Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Amsterdamse Ommegang van Amsterdam CS naar Ruigoord,
vrijdag 10 november t/m zondag 12 november 2006
Vrijdag 10 november 2006
Amsterdam CS – Gaasterplas
Al voor zevenen in de ochtend loop ik richting station. Uiteraard sjouw ik mijn rugzak, maar ook een koffer. Het is de koffer van Orchideetje, die ook de trein neemt van 07.22 uur.
Zij gaat tot en met maandag naar Londen. Ook leuk, kunnen we een tijdje samen reizen.
In Amersfoort zit het tegen. Er zijn problemen richting Utrecht en alles zit in de war.
Is er soms iemand voor de trein gesprongen? Uiteindelijk valt de vertraging mee, de NS probeert met man en macht iedereen van dienst te zijn. Soms zijn ze wat al te ijverig, er wordt omgeroepen dat onze trein niet rijdt en dat we met z’n allen naar een ander spoor moeten. Twee minuten later wordt het bericht herroepen, de oorspronkelijke trein rijdt toch, maar weer van een ander spoor. Goed, we zitten erin, maar gaat deze trein inderdaad naar Amsterdam? Even een omroepberichtje in de trein zou fijn zijn, helaas, zo ver gaat de service niet. Hilversum glijdt voorbij, we zitten goed.
In Amsterdam Centraal heb ik met Reino afgesproken aan de achterkant van het station. Helaas, geen Reino. Ik nuttig maar een beker koffie. Mobiel is Reino niet te bereiken, ik wacht maar af. Uiteindelijk blijkt dat Amsterdam Centaal maar liefst drie tunnels heeft.
Ik had maar bij twee tunnels gekeken. OK, tegen half tien gaan we van start. Het is een graad of tien en het is half bewolkt. Morgen is er kans op een bui, we zien het wel.
Eerst gaan we met de pont het IJ over. Achteromkijkend kan ik goed zien dat ook Amsterdam Centraal, net zoals vele andere stations in Nederland, verbouwd wordt. We volgen een aantal kilometers het Noordhollands Kanaal, aangelegd in 1825.
Het kanaal heeft maar 50 jaar daadwerkelijk dienstgedaan, omdat in 1876 het Noordzeekanaal werd geopend. Een enkel binnenvaartschip zie ik nog. Verder nog een mooi plantsoen met waterpartij, dit moet het Florapark wel zijn. We passeren Krijtmolen d’Admiraal, het ziet er allemaal goed uit. Verder langs het kanaal, jammer van het asfalt, dat loopt niet echt prettig. Uiteindelijk komen we bij het pontje ‘Het Schouw’. Overvaren kost voor wandelaars één kwartje. Dat is nog te doen. Speciaal voor ons tweeën komt de pont van gene zijde naar onze zijde, om ons naar gene zijde te brengen. Tja, en dan wordt het voornamelijk weiland, maar ook veel water. Op de Veluwe valt het niet zo op, maar Nederland is toch echt een waterland. Zunderdorp lopen we door, hier heeft de tijd een paar eeuwen stilgestaan. Helaas is hier geen restaurant en de buitensportwinkel ‘Tatteljee’ is onlangs verhuisd. Geen KMA dus.
Gelukkig is het niet koud en daarom lunchen we kwart over twaalf op een bankje ongeveer één kilometer voor Ransdorp. In de verte zien we de stompe kerktoren.
In Ransdorp is het plaatselijke restaurant nog gesloten, ik was er al bang voor.
De toren is toch een imposant ding, maar door geldgebrek nooit afgebouwd.
’s Zomers kan de toren worden beklommen, nu dus niet, pech voor ons.Hier in Ransdorp heeft de tijd ook een paar eeuwen stilgestaan, het grijs-witte gebouw is de Christelijke school. Verder maar weer. We lopen Durgerdam in, hier kruisen we het Trekvogelpad (Bergen aan zee – Enschede, 380 km) en het Zuiderzeepad (rondje voormalige Zuiderzee, 400 km). We zitten vlakbij de wereldstad Amsterdam – nou ja, het is lang geen NYC natuurlijk – maar hier in Durgerdam heeft de tijd ook al een paar eeuwen stilgestaan. De ‘Kapel’ is een opvallend houten gebouw dat slechts kort dienst gedaan heeft als kerk. Om kwart voor twee brengen we een bezoek aan ‘De Oude Taveerne’ in Durgerdam.
Zin in koffie, met iets lekkers erbij, hebben we eigenlijk altijd wel. Ook de taveerne is nog in Opa’s stijl. Zie ik daar aan de bar Geert Mak bezig met ‘De eeuw van mijn Vader’? Langs het IJ gaan we verder en we passeren de Schellingwouderbrug. We krijgen een lastig stuk; de kaart klopt hier niet meer. Dat heb je als je een wandeling loopt die niet meer valide is. Ik hoop toch dat de Stichting LAW deze wandeling weer in ere hersteld, want tot nu toe is het prachtig. Iets alternatiefs, ‘museum Zeeburg beeldenpark’. Waar is iedereen? In de verte zien we de nieuwe IJburgbrug (2000). Deze brug verbind het Zeeburgereiland met het nieuwe Steigereiland. De dubbele boogbrug is 240 meter lang en 24 meter breed. De doorvaarthoogte is bijna 6 meter. In de volksmond staat de brug bekend als ‘de BH’ of ‘cup D-brug’. Het zal je gezegd worden. Een leuk pandje met een trapgevel. Rechts van ons ligt Oud-Diemen, nooit van gehoord. We draaien even van de route af, wie weet zit er een restaurant. Een restaurant is er niet, voor koffie worden we verwezen naar het winkelcentrum. In de coffeecorner in de bakkerij kunnen we terecht. Wij krijgen een extragratis gevulde koek bij de koffie.
Een paar kilometer volgen we het Amsterdam-Rijnkanaal en voorbij ‘De Diemen’, een oude zeekreek, gaan we rechtsaf. Iets verder lopen we onder de A1 door en we passeren een spoorlijn. Hier klopt ook weinig van de kaart, we merken dat we aan de verkeerde kant van het water zitten. We lopen terug, langs de McDonalds, door een bosrand langs een woonwijk. Het begint te schemeren. We zijn van plan op de Gaasper camping te gaan staan. Of de camping open is weten we niet. Over het fietspad, nog steeds door een groenstrook, lopen we onder de A9 door. We zien een fietsrichtingbord richting camping, we moeten linksaf. Een paar honderd meter verder zien we een tweede richtingsbord. Volgens dit bord moeten we weer terug. Hier klopt iets niet! We lopen toch maar door, maar ja, het fietspad gaat verder en verder en zo te zien lopen we zo langzamerhand in de verkeerde richting. Het is intussen ook donker geworden, dat maakt het er niet makkelijker op. Plotseling komen er twee fietsers aan, zij weten ons te vertellen dat de Gaasper camping iets verderop ligt. We lopen weer door en inderdaad, na een paar honderd meter zien we de camping.
Helaas is de camping vanaf 1 november gesloten. We kijken nog even bij de receptie en inderdaad, de boel zit potdicht. Reino loopt gewoon de camping op en ik volg. Ik heb net een paar stappen gedaan of we worden teruggeroepen. In de deuropening van de receptie staat een oudere man. Ik wens hem vriendelijk ‘goedenavond’ en zeg dat we met z’n tweeën zijn. Hij zegt vriendelijk dat de camping gesloten is en verwijst ons naar camping ‘Zeeburg’, die met de metro en de bus te bereiken is. Hij geeft ons nog een folder en we kunnen onze bidons vullen met water. Wij bedanken de man voor zijn informatie, maar zijn absoluut niet van plan om het OV van Amsterdam uit te proberen.
We lopen de camping af het Gaasterpark in. Hier moeten we toch wel een plekje voor de tent kunnen vinden. We volgen een breed, fel verlicht fietspad. Het grasveld links en rechts van het fietspad is zeer kort gemaaid. En aan de rand van het grasveld staat riet en dat staat in het water. Dat schiet niet op natuurlijk. Verder maar weer. Het lijkt erop dat hier een wildkampeer-onvriendelijk beleid wordt gevoerd. Iets verderop zien we een smalle voetgangersbrug. Kijk, hier kan de boswachter met z’n auto niet over.
Dat is zondermeer gunstig. We lopen de brug over en een smal pad slingert richting Gaasperplas. Even voor de Gaasperplas is een piepklein plekje. Hier kunnen precies twee tenten staan. Het geheel doet mij toch sterk denken aan een plekje voor een snelle vrijpartij. Ik ga op verkenning en het ziet er goed uit. Als ik terugkom op de beoogde kampeerplek toont Reino me een, op de grond gevonden, bladzijde uit een tijdschrift.
Er staan twee mannen op in verregaande staat van ontkleedheid. Eén van de mannen heeft iets van de ander in zijn mond. Ach, ieder z’n meug, zou ik zeggen. De homo’s die ik persoonlijk ken, zijn de aardigste mannen, pardon mensen die ik ken. Of eigenlijk, ik meen toch mannen. Ik hoop alleen dat we vannacht niet gestoord worden door bronstige homo’s en nog minder hoop ik gestoord te worden door een boswachter. Maar het is regenachtig, dus ik denk dat iedereen thuis voor de buis zit.
Om 19.00 uur begin ik met het bereiden van de Spaghetteria Carbonara, Kaas-Spek. Begeleid met een Griekse rode wijn smaakt het weer heerlijk. Het is niet koud en ik zit gewoon te genieten op mijn ‘Stèlè’ van Tatteljee. Dit keer kan ik heerlijk ontspannen achterover leunen. Ik hoor van Reino dat we vandaag 32 kilometer gelopen hebben, niet gering. Ik bel nog even naar Londen, alles gaat goed aan de andere kant van de grote – nou ja – plas.