ik voor de liefhebbers enkele foto’s van de informatieborden. We rijden naar het ‘This is the Place Monument’ gebouwd tussen 1939 – 1947.
Het monument is opgericht ter herdenking van de pioniers die zich als eersten vestigden in SLC. Helaas staat de zon een beetje verkeerd, daarom zijn de foto’s van matige kwaliteit. We rijden terug naar het centrum, via de sportaccommodaties van de Olympische Winterspelen van 2002, maar dat doet me niet zoveel. De middag is ter vrije besteding. Nou, dat laten we ons geen tweemaal zeggen. Helaas, de winkels zijn dicht, verkeerde timing van de reis.
Eerst genieten we een sandwich en een espresso in een Starbucks vestiging. Ze zijn niet goedkoop, maar de espresso is er altijd voortreffelijk (bijna net zo lekker als thuis).
We gaan eerst naar het tempelplein. Hier staat een monument voor Brigham Young en de Pioniers. De tempel (met vijver op de voorgrond) staat er mooi bij, jammer dat ik er niet in mag. Als zwerver moet je nu je slag slaan. Ik kijk een tijdje, maar ik zie niemand iets doneren. Het is druk bij het conferentiecentrum. Nu zie ik ook vele vrouwen en kinderen, zonder uitzondering keurig gekleed. Trouwens, ik las dat de conferentie gisteren uitsluitend toegankelijk was voor mannen. Mannen ontvangen – vaak al op jonge leeftijd – het ‘priesterschap’. Tja, en een priester moet uiteraard wel een man zijn. Tweehonderd mormoonse vrouwen wilden gisteren ook naar binnen, maar de toegang werd hen geweigerd. Ik heb daar niets van gezien. Het doet me denken aan het conflict binnen de SGP. Aan de linkerkant van het Conferentiecentrum is een pracht van een waterval gesitueerd. De SLC politie is ook actief, maar zij beperken zich tot kijken naar de wel zeer gedisciplineerde mormonen. Zij rijden BMW (en geen Harley). We hebben er trouwens opnieuw prachtig weer bij, het is 20 graden in de plus. ’s Winters kan het hier 20 graden in de min zijn. We lopen het North Visitor’s Center in. Aan de wand hangen schilderijen. Boven in het gebouw staat een ruim drie meter hoog Christus beeld. Mormonen laten zich hier graag fotograferen. Tableaus zijn er ook. Helaas, de afdeling ‘God’s Plan for His Family Exhibit’ is afgesloten. Er hangt een bordje dat je een broeder of zuster kunt vragen om de afdeling te openen. Dat laat ik maar uit mijn hoofd.
Opnieuw de Tabernakel. Zouden we hier binnen mogen kijken? Dat mag, er is een ceremonie aan de gang. Twee mannen voorin voeren het woord.
Zou één van hen de huidige president (profeet) van de LDS, te weten Thomas S. Monson zijn? En de andere een ‘raadgever’, mogelijk Henry B. Eyring of Dieter F. Uchtdorf? Gedrieën vormen zij het zogeheten ‘Eerste Presidium’. Er lopen constant mensen in en uit, na een minuut of vijf houden we het voor gezien.We gaan buiten op een muurtje zitten, dat doen er velen.Kijk, volgens mij zijn dat zendelingen.En dit is er ook één, en deze ook.Al snel komt er één naar ons toe. Hoe we het hier vinden en of ze iets mag vertellen. Oeps, voor je het weet ben je bekeerd!
Buiten is de preek in de tabernakel te volgen, aan de geluidsinstallatie mankeert niets.
Veel jongeren zijn serieus met hun geloof bezig, het schriftje vult zich met aantekeningen.
Deze fotograaf – ik spreek hem even aan – fotografeert voor het blad van de LDS.
Hij gebruikt – net als ik – een 300 mm telelens, dat schept een band. Deze mensen hebben overgewicht, zij moeten ‘De Leer en Verbonden’ afdeling 89 eens goed bestuderen. Er is ook nog een South Visitor Center. Hier staat de zon mooi op. Binnen is onder andere een maquette te zien van het interieur van de tempel. Nou, nu heb ik toch een goede indruk. Buiten fotografeer ik een mooi doorkijkje richting tempel. Deze tekst (en het standbeeld) verklaart de naam LDS. De plantenbakken krijgen van mij een dikke ‘tien’. Dit is de stichter van LDS. De tuinman mag de tak achter het hoofd van de stichter wel eens afzagen. En dit is zijn broer Hyrum. We hebben het wel gezien. Buiten het tempelcomplex is het gebouw van de Family History Library. Hier bevindt zich die enorme genealogische database. Deze is door iedereen te raadplegen, maar niet op zondag. Een bezoek aan Beehive House, het Lion House en het Joseph Smith Memorial Building laten we achterwege. Het is wel mooi geweest zo.
We lopen terug naar het hotel, zover is het niet. Jammer dat alle winkels dicht zijn. Ik had me nog wel even willen verpozen in de Apple store. Pal naast ons hotel is een vestiging van Starbucks gevestigd. Een espresso gaat er wel in. We gaan douchen en ons omkleden. Om half zeven is het afscheidsdiner. Intussen pakken we de koffer zoveel mogelijk in. Morgen naar huis!
Nou, daar zitten we dan. Het mag gezegd, het was een prachtige reis! Het menu, wat zal ik eens nemen. Salade sowieso. Gevolgd door zalm, begeleid met een prima rode wijn. Bij zalm hoeft echt niet perse een witte wijn. En als toetje chocolademousse en koffie. Prima gegeten, mijn complimenten.
Om half tien gaan we naar de kamer.