Maandag 16 augustus 2010
Anderen – Pieterburen – Baflo
Om half negen genieten we het ontbijt, dat er weer prima uitziet. Het smaakt ook allemaal goed, zeker het eigengebakken brood van Dick. Om half tien fietsen we weg. Het is droog, 18 graden in de plus en er staat geen wind. Gisteravond en vannacht heeft het trouwens behoorlijk geregend!
We fietsen weer dezelfde route van gistermiddag naar Rolde. Daar slaan we rechtsaf en fietsen langs het Balloërveld. Het Pieterpad loopt er overheen, maar met de fiets is dat ondoenlijk. Ter hoogte van het gehucht Oudemolen staat deze achtkante grondzeiler uit 1837. Het is een korenmolen, thans buiten gebruik, maar wel maalvaardig. Zo te zien wordt er momenteel onderhoud uitgevoerd, gezien de hoogwerker. Tja, paarden zie je hier overal. Zuidlaren ligt hier vlakbij, dat is van oudsher het centrum van de paardenhandel. We zijn in het verleden al eens van Anderen naar Groningen gefietst. Toen hebben we min of meer de doorgaande weg genomen. Nu fietsen we het Fietserpad (op GPS) en deze route is veel en veel mooier. Het is bijna allemaal fietspad dat langs de dorpen gaat.
Veel schelpenpaden ook en dat wordt mijn voorband fataal. Hoewel, het valt mee, er steekt een stukje schelp in de band (of uit de band, het is maar net hoe je er tegenaan kijkt). Het lek is dus snel gevonden en geplakt. Thuis moet ik investeren in een nieuwe voorband, deze ligt er al de nodige jaren omheen.
Even na twaalven fietsen we Groningen in. Het is intussen 22 graden in de plus.
Tjonge, wat is het hier druk. Vanaf het museum lopen we de stad in, overal staan jonge mensen (meest meisjes) gekleed in hetzelfde T-shirt, folders uit te delen. Wij krijgen niets, we behoren zeker niet tot de doelgroep.
Eerst gebruiken we de KMA bij restaurant ‘De Beurs’. Verderop is de markt en er komt luide housemuziek vandaan. Tientallen, zoniet honderden jonge mensen (meest meisjes) lopen langs ons terras richting markt. We stappen op en lopen langs de markt richting Martinitoren. Op de markt staan tientallen kraampjes opgesteld. Zo te zien is de introductieweek van de Universiteit Groningen van start gegaan. Nou dames en heren, veel sterkte de komende jaren.
Wij fietsen Groningen uit en het duurt niet lang of we zitten midden tussen de weilanden. Tja, hier komt de melk dus vandaan. Het kerkje van Oostrum is een hele bijzondere. In Garnwerd staat de achtkante korenmolen ‘De Meeuw’ uit 1851. Het is een stellingmolen en hij is maalvaardig. Rechts van de molen is een minicamping, waar we overnacht hebben tijdens het Pieterpad. Winsum is eigenlijk het enige stadje van betekenis in deze omgeving. Als ik het wel heb is dit het stadhuis. Even verder kopen we bij de plaatselijke warme bakker het een en ander. Een apart kerkje staat er hier. Boven de deur staat een onleesbare tekst en in het kozijn is een doodshoofd met beenderen zichtbaar. Is er hierachter een crypte? Zoiets als in Palermo? Dit kon wel eens de achtkante stellingmolen ‘De Vriendschap’ zijn uit 1801. Het is een korenmolen en tijdelijk niet maalvaardig. Al enige jaren is men bezig met een renovatie. Het loopt al tegen drieën als we Pieterburen binnen fietsen. De zon laat het er een beetje bij zitten. We fietsen door naar een van de vele restaurants en bestellen koffie en thee. Het tempo bij de bediening is er een beetje uit, reden om weer snel op te stappen.
Het Pieterpad loopt tot Pieterburen. Het Fietserpad loopt tot aan het wad. Nu we hier toch zijn nemen we dat nog even mee. Het is nog maar een dikke kilometer, die kan er nog wel bij. Als ik de dijk befiets denk ik dat ik er al ben. Nee dus, voor mij ligt weer weiland en nog een dijk. OK, nog een stukje verder dus. Ook de volgende dijk ‘neem’ ik en van bovenaf zie ik de kwelder voor mij liggen en verderop het Wad. We zijn er, want inmiddels is Orchideetje ook boven. In Mesch kregen we van de koster twee palmpasentakjes. Die takjes hebben we toen op onze fietsen bevestigd en ze zien er nog appetijtelijk uit. Het lijkt mij een goed idee om de takjes in de Waddenzee te gooien. Dat lukt niet, daar kom ik niet bij want de kwelder is te modderig. Ach, de sloot onderaan de dijk staat in open verbinding met de Waddenzee, dus daar gooi ik de takjes in. Als dat geen geluk brengt! Nu moeten we ons toch een beetje haasten, want de trein vanuit Baflo is een uursdienst. Dit is het stationnetje, de VVV heeft de macht overgenomen. De kilometerteller staat op 81! De langste afstand van dit traject. De trein (nou ja, het is zo’n Arriva-ding) is mooi op tijd. Dat dan weer wel. De fietsen gaan in het gangpad, het is wel een beetje behelpen. De deur van het machinistenhok staat open en ik maak een fotootje. De machinist heeft mij meteen in de gaten (zeker ogen van achteren), doet meteen het rolgordijn omhoog en schuift op. Kijk daar, in de verte staat een witte brug en daarachter zie je de Martinitoren. Inderdaad, mooi, wat een leuk vak overigens. Machinist bij Arriva bedoel ik. In Groningen stappen we over op de IC (InterCity). Dat klinkt snel, maar op het bord staat 10 minuten vertraging. In werkelijkheid is het 20 minuten! Nou ja, de overstap in Zwolle zouden we toch niet halen (5 minuten is te krap met fietsen), dus met een beetje geluk zitten we straks mooi op schema. Dat zitten we inderdaad. In Zwolle regent het en niet zo’n beetje ook. We hebben de afgelopen vier dagen veel mazzel gehad met het weer.
Nu is fietsen in de regen – met een goed regenpak – uiteraard geen enkel probleem, het is alleen zo jammer van de foto’s. Om half acht zijn we in ons dorpje. We hebben zoals gewoonlijk niets in huis, dus… op naar Peacocks. Ik bestel varkenshaaspuntjes in champignonroomsaus, rode huiswijn en laat het me goed smaken.OK, het Fietserpad zit erop. Sowieso een hele mooie route, alleen met het Pieterpad heeft het weinig van doen. Volgend jaar gaan we hier mee door. Met het fietsen bedoel ik.
De Noordzeeroute lijkt Orchideetje wel wat. Deze LF1 loopt van Sluis naar Den Helder en is 280 kilometer lang. Prima toch!