Vrijdag 19 juni 2015
Gunnison – Monarch Pass – Leadville – Boulder
Om half zeven staan we op en om zeven uur genieten we het ontbijt. Er ligt plastic bestek, maar verder is het ontbijtbuffet compleet en goed verzorgd.
We zouden toch om half negen gaan rijden? Is er iets aan de hand? Ik vermaak me door buiten naar een aantal Harleys te kijken en er twee op de foto te zetten. Ik denk dat er in Gunnison een ‘Meeting’ van Harleys aan de gang is. Om tien over half negen gaan we rijden. Het is trouwens prachtig weer! Net buiten Gunnison zijn ze met de weg bezig. Dat houdt even op, maar ja, de weg moet wel onderhouden worden. We rijden op de 50 East. We zijn er al bijna langs. Buiten Gunnison is wat veeteelt. Op de voorgrond loopt een riviertje. Hier rijden we het Gunnison National Forest in. En we gaan stijgen. Dat klopt ook wel, we rijden naar de Monarch Pass op een hoogte van 11.312 feet. Dat zijn dus 3.447 echte meters. Daar zijn we om half tien. Hier loopt de Continental Divide, oftewel het water loopt linksaf naar de Pacific Ocean en rechtsaf naar de Atlantic Ocean. Orchideetje trekt een benauwd gezicht, want ze denkt dat ze boven de 3.000 meter meteen geveld wordt door hoogteziekte. Veel uitzicht is er niet door de opschietende bomen, maar het is natuurlijk de bedoeling dat je het kabelbaantje naar de top neemt. Daar hebben wij geen tijd voor. Wel voor de gigantische winkel die hier staat. Ik word al moe als ik ernaar kijk. Hm, zo’n poster van John Wayne, is dat wat? Nee, dat is niets! Om tien uur rijden we weer. We gaan naar het dorpje Buena Vista voor de KMA.
Links van ons zien we de Rocky Mountains. Daar gaan we morgen een kijkje nemen. Tegen tienen zijn we bij de koffiestop in Brown Dog Coffee Co. in Buena Vista. Het duurt even, maar dan krijg je ook een 100% bak koffie. Rebecca, één van de medewerksters, heeft een prachtige tattoo. Mag ik daar een foto van maken? Dat mag! Om half elf rijden we weer weg. Op naar Leadville, naar de lunch.
Dat is meestal, de wegen volgen de rivieren. In dit geval is het de Arkansas River. Aan de overkant van de rivier loopt een spoorlijn. Maar nu ‘loopt’ de spoorlijn langs de weg. Mike houdt de bus keurig tussen de lijntjes. Ik bedoel het gele en het witte lijntje. Is dat saai rijden hier? Ach, wat is saai. Links nog steeds de Rockies. Zou deze kolenmijn nog actief zijn? Om kwart over twaalf rijden we Leadville in. Het mijnwerkersstadje ligt op 3.025 meter hoogte en is daarmee één van de hoogst gelegen steden in Amerika. Ik zie het meteen, dit is een hartstikke leuk stadje. Jim heeft bij een restaurant de lunch besteld. Tjonge, drie gangen liefst. Dat is prima voor elkaar. Het kost wel $15,- p/p. Als we dat doen (het is niet ‘verplicht’), dan houden we nagenoeg geen tijd over om Leadville te verkennen. We melden ons af en lopen de hoofdstaat in.
Daar staat de bus geparkeerd, we gaan om half twee weer rijden. Wat is dit voor een merkwaardig voertuig? Oh ja, we moesten hier ook lunchen. We kopen twee broodjes met cola/sinas. Veel makkelijker (en ook nog veel goedkoper!). Ik denk dat de paarse latex voor nop wegging. Overigens, ik heb nog een emmer mislukte okergele latex staan. Dat mislukt wil zeggen dat de bedoelde okergele kleur veel te licht is uitgevallen. Tja, en hij is weer veel te donker om het huis mee te schilderen. Er wordt altijd gefoeterd op de schoonheidscommissie, maar daarmee voorkom je wel rare kleurcombinaties. Het gevolg is eenheidsworst, dat is het ook niet. De Rockies in je achtertuin, wie wil dat nu niet. Saloons zijn er genoeg, dit is de Best Wild West Saloon In America. En dit is de Tabor. En dit een Cantina. Maar dit is de bekendste, de Silver Dollar Saloon. Ik maak binnen snel een foto met een halve seconde uit de hand. Het ziet er wel bizar uit. Tijd om hier een drankje te nuttigen hebben we helaas niet. Iemand heeft een blinde muur voorzien van een tekening. Hoewel, dit is met latex gedaan. We lopen een zijstraatje in. Hier staan van die typische Amerikaanse huizen. En met zo’n typische Amerikaanse pick-up voor de deur. Een Episcopal Church. Die laten we voor wat hij is. Dit is een Synagoge. Daar hebben wij wat meer mee. Het interieur is zoals gebruikelijk sober. Er is iemand aanwezig om vragen te beantwoorden. Achterin is de geschiedenis weergegeven in gebruiksvoorwerpen.
En aan de wanden is de geschiedenis op papier weergegeven. Een orgel(tje), of heet zoiets een harmonium?En een kachel. We lopen weer terug naar de hoofdstraat en ik neem nog wat huizen mee. Zie ik nog buitenissige voertuigen? Toch wel! Op de uithangborden in Leadville hebben ze goed hun best gedaan. Zie ik nog mensen met enig overgewicht. Dat valt erg mee. Daarvoor moet je naar Las Vegas of naar de grote steden in het oosten. ‘Dikke’ motoren staan wel overal geparkeerd. We kopen nog iets voor onderweg en lopen daarna naar de bus. Op naar Boulder, naar het laatste hotel van deze reis. Mike heeft er zin in. We rijden op de 91 North, straks de 6 (of is dat de 70?), dan de 119 (of is dat de 72?), door het dorpje ‘Nederland’ en dan zijn we bijna in Boulder. Tja, we zitten straks tegen Denver aan, daar zijn veel meer highways dan in het rustige Wyoming. Mike rijdt op een ‘TomTom’, ik weet niet eens of er voor Nederlandse TomToms of smartphones Amerikaanse navigatiekaarten verkrijgbaar zijn.
In elk geval een mooie rit langs/door de Rocky Mountains. Een fietser! Je mag hier op de highways fietsen, maar het lijkt me toch wel enigszins gevaarlijk. Wij doen het wel met de bus. Tegen tweeën rijden we langs een heus skioord. Nu oogt het rustig, maar ’s winters zal het hier wel erg druk zijn. Het landschap oogt ‘groen’. We zitten hier zeker alweer een stuk lager. Oeps, nog iets later zitten we in Denver! Mike heeft de 119 gemist! We keren (bij een viaduct) en pakken de 93 North. Zo komen we er ook, maar helaas missen we daardoor het dorpje ‘Nederland’.
Tegen vieren bereiken we het Millennium hotel. Nou, het is een groot hotel buiten het centrum van Boulder. We krijgen een kamer in een vleugel van het hotel. Ik check eerst mijn mail en tegen zessen lopen we naar de lobby. De bus brengt ons naar het centrum van Boulder, naar Pearl Street. Daar kan ‘geshopt’ worden, maar ook moeten we vanavond zelf iets regelen als diner.
Vanuit de bus, iets buiten het voetgangersgebied, had ik een ‘Asian Bistro’ gezien, daar willen we gaan dineren. We hebben nooit veel zin om tussen de toeristen te gaan zitten, we eten liever tussen de locals. Door Pearl Street lopen we terug. Oeps, waar is dat restaurant eigenlijk? We lopen nu in een ‘gewone’ straat. We lopen terug, we gaan maar op zoek naar iets anders. Kijk, een Elk, al is hij dan maar van brons. Hoewel, is dit wel brons? Krijg nou wat? Daar is hij! Wij zijn er straks gewoon voorbijgelopen. Het ziet er binnen goed uit en we krijgen een tafel.
We delen de Grilled Chicken Salad ($7,95). Wouw, dit is met afstand de beste salade tot nu genuttigd op deze reis! En ook de Chicken Teriyaki ($9,95) is 100%. Ik drink er twee biertjes bij en Orchideetje één sinas. De rekening bedraagt $39,65 inclusief tax. De service komt er nog bij. Nou, dat valt toch alleszins mee. Om alf acht zijn we uitgegeten en gaan we de straat op. We zijn niet de enigen, maar ja, ’t is vrijdagavond. Kijk eens wat een mooie tattoo’s? Dit natte volksvermaak kennen wij natuurlijk al honderden jaren als de ‘Bedriegertjes’.
In vele steden (o.a. Nice) is dit idee ook uitgevoerd. Voor de senioren is er volksdansen. Deze muzikanten doen het lang niet slecht. We zien een goed gesorteerde boekwinkel. Hier scoren we nog een aantal Engelstalige voorleesboekjes. Daar worden binnenkort de (+) leerlingen van groep 1 t/m 3 mee verrast. Orchideetje is Voorlees-oma, ze maakt het de goede leerlingen niet te gemakkelijk. Ook heeft Orchideetje al Spaanstalig voorgelezen, we zijn nu op zoek naar voorleesboekjes in de Italiaanse taal.
De resterende tijd brengen we door op een bankje. Om negen uur komt de bus voorrijden, die ons naar het hotel brengt.