Zaterdag 3 april 2010
Meerssen – Horn
Na een goede nachtrust genieten we om negen uur van het ontbijt. Om tien uur pakken we in, rekenen af en om half elf zitten we weer op de fiets.
In het gehucht Weert (er is ook een stad Weert in Limburg) pakken we het Fietserpad weer op. We hebben dus een kort traject overgeslagen.
Na een handvol kilometers bereiken we het Julianakanaal. Hier slaan we rechtsaf en over een soort ‘jaagpad’ gaat het noordwaarts. Om half twaalf fietsen we langs Elsloo. Voor de aardigheid fietsen we langs het kerkje. Hier doet iemand een verwoede poging om een boom om te zagen. De boom moet naar links om niet op de weg en het hekwerk te vallen. Helaas zit de motorzaag klem in de keep en het lukt niet om met de shovel de zaag vrij te krijgen. Een tweede motorzaag hebben ze niet zo te zien. Nou, dit gaat nog wel even duren, dus fietsen wij verder. Rechts het Julianakanaal en links ons ‘fietspad’. Tja, het heeft vannacht een beetje geregend en intussen zitten onze fietsen dik onder de modder. Via Meers, Maasband, Urmond en Berg bereiken we Obbicht. Hier is een wandelmars aan de gang en daar komen we niet langs. Tjonge, wat een groot aantal deelnemers! Het valt me op dat velen van hen op – doornatte – gympen lopen en een aantal dames op modieuze schoentjes. Wij laten ons vertellen dat de afstand van deze wandeling 40 kilometer bedraagt en dat is waarlijk niet gering.
Daarna volgt een stuk ‘niemandsland’ en ter hoogte van Roosteren steken we de brug over de Maas over en fietsen Maaseik in. België dus. Het Fietserpad laat Maaseik links liggen, maar wij draaien er in om te lunchen. Op het Marktplein is keus genoeg en we kiezen voor een kleinschalig restaurant.Daar kiezen we voor een tosti. Prima, niet zo’n ‘knieperige’ Nederlandse tosti, dit is echt Belgisch.Intussen regent het pijpenstelen. Trouwens, wat is het druk op straat. Regelmatig komt er een wandelaar/ster in hoog tempo voorbij gehuld in regenkleding. Wij horen dat de Kennedymars (www.kennedymars.org/) hier langskomt. Wat we hier zien zijn de echte ‘bikkels’ die om het hardst gaan. Wat later komen er ‘plukjes’ wandelaars langs. Wat een pech hebben ze met dat slechte weer. We horen dat zij vanmorgen om 05.00 uur zijn gestart in Sittard en vannacht voor 01.00 uur binnen moeten zijn. Niet gering 80 kilometer binnen 20 uur!! Degenen die in de wedstrijdklasse lopen doen het binnen de 12 uur!! Nou, hier moet je wel voor trainen, anders wordt het een echte lijdensweg. Hier vanaf Maaseik moeten ze nog 20 kilometer. Mijn petje af!! Zelf stappen we op de fiets en via Ophoven, Geistingen en Kessenich (alle in België gelegen) fietsen we naar Thorn. Tja, dit is gewoon de route van het Pelgrimspad, dus voor mij allemaal bekende plaatsjes. Onderweg komen we de Kennedymars deelnemers tegen. Iemand roept in zijn mobiel dat hij net Thorn uit is. Hoever moet hij nog? Nog zeker een kilometer of 30 à 35. Het weer is nog steeds niet zo best, regelmatig worden we getrakteerd op een bui.
Tegen vieren bereiken we Thorn, hier zijn Orchideetje en ik al vaker geweest. Het is droog, dat mag wel in de krant. De bekende Stifstkerk van Thorn, de tweede foto in pal tegenlicht, daar brachten we al eens een bezoek aan. Dit hebben ze leuk gedaan, in het ‘centrum’ van Thorn krijgen de deelnemers een stempel, worden ze onthaald door een ‘hoempa’ orkest en worden ze toegejuicht. Dat hebben ze wel nodig, ze moeten nog een gigantisch eind. Wij hoeven niet zo ver meer, via Wessem, Heel en Beegden fietsen we naar Horn.
Hier moet volgens onze informatie een mogelijkheid zijn om te overnachten.
Geboekt hebben we niets, het is een gok. Spannend is het wel, stel dat we niets vinden! Eerst komen we langs kasteel Horn. Het kasteel dateert uit de 10e of 11e eeuw en was in handen van roofridders, die tol hieven op het verkeer over de Maas. Zoals bekend is de graaf van Horne samen met zijn vriend de graaf van Egmont op 5 juni 1568 in opdracht van Alva op de Grote Markt van Brussel onthoofd. Deze gebeurtenis droeg mede bij aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Om kwart over vijf fietsen we Horn in. Bij een friteskraam vragen we naar een hotel danwel een B&B. OK, het hotel is het dichtste bij, dus daar gaan we eerst maar vragen.
Gelukkig, er is een kamer beschikbaar en dineren kunnen we hier ook. In de garage kunnen we onze fietsen kwijt. We hebben er 65 kilometer opzitten. We zijn onderweg behoorlijk opgehouden door de wandelaars en ook hebben we lange stukken over modderige zandwegen gefietst.
Het is paaszaterdag en er zijn al heel wat reserveringen in het restaurant. We kunnen pas om 19.30 uur terecht en dan moeten we nog wachten. We bestellen het paasmenu, dat lijkt ons wel wat. Helaas valt het tegen, het vlees is droog en van lage kwaliteit. Het ijs komt zo uit de fabriek en smaakt nergens naar. Jammer, de ambiance en de bediening is prima.