Woensdag 17 juni 2015
Vernal – Douglas Pas – Colorado National Monument – Grand Junction
Om half zeven staan we op en tegen zevenen lopen we naar JB’s naast het hotel. Daar staan we ‘in de voeding’. Het ziet er prima uit. Volgens de reisbeschrijving genieten we hier een Continental Breakfast, maar dat valt gelukkig mee, het is een buffet. De dames lopen met koffie en theekannen rond om bij te schenken. Geweldig! Het valt mij op dat de Amerikaanse mannen binnen hun baseballpet ophouden. Dat doe ik ook meteen, ik burger al aardig in.
Om half negen gaan de koffers in de bus. Oeps, ze hebben nog een mooi zwembad bij het hotel. Het begint al aardig warm te worden! Volgens Peter wordt het vandaag 30 graden in de plus. Om tien voor negen rijden we weg. We pakken de 40 East en over een uurtje verlaten we de Staat Utah en rijden de Staat Colorado in.
We rijden door in cultuur gebracht prairielandschap. Dat gaat straks veranderen. Het wordt heuvelachtig. Peter vertelt dat er tot 2008 nauwelijks naar olie werd geboord. Amerika wil onafhankelijker worden van de Golfstaten en nu wordt er in heel het olierijke Colorado naar olie geboord. Ook naar Schaliegas. In Nederland is dat laatste omstreden. Zoals gezegd, het wordt bergachtig, we naderen het bergmassief van de Rio Blanco. In het dorpje Rangely drinken we koffie en om half elf gaan we weer verder.
We gaan stijgen naar de Douglas Pass op 8268 feet hoogte. Een ranch, ondanks het onherbergzame gebied. Om half twaalf staan we op de pas. Beide foto’s zijn (elk naar de andere kant) met de Fish-eye genomen. Eerst reken ik 8268 feet om naar meter. Dat blijkt 2520 meter te zijn. Mijn GPS geeft 2534 meter aan, dat klopt dus vrij aardig. Mijn Suunto zit ernaast, hij geeft 2391 meter aan. Daarna gaan we dalen. Wat moet je nu met zo’n bord ‘Falling Rock’. We rijden de prairie op. Hij is in cultuur gebracht. Dit is de Colorado River. Zonder water geen leven. Om half één rijden we het dorpje Fruita in. We gaan hier lunchen. Alcohol is hier verkrijgbaar, mits je 21 jaar of ouder bent. De boete staat er niet bij als je de wet overtreedt, maar die is aanzienlijk. Ik bestel een soepje en een classic burger. Dat kost mij $15,28 totaal. Zullen we nog wat pinnen? Verderop zie ik een bank. Daar lopen we heen, maar we worden naar de ATM buiten verwezen. Nou ja, het is een Drive-in pinautomaat. Dit zie ik voor het eerst. Wanneer gaan ze deze dingen in Nederland uitrollen? Kijk, daar hangt een heli in de lucht. Het is een UH-1 Iroquois bijgenaamd de ‘Huey’.
In Vietnam hebben er duizenden rondgevlogen en dit is dan ook een Vietnam-monument. Onder andere de Delta Company heeft in Vietnam gevochten. Van deze onderdeel-plaquettes zijn er een aantal. En van deze namen-plaquettes staan er in totaal twaalf. We hebben nog tijd voor een ijsje. Even na tweeën vertrekken we. Nou, deze vrachtwagen heeft een lading hooibalen verloren. Je zult zo’n ding voor je hoofd krijgen, ze zijn nog hartstikke zwaar ook! We rijden naar het Colorado National Monument. Het is behoorlijk stijgen geblazen. Het Colorado National Monument is een natuurpark dat in 1911 is gesticht. Eerst bekijken we het Visitor Center en daarna gaan we de Canyon Rim Trail lopen. Heen en terug over hetzelfde pad. Kijk die cactussen toch eens mooi in bloei staan! Tja, het is momenteel 30 graden in de plus, dan willen ze wel. Tjonge, de Grand Canyon is natuurlijk dieper en breder, maar dit is ook een prachtige Canyon met fabuleuze uitzichten. Om kwart voor vier vertrekken we en rijden naar de Fallen Rock Overlook.
Ook vanuit de bus genieten we van prachtige uitzichten op de Canyons. Cactussen en ander bloeiend spul staat er ook. En Biological Soil, dat is een bacterie. Daarna rijden we door naar het Cold Shivers Point. Naar ons hotel Hampton Inn in Grand Junction is het maar een kort stukje rijden. We zijn daar even na vijven. De koffie staat klaar in de lobby. Dat gaat er wel in, want we moeten altijd even wachten tot we de sleutel krijgen. Vanavond hebben we een ‘vrije avond’, dat wil zeggen dat we zelf op ons diner uitmoeten. Tegen zessen gaan we de ‘stad’ in. Nou, het valt me mee, het is nog een behoorlijke grote stad.
Kunst hebben ze ook. In Nederland zou dat meteen beklad of gesloopt worden, hier blijft iedereen er met zijn tengels af. We passeren diverse restaurants, maar deze Bistro Italiano staat ons wel aan. In de keuken wordt gewerkt. We bestellen een Garden Salad voor ons tweeën. Ai, ik dacht het al, dit is gewoon een tweepersoonssalade. Alleen krijg je zo’n schotel groenvoer toch niet weg? Mijn Cotto (pizza) komt door. Met de begeleidende lokale Merlo prima te eten. Orchideetje heeft een Pollo al pesto besteld (geen foto). In elk geval houden ze hier niet van kleine porties. Inclusief de tax en de service zijn we $42,47 kwijt. Daar doen we wat bij natuurlijk.
Op naar het hotel. Daar ga ik onder de douche en lees nog wat.
Tijdig kruipen we onder de wol, morgen weer vroeg dag.