Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Geen wandelavontuur? Nee, dat is het slechte nieuws.
Nu het goede nieuws: hier volgt een reisverslag van ons Afscheids-arrangement van ’t Heinenhoes te Anderen, ons bezoek aan de stad Zwolle, de vesting Bourtange en het openluchtmuseum ‘Veenpark’ nabij Barger-Compascum.
Reisverslag Afscheids-arrangement ’t Heinenhoes
Vrijdag 30 juli t/m zondag 1 augustus 2021
Vrijdag 30 juli 2021
Zwolle – ’t Heinenhoes
Tja, vanwege de corona-crisis hebben we sinds begin 2020 maar weinig reisjes kunnen maken. Ondanks dat we inmiddels beiden tweemaal geprikt zijn durven we het eigenlijk niet aan. Maar ja, de uitbaters van ’t Heinenhoes gaan na 21 jaar iets anders doen.
We hebben sinds 2005 maar liefst 12 weekenden in ’t Heinenhoes doorgebracht, dat moeten we toch gepast afsluiten.
Om te beginnen een stukje uit de mail die we mochten ontvangen:
Gasten van ’t Heinenhoes
Op zondag 1 augustus 2021 serveren wij het laatste ontbijt in ons Heinenhoes. En dat na 21 jaar, waarin wij met heel veel plezier aan onze gasten alles hebben gegeven wat in ons vermogen lag.
Wij hebben onze droom verwezenlijkt: Gasten verwennen en ze het gevoel geven dat ze bij ons op visite zijn. En daaraan hebben wij al die jaren heel veel plezier beleefd.
Nu laten wij met een goed gevoel en met veel liefde onze boerderij achter in Anderen, voor ons tijd voor een nieuwe uitdaging. Wat we gaan doen? Waar gaan we heen?
We nemen even rustig de tijd om dat uit te zoeken, maar als we iets nieuws hebben laten we jullie dat zeker weten.
Voor nu nodigen we jullie nogmaals uit om gebruik te maken van ons Afscheids-arrangement. We zijn er trots op om te kunnen melden dat al vele van onze Gouden Gasten dat hebben gedaan. En we waren blij verrast door de warme woorden, de leuke reacties en de mooie cadeaus die we hebben mogen ontvangen.
Dick en Sandra
Ik dacht dat we Drenthe en omgeving na al die bezoeken toch aardig kenden. Toch blijken er nog witte vlekken te zijn, daar gaan we dit weekend iets aan doen.
Even na halftien stappen we in de auto en rijden naar Zwolle. Het is droog, en zonnig, maar iets winderig. Om kwart over tien parkeren we de auto in de parkeergarage ‘Maagjesbolwerk’. Ik las dat het geen goedkope grap is, maar ja, je moet toch wat. Vandaar lopen we naar het stadhuis, daar begint de stadswandeling. We hanteren de VVV-gids ‘Sporen van Blauwvingers’. Het gidsje is al geruime tijd in ons bezit en mogelijk verouderd. We doen het er maar mee. Eerst een stukje Zwolse geschiedenis.
Rond de achtste eeuw na Christus vestigden een aantal kooplieden zich bij een natuurlijke havenkolk van een zijtak van het Zwarte Water. Deze plaats veranderde al snel in een echte haven met handels- en pakhuizen. In de schaduw van de Grote Kerk, in 765 door Lebuïnus en Marcellinus gesticht, ontstond het handelscentrum Zwolle. Later werd dit de Grote Markt.
Historici zijn het niet eens over het ontstaan van de naam Zwolle. Waarschijnlijk komt deze van het Latijnse ‘Suolle’ of ‘Suollu; een hooggelegen gebied dat bij overstromingen droog blijft.
Zwolle, dat in 1230 van de Utrechtse bisschop Willebrand van Oldenburg stadsrechten kreeg, groeide in de loop der tijd uit tot een stad van betekenis. Dit kwam voornamelijk doordat Zwolle een gunstige ligging aan de bestaande handelsroutes had. In 1407 trad Zwolle toe tot het Keulse kwartier van de Duitse Hanze. Als Hanzestad beleefde Zwolle in de 15e eeuw haar ‘Gouden Eeuw’. Ook op kerkelijk en cultureel gebied ontwikkelde Zwolle een rijke geschiedenis. De Moderne Devoten zijn hier erg actief geweest, nog vele gebouwen herinneren aan hun aanwezigheid.
De middeleeuwse stadsmuur getuigt nog van de strategische ligging van Zwolle.
Prins Maurits, die Zwolle zag als bufferstad voor invallen vanuit het Oosten, gaf Adriaan Anthonisse opdracht tot het aanleggen van bastions. Een plan dat een eeuw later door Menno van Coehoorn werd verfijnd. Het enorme project was gereed net voordat de Spaanse veldheer Spinola in 1621 de stad probeerde in te nemen. Dit lukte hem dan ook niet. Op de plattegrond van het Zwolse stadscentrum zijn de vestingwerken nog duidelijk zichtbaar.
Onderweg naar het stadhuis passeren we deze voormalige Patriciërswoning. Hm, ’t is geen winkel maar zo te zien een restaurant.Inmiddels staan we aan de achterzijde van het stadhuis.
Tja, smaken verschillen natuurlijk.Een stukje tekst uit het gidsje:
In de middeleeuwen werd het ‘Grote Kerkplein’ het ‘Grote Kerkhof’ genoemd. Toen in 1827 begraven in en bij kerken verboden werd en de graven op het Grote Kerkhof werden geruimd, kreeg het kerkhof na de bestrating de naam Grote Kerkplein. Vanaf dit plein heeft u een mooi zicht op het Stadhuis van Zwolle. Dit omvat drie gebouwen. Het linkergedeelte is het oude Raadhuis, dat voor een deel uit het jaar 1448 dateert. De voorgevel (Sassenstraatzijde) was destijds fraai gedetailleerd in gotische stijl. Na de restauratie in de 19e eeuw is het monumentale karakter wat verloren gegaan. De achtergevel (waar we vanaf het Grote Kerkplein op kijken) vertoont nog de gotische bouwstijl. Een belangrijk onderdeel van dit oude Raadhuis is de historische Schepenzaal. In vroegere tijden werden hier niet alleen bestuurlijke zaken geregeld, maar werd er ook recht gesproken. Nu doet de ruimte dienst als grote trouwzaal.
Samen met de nieuwe kantoorvleugel, ontworpen door Ir. J.J. Konijnenburg, geopend in 1976, en de voormalige Weeme, vormt het tegenwoordig het onderkomen van het Zwolse gemeentebestuur. Tijdens de werkzaamheden aan het nieuwe stadhuis werden belangrijke archeologische vondsten gedaan, die onder meer aantoonden dat Zwolle al in de Karolingische Tijd (800) blijvend bewoond werd.
Ook werden de fundamenten teruggevonden van de voormalige Raadstoren die bij het middeleeuwse stadhuis behoord heeft. Vlak voor het beeld van Adam (van Rodin), is met contouren nog de plaats aangegeven. Op één van de hoeken bevindt zich toelichtende tekst.
Nou, we doen ons best, maar die ‘contouren’ kunnen we niet ontdekken.
En bedoelen ze met die toelichtende tekst deze volstrekt onleesbare plaquette? Hier moet echt iets aan gedaan worden!Het beeld ‘Adam’ van Auguste Rodin (1840 – 1917) valt niet over het hoofd te zien. We lopen – het is wel enigszins spoorzoeken, de schrijver van het gidsje heeft de tekst waarschijnlijk niet ‘gelopen’ – en bereiken het ‘Huis met de Hoofden’. Het is één van de laat-middeleeuwse binnenstedelijke paleizen of Havezaten die Zwolle rijk is. Dit gebouw ontleent zijn naam aan een vijftal balkdragers in één van de vertrekken. Deze hebben de vorm van hoofden. De opvallende brede gotische trapgevel met gedraaide pinakels is verwant aan het zogenaamde ‘Lübecker’ geveltype. Dat wijst op de contacten die Zwolle in het verleden als Hanzestad had. Lübeck was het centrum van de Hanze. Tot 1857 werd het L-vormige huis bewoond door tal van adellijke families. In dit pand is de Muzerie, Centrum voor de Kunsten gevestigd. Het ‘Huis met de Hoofden’ is niet te bezichtigen, dat is wel een beetje jammer.Het voormalig woonhuis van ‘Willem Bartjens’ is niet genoemd in het gidsje. Ai, in mijn jeugd hoorde je dikwijls ‘dat is niet volgens ‘Bartjens’ als je een rekenfout maakte. Nu hoor je die uitdrukking nooit meer. Op de hoek met de Papendwarsstraat (Praubstraat 4) stond het St. Nicolaas- of Kremersgildehuis. Dit gilde van schippers en kooplieden werd al in 1396 opgericht.
Tja, dit historische pand ziet er niet uit natuurlijk. Kan dit pand niet in ere hersteld worden?Het ‘Langhuis’ in de Goudsteeg, het ‘Domus Pauperum Scolarum’, het ‘Domus Clericorum’, het ‘Celepoortje’, en het ‘Fratercomplex’ kunnen we niet vinden.
Het ‘Zwolse Balletjeshuis’ vinden we wel.Op de Blijmarkt uitkomend ziet u Museum de Fundatie, een museum voor beeldende kunst met in de vaste collectie werk van o.a. Mondriaan, lsraëls, Picabia, Zadkine, Toorop, Voerman, de kunstenaarsgroep Cobra en het recent ontdekte doek De molen ‘Le blute-fin’ van Van Gogh. ‘Paleis aan de Blijmarkt’ heeft regelmatig aansprekende exposities.
Hier was vroeger het Paleis van Justitie gevestigd. Het neoclassistische ontwerp, naar E.L. de Coninck, is sterk symmetrisch. Het gebouw heeft een indrukwekkende ingangspartij met een peristyle. Opmerkelijk is dat de Corinthische zuilen geen basement hebben, waardoor de slankheid geaccentueerd wordt.Links van het museum bevindt zich de fraai gerestaureerde lutherse kerk, sinds 1649 in gebruik, aanvankelijk als schuilkerk.Naast deze kerk staat een arduinen drinkwaterpomp uit 1755. Met de komst van de waterleiding in 1892 werd de pomp buiten gebruik gesteld.We zijn intussen toe aan een versnapering. De dorpspomp is buiten werking, maar tegenover het museum bevindt zich een terras. Het is prachtig weer, dus kunnen we buiten zitten.Aan de Potgietersingel staat dit fraaie pand.Dit is het borstbeeld van de dichter Everhard Jan Potgieter (1808-1875) door Charles van Wijk ontworpen. Ik moet bekennen dat ik nog nooit iets van deze dichter gelezen heb.We bevinden ons ook op één van de vestingwerken die in 1621 om de stadsmuur werden aangelegd. Zwolle werd namelijk door de Staten Generaal aangewezen om dienst te doen als ‘IJsselfrontierstad’. Het voormalige bolwerk ‘De Suikerberq’ waar we ons nu bevinden, kwam hier in 1595 tot stand, op de plaats die in 1572 was vrijgekomen na de afbraak van het vrouwenconvent, het Maatklooster.
Aan de overzijde van de straat, op het voormalige Sassenpoortenbolwerk, nu Van Nahuysplein, staat een monumentale fontein in eclectische stijl uit 1892. De fontein werd geplaatst ter ere van het 25-jarig ambtsjubileum van de Zwolse burgemeester Jhr. W.C. van Nahuys (1867-1897). De beeltenis van de burgemeester is in de water gevende koppen te herkennen. Vroeger stonden hier kanonnen opgesteld, waarvan er nu nog één te zien is voor de Sassen poort.De Sassenpoort is in 1406 gebouwd en geldt als symbool van Zwolle. De poort is opgetrokken uit baksteen, versierd met natuursteen. Om het middendak en de torens loopt nog de weergang. In de natuurstenen boog aan de buitenkant van de toren is de gleuf nog te zien van een valhek. Aan deze zijde van de Sassenpoort zien we ook de mezenkauw (werpgaten), van waaruit zo nodig kokende olie en pek over de vijand werd gegoten. Interessant is verder de plaquette aan de andere kant van het poortgebouw van Co Breman. Deze afbeelding heeft betrekking op de schenking van de stadsrechten aan Zwolle op 30 augustus 1230, door Willebrand van Oldenburg, bisschop van Utrecht en landsheer van het Oversticht.Op de hoek Koestraat/Krommejak staat een huis met trapgevel. Aanvankelijk een smederij, daarna (1651-1752) brouwerij ‘het Witte Klavertje Vier’.Aan de Sassenstraat staat de Waalse kerk. In het verleden behoorde deze kloosterkerk tot een vrouwenconvent, het zogenaamde ‘Cadenetershuis’. Omstreeks 1390 stichtte Geertruid Cadeneter hier een begijnenconvent, dat later uitgroeide tot een convent van Zusters des Gemenen Levens (Moderne Devotie). De oude conventgebouwen zijn nog grotendeels te herkennen in de aangrenzende bebouwing. De in 1501 gebouwde kapel werd in 1686 aan de, wegens opheffing van het Edict van Nantes, hierheen gevluchte Hugenoten als Waalse kerk ter beschikking gesteld.Aan de Schoutenstraat staat de Synagoge, in 1898 gebouwd naar ontwerp van F.C. Koch. In 1899 werd deze derde synagoge van de joden ingewijd. De gevel vertoont de Davidsster en een gevelsteen met in het Hebreeuws: ‘mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken’ (Jesaja 56:7).Dit is een voormalig onderdeel van het Bethlehemklooster, het Refter. Het Refter of Refectorium heeft, naar de naam te oordelen, mogelijk als eetzaal gediend, maar in ieder geval als administratiegebouw van dit klooster. Momenteel is Stadscafé Het Refter hier gevestigd.Een stadspomp uit 1759, die oorspronkelijk in de Kamperstraat stond. Jammer van dat blauwe dekzeil.Tegen de muur van de Bethlehemskerk staat een bronzen beeld op sokkel van Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Deze politicus en edelman heeft een belangrijke rol gespeeld in de Patriottenbeweging.De tweebeukige Bethlehemskerk wordt beschouwd als één der oudste monumenten van Zwolle, omdat het bij de grote stadsbrand van 1324, met 9 huizen als enige bleef staan. Het klooster van de Augustijner koorheren, gesticht in 1309, omvatte een groot terrein tussen Sassenstraat, Schoutenstraat en Wolweverstraat. Na de reformatie bleven hiervan alleen de kerk en het refter over. De kerk bezit fraaie muurschilderingen, een kansel uit de 18e eeuw en een interessant orgel uit 1826 van de Oldenzaalse orgelbouwer G.H. Quelhorst. Momenteel zit hier een Japans sushi & grill restaurant. We mogen even binnen kijken.Tja, die interessante zandstenen platen in de buitenmuur hebben we gemist. Daaronder het zogenaamde ‘Lorijnse Kruis’, dat diende als grafsteen voor Joannes van Kempen, een broer van Thomas a Kempis. Deze Thomas a Kempis (1379-1471) is de auteur van ‘De lmitatione Christi’ (over de navolging van Christus), na de bijbel de grootste bestseller aller tijden. Dat werk schreef Thomas a Kempis in Zwolle in het Agnietenklooster.
Op Sassenstraat 33 staat het Karel V huis. In de top van de Renaissancegevel bevindt zich een medaillon met een voorstelling van keizer Karel V, met daarboven in reliëf het jaartal 1571. Er was toen al geen band meer met de Duitse keizer, die in 1528 heer van Overijssel werd en in 1555 in Spanje stierf.We passeren onderweg de huizen van beroemde 17e eeuwse schilders, Gerard Terborch op nr. 21 en Henrik ten Oever op nr. 16.Hm, de Grote of St. Michaëlskerk staat in de steigers. Bevindt zich achter de schutting de ‘lantaarn’ die in de gids wordt genoemd? En ook een in de muur gemetselde timpaan? Deze steen is de oorspronkelijke bekroning van de toegangsdeur van de Romaanse St. Michaëlskerk, die op dezelfde plaats vooraf ging aan de huidige Grote Kerk.
Waarschijnlijk dateert de steen al uit begin 13e eeuw. De vertaling van de Latijnse tekst luidt: ‘een plaats als dit huis verschaft het loon van het leven, komt’. In de steen ziet u God de Vader, afgebeeld in de figuur van Vader Abraham als judex of rechter. Onder deze figuur ziet u Christus geflankeerd door Petrus en Johannes. Tja, het voorgaande hebben wij dus niet gezien.We slaan de ‘Korte Ademhalingssteeg’ in. De naam van de straat verwijst naar de misdadigers die in deze straat hun laatste adem haalden alvorens terecht te worden gesteld op het schavot van de Grote Markt.
We slaan de hoek om en naderen de Hoofdwacht. Welke onverlaat heeft toestemming gegeven om hier een terras neer te zetten?De Hoofdwacht was de zetel van de burger- en garnizoenswacht en sinds 2009 het onderkomen van het Zwolse VVV-kantoor en het Zwols Uitburo. Het gebouw in Hollandse Renaissancestijl werd naar een ontwerp van Thomas Berendsz opgetrokken en dateert van 1614. Tot in de 19e eeuw werden er iedere zondag na kerktijd voor de Hoofdwacht zogenaamde ‘kerkespraken’ gehouden. Hierin werd bekendgemaakt welke openbare verkopingen en verpachtingen er de komende week zouden zijn.
Boven het opschrift ‘Vigilate et Orate’ (weest waakzaam en bidt), bevinden zich drie hoge vensters. Bij doodvonnissen stonden hier de schepenen om de beul een teken te geven dat de terechtstelling kon worden voltrokken. De doodstraf werd hier voltrokken middels radbraking, onthoofding of ophanging. Dit gebeurde voor het laatst in 1837 toen Albert Wetterman werd opgehangen voor de moord op zijn vrouw.
Tja, de doodstraf is in Nederland in 1870 afgeschaft. Overigens ben ik van mening dat voor terroristen, huurmoordenaars en lustmoordenaars de doodstraf de geëigende straf is.
Ook stond er voor de Hoofdwacht een schandpaal. Hier werden misdadigers gegeseld en gebrandmerkt.Dominerend op de Grote Markt is de Grote of St. Michaëlskerk, het derde kerkgebouw op deze plaats. De omstreeks 1040 gebouwde Romaanse kerk werd tussen 1370 en 1452 vergroot tot de huidige gotische driebeukige hallenkerk. Als u voor de kerk gaat staan ziet u een fraai gotisch toegangsportaal, dat rond 1500 gebouwd moet zijn. Op de spits van de toren van dit noorderportaal staat een beeld van de aartsengel Michaël, in de middeleeuwen de schutspatroon van de stad en patroon van de enige parochiekerk.
In de loop van het jaar 2010 komt er eveneens voor de Hoofdwacht een beeld van aartsengel Michaël te staan. (Zou de gids al vóór 2010 zijn uitgegeven?).
Op de tekening van Beerstraten uit de 17e eeuw is nog de toren te zien die de kerk oorspronkelijk bezat. Deze toren was zo hoog, dat hij kon wedijveren met de Dom van Utrecht. In 1669 werd de toren voor de derde maal getroffen door een blikseminslag en brandde af. Ruim dertien jaar lang heeft de ruïne van de toren hier nog gestaan, totdat ook deze instortte. Van het carillon bleef alleen het brons over, dat Zwolle voor een veel te hoge prijs aan Kampen verkocht. Toen de Kampenaren dit doorkregen, besloten ze het bedrag in centen te betalen. Volgens het verhaal komt hier de naam Blauwvingers vandaan, de Zwollenaren zouden blauwe vingers hebben gekregen van het tellen.
Naast dit volksverhaal heeft Zwolle de naam te danken aan het feit dat zij in 1521 het vertrouwen in de landsheer opzegde en Karel van Gelre binnenhaalde. De naam Blauwvinger werd gegeven aan iemand die meineed pleegde.De kerk is momenteel in restauratie, dat is wel te zien aan de gigantische steigers. Zo te lezen worden er nog incidenteel Michaëlvieringen georganiseerd, maar feitelijk is de kerk aan de eredienst onttrokken. In de kerk zijn nog tal van bezienswaardigheden.
Eén daarvan is het beroemde Schnitgerorgel, in 1718 door Arp Schnitger ontworpen en na zijn dood door zijn zonen voltooid.De met veel snijwerk voorziene preekstoel werd tussen 1617 en 1622 vervaardigd door Adam Straes uit Weilburg. Het rijk gesneden koorwerk is uit 1579.De grafzerk van de beroemde schilder Terborch is ingemetseld aan de noordmuur. In het pand op de hoek Grote Markt/Voorstraat is een gevelsteen gemetseld met een afbeelding van een hond en het jaartal 1669. Het verhaal wil dat, toen in dat jaar de torenspits van de Grote Kerk bij een brand instortte, dit hondje om het leven kwam.Deze fraaie gevelsteen en plaquettes zijn niet genoemd in het gidsje.Rechts bevindt zich Van Beek Lederwaren. Tja, we laten ons vertellen dat hier al enige jaren een restaurant zit. Beter is om huisnummers in een gidsje te vermelden danwel een gps-track aan te bieden. Het witte pand heeft in de gevel een steen met daarop een afbeelding van de bijbelse koning David die op een harp speelt. Dit pand heet dan ook ‘Koning David’.Kijk, het is bij halftwee en we hebben een beetje dorst en honger. Daartoe fêteren we winkelcafé ‘Engel’.Nou, een prima broodje. Van het merk cola heb ik nog nooit gehoord, sowieso best te drinken.Op de hoek van de Voorstraat bevindt zich het Vleeshuis. In het gidsje is sprake van de Waag. Bedoelen ze mogelijk dit gebouw?Op nummer 12 staat een huis met trapgevel en een niet oorspronkelijke steen met het jaartal 1609. Sedert 1830 is hier een apotheek gevestigd. Nou ja, die apotheek zit er niet meer.Daarnaast is het geboortehuis van de Zwolse dichter E.J. Potgieter.We bereiken de Ossenmarkt, een oud veemarkt terrein, vroeger het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof genoemd en in de middeleeuwen ‘De hof van Zwolle’. Aan de Ossenmarkt ligt de Onze Lieve Vrouwe Basiliek met Peperbustoren.Kijk, dit is hem. De Basiliek is nog open ook!De éénbeukige kruiskerk werd omstreeks 1463 gebouwd op de plaats waar in 1399 een kapel tot stand kwam. Het huidige kerkgebouw werd in zuivere kruisvorm opgetrokken en kwam na de reformatie in handen van de Nederlands Hervormde Gemeente. Lange tijd heeft het kerkgebouw dienst gedaan als opslag- en werkplaats, tot het door koning Lodewijk Napoleon in 1809 aan de Rooms Katholieken werd teruggegeven. De kerk werd in de jaren 1976-1981 gerestaureerd. Het interieur van deze kerk is interessant. Het heeft een neogotisch koor en transept uit de jaren 1887-1889. Ook bezit het fraaie kerkschatten, waaronder middeleeuwse beelden (polychromie) en schilderijen (met afbeeldingen van o.a. Thomas a Kempis). Het gebeente van Thomas a Kempis bevond zich tot 2005 in een schrijn in de R.K. St. Michaëlskerk aan de Bisschop Willebrandlaan. Nadat deze kerk gesloten werd, zijn ze definitief overgebracht naar de Onze Lieve Vrouwe Basiliek.
De toren is sinds de franse tijd gemeente-eigendom. Deze rond 1484 opgetrokken toren zou in 1538 met een achtkantige lantaarn verhoogd worden, maar de aannemer, Simon Pinet, ging er met een aanzienlijk voorschot vandoor. Na een brand in 1815 werd de lantaarn in 1828 weer opgebouwd en voorzien van zijn huidige dakbedekking, die hem de naam Peperbus heeft verschaft. De beiaard omvat 51 klokken, waarvan vier klokken dienst doen als volslagluidklok.In de Korte Kamperstraat 10 staat het patriciërshuis uit 1738, dat gebouwd werd voor burgemeester Derck van der Wijcken en zijn vrouw Catharina Terborch. De beroemdste bewoner was admiraal van Braam, die hier van 1788-1803 woonde. Hij had naam gemaakt in Oost-Indië. Voorheen stond hier de Organistentoren. Deze heette zo, omdat de stadsorganist in het midden van de 16e eeuw een toren in de stadsmuur als woning kreeg toegewezen vanwege geluidshinder.Het Patrimonium wordt niet genoemd in het gidsje.Het huis op Voorstraat 41 heet de Drie Hoofddeugden en was in de 17e eeuw de drukkerij van de beroemde Zacharias Heyns. Hier drukte hij het alom bekende werk ‘Vernieuwde Cijfferinqe’, van zijn vriend Meester Willem Bartjens. Daarna was in dit pand ‘de munt’ gevestigd. De Muntsteeg aan de achterzijde herinnert daar nog aan.Tja, het bij drieën en ik heb nog een afspraak op het industrieterrein. Daarna richting Heinenhoes, waar we ook niet al te laat willen aankomen. Feitelijk hebben we het zuidelijke gedeelte van de stadswandeling achter de rug, we zijn nagenoeg ‘rond’. Rest nog het noordelijk gedeelte, dat bewaren we voor een volgend keer. Tegen die tijd maar eens informeren of er een nieuw gidsje te koop is. Overigens, we troffen het vandaag geweldig met het fraaie – 27 graden in de plus – weer, de weersverwachting was veel slechter.
Om halfzes bereiken we het Heinenhoes in Anderen en worden hartelijk welkom geheten door Sandra.Deze kamer is voor ‘ons’.Om halfzeven kunnen we aan tafel, de eetkamer ziet er weer prachtig uit.Uiteraard ga ik weer voor de aanbevolen wijnen bij de gerechten. Ik begin met een Chardonnay. Het is een Franse Beranger. Het boeket ontwikkelt aroma’s van wit vruchtvlees, vanille, witte bloemen en een vleugje lichte tabak.Het voorgerecht bestaat uit eigengebakken brood, pata negra ham, peer, aardbei, meloen, biet, tomaat en komkommer.De tweede wijn is een Rioga uit Spanje. De Rioga komt van de Bodegas Luis Cañas.
Nu ben ik niet zo’n liefhebber van Rioga, maar dit is werkelijk een prima rood wijntje.
Rijp fruit, een vleugje kruiden, houttonen, ‘roasted tones’, rijpe tannines en een aangename afdronk.Het hoofdgerecht is zeebaars, knoflookboter, meiknol met prei en aardappelpuree.Het nagerecht wordt begeleid door een Muscatel uit Chili. Deze zachte, zoete Santa Alicia met mooie frisse tonen en een aroma van gekonfijt fruit en amandelen is gemaakt met laat geplukte muscatel druiven.Het nagerecht is huisgemaakt chocolade ijs met salted caramel.We besluiten met thee en praten na een tijdje na met de andere gasten.Dik na negenen gaan we naar onze kamer.