Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,
Reisverslag Oeverloperpad van Hoek van Holland naar De Loet
donderdag 18 augustus t/m zondag 21 augustus 2005
Helaas, ten tijde van deze wandeling had ik nog geen digitale camera, dus foto’s ontbreken in dit verslag.
Donderdag 18 augustus 2005
Hoek van Holland
Ik pak de trein van 14.52 uur, die precies op tijd is. Hulde aan de NS! Het is prachtig zomerweer. Ik draag als bovenkleding een vochtregulerend T-shirt. Wat een verschil met de winter, wanneer ik over ditzelfde T-shirtje nog zeker drie, vier extra lagen draag.
Ik kon voor vertrek nog net zien dat het stationsgebouw verbouwd wordt. Er komt een koffieverkooppunt en ook wil men blinden en slechtzienden behulpzaam zijn bij de aanschaf van een treinkaartje. Het is een initiatief van het blindeninstituut Sonneheerdt. Snackbar ‘De Halte’ tegenover het station is ‘not amused’ over dit initiatief. Er schijnt in het geheel geen overleg te zijn geweest. Dit gaat ze natuurlijk klanten kosten, vooral ook omdat het een goedkope kop koffie wordt. Er drukken immers geen personeelskosten op dit project, het personeel wordt betaald door Sonneheerdt. Restaurant Peacock’s – 100 meter van het station – zal er waarschijnlijk minder problemen mee hebben. Ik zal er de eigenaar binnenkort eens naar vragen. Overigens, toen ik zojuist langs Peacock’s liep, kwam de serveerster net naar buiten met een bestelling. Aangezien we vrij regelmatig eten in Peacock’s ken ik haar redelijk goed. Ze heeft me wel vaker met mijn rugzak gezien en wel eens getracht deze op te tillen. Dat lukte haar niet. Ze kon zich toen niet voorstellen, dat iemand met zo’n zware rugzak voor z’n plezier tientallen kilometers gaat wandelen. Nee, dat was echt niets voor haar. Nu vroeg ik haar – voor de grap natuurlijk – of ze misschien zin had om mee te gaan wandelen. Ze schrok ervan, ze werd gewoon een beetje wit! ‘Of komt het volgende maand misschien beter uit’, riep ik nog. In Utrecht wordt de trein bestormd door tientallen jongeren, massaal bepakt en bezakt. Met moeite kan ik uitstappen en dring me door de merendeels vrouwelijke jeugd. Wat is dit nu weer? Plotseling realiseer ik mij dat het dit weekend Lowlands festival is. Mogen deze kinderen wel zo ver van huis? Wie past er op deze schapen? Twee jongens hebben hun kampeeruitrusting in een groene Kliko gestopt. Met dat ding rollen ze over het perron.
Ook een manier om je bagage te vervoeren. Ik denk dat ze er ook een tray bier in hebben zitten, omdat ze allebei een half litertje in de vrije hand hebben. Twee man spoorwegpolitie kijkt ernaar, maar ondernemen verder geen actie. De trein naar Rotterdam heeft 10 minuten vertraging en vertrekt nu vanaf perron 4, hoor ik de omroepdame meedelen.
Fijn, van dat perron kom ik zojuist vandaan, dus keer ik op mijn schreden terug. De conductrice roept even later om dat de vertraging is ontstaan in Arnhem, omdat iemand het nodig had gevonden aan de noodrem te trekken. Leuk om te weten, is dit de nieuwe openheid van de NS? Ik bedoel deze informatieverstrekking. Als de machinist zich verslaapt, wordt dat dan voortaan ook omgeroepen? We zullen zien. De krant van afgelopen weekend lees ik uit. Ik was enigszins achter door ons weekendarrangement in het Drentse dorpje ‘Anderen’ en ons bezoek dinsdag en woensdag aan Sail. ‘We’ zijn in dit geval Orchideetje en ikzelf. Maandag en donderdag waren dus uitpak- en inpakdagen. Tamelijk druk geweest dus. En nu zit ik weer in de trein op weg naar Hoek van Holland-Haven. Morgen, overmorgen en zondag aan de wandel. Als dat erop zit heb ik het complete ‘Oeverloperpad’ van 232 kilometer gelopen. In december 2004 had ik de kans om met Reino dit traject te lopen, echter toen ben ik naar de 60e verjaardag van Edmund geweest. Hij had een zaal, een Surinaamse band en – voor mij het belangrijkste – een Surinaams cateringsbedrijf ingeschakeld. Het eten was voortreffelijk, echter de muziek veel te hard. Aangezien ik ervaring heb met dit soort feesten, had ik mijn militaire oordoppen meegenomen. Dat scheelde gelukkig de nodige decibellen. Vanaf Hoek van Holland-Haven begin ik direct met het Oeverloperpad. Je zou toch een informatiebord verwachten, echter ik zie niets. Ook de bewijzering begint pas na een goede 500 meter. Na een ruime kilometer verlaat ik het Oeverloperpad en loop richting camping. Deze ligt op zo’n 500 meter afstand van het Oeverloperpad. Precies om 18.00 sta ik in de receptie. Het is een vrij grote camping, echter de prijs (€9.00), inclusief douche en warm water, is heel redelijk. Ik teken op verzoek nog een ansichtkaart gericht aan onze MP. Een leuk initiatief om Balkenende een berichtje te sturen. Het is een actie met als doel: afschaffing van de toeristenbelasting. Daar ben ik het wel mee eens. Tegenover de receptie is een supermarkt. Ik besluit een flesje wijn te kopen, het moet er wel een zijn met een schroefdop, want ik heb geen kurkentrekker bij me. Ik vind alleen wijn in een pak van €1,59. Op het trekkersveldje aangekomen zie ik een mooi plekje voor mijn tent. Ik groet de buurman, echter hij kijkt mij nogal ‘appelig’ aan. Ik probeer het in het Duits en ja hoor, ‘t is raak, ‘t is een Duitser. Ik zet mijn rugzak neer en loop eerst even naar het toilet.
Onderweg zie ik een nog mooier plekje en besluit daar te gaan staan met mijn tent. Hier zit ik niet zo in het zicht van de Duitse familie. Vreemd, de man is zo mager als een lat, maar zijn vrouw is ongelooflijk dik. Zij hoeft in zee echt geen zwemband om, deze heeft ze vermoedelijk al vele jaren. Toch zijn ze niet eens zo oud, dertigers schat ik. Ik ontkurk eerst maar de wijn, hoewel, in dit geval open ik het lipje. Het is prachtig weer en ik heb intussen best wel dorst. Hmm, lekker allemans wijntje. ‘Belle Rouge’ noemen ze dat. Beetje zoet, maar alla(h). Ik zie dat de Duitser op mijn beoogde plekje een barbecue aansteekt. Vandaar dat hij straks niet zo enthousiast tegen mij deed. Dat aansteken heeft hij vaker gedaan, dat zie je zo. Zijn vrouw gaat er vast lekker voor zitten. Ik begin maar met een beker soep. Tja, dat alleen wandelen is ook niet alles, maar ja, ik moet wel. Om te beginnen moet ik mijn nieuwe BC-categorie LOWA-wandelschoenen inlopen. De zolen zijn toch een stuk stijver dan van mijn vorige wandelschoenen (B-categorie). Deze schoenen zijn veel sterker, nodig omdat ik met een zware rugzak loop en zelf ook meer dan 90 kilo weeg. Verder moet ik mijn nieuwe ‘Dragonfly’-benzinebrander uittesten. Over een tijdje moet ik in het donker koken, dus is het belangrijk de brander op de tast te kunnen bedienen. Als laatste moet ik weer wat wandeltraining opdoen. Volgende maand ga ik met Reino het laatste deel van het Waterliniepad lopen. Reino is dan net terug uit de States waar zij de Pacific Crest Trail heeft gelopen. Met andere woorden, zij heeft dan zo’n 4.000 kilometer in de benen! In zes maanden van de Mexicaanse naar de Canadese grens en dat door de – besneeuwde – bergen. Het is bijna niet te geloven. Hulde! Toch een onderneming die niet helemaal zonder gevaar is. Reino, ik ben blij als je weer heelhuids terug bent in Nederland.
Alleen lopen betekent ook dat ik op de markeringsstickers moet letten, de kaart in de gaten moet houden en de routebeschrijving moet lezen. Als ik er helemaal niet meer uitkom, kan ik nog altijd mijn GPS inschakelen en de satellieten om raad vragen. De soep smaakt me prima en ik zet water op voor de warme maaltijd. Dat wordt Orienty Bami van Knorr. Waarachtig te pakken kunnen krijgen bij de AH. Komt het omdat het zomer is of is het assortiment uitgebreid? Ik zie dat de Duitse familie lekker aan het smikkelen is. Er steekt nog iemand een barbecue aan. Deze persoon heeft daar duidelijk geen kaas van gegeten. Hij giet iets vloeibaars op de min of meer smeulende kolen. De vlammen laaien op. Dit is duidelijk gevaarlijk! Het brandwondencentrum zit in Beverwijk, dat is niet om de hoek. Weet deze man wel waar hij mee bezig is? Ik zie dat het alcoholpercentage van de Belle Rouge 8.5% is. Het is dus eigenlijk veredeld druivensap. Daar smaakt het eigenlijk nog het meest naar. Of stoppen ze de druivensap die over de datum is in een andere verpakking? Intussen is mijn bami ook gereed. Smaakt best wel redelijk, iets zout, maar dat mag wel met dit warme weer. Wel weinig vlees, dat wat erin zit, is volgens mij geen echt vlees. De wijn gaat me steeds beter smaken. En dat voor maar €1,59. Ik geloof dat het pak intussen zo goed als leeg is. De Duitse familie is uitgegeten. Kijk, dat is nu sociaal, de Duitser zet zijn barbecue neer bij de man die nog steeds druk doende is zijn eigen barbecue op te starten. Kijk, dat is nu vreemd, het aanbod wordt afgeslagen en de man moddert voort met zijn eigen barbecue. Zou hij de Duitser niet vertrouwen? Of wil hij eerst de fiets van zijn opa terug? Mijn nieuwe brander doet het goed. Wel maakt hij een hels lawaai, ik ben blij dat mijn naaste buren afwezig zijn. Morgenochtend zullen ze wel gewekt worden door mijn brander. Het is niet anders, ik wil rond negen uur gaan lopen. Wat ik vervelend vind, is dat mijn bestelde digitale camera nog niet binnen was. Ik had van deze voettocht graag een aantal digitale foto’s willen maken om deze – met dit verslag – op een website te publiceren. Helaas, dat wordt iets voor de volgende keer. Ik ga eerst maar eens even afwassen en daarna onder de douche. De zon begint al aardig te dalen, maar het is nog steeds heerlijk warm. Voor de afwas is er inderdaad warm water beschikbaar en ook de douche is prima. Richting haven zie ik een zwarte rookwolk opstijgen en ik hoor sirenes. Op het trekkersveld gaat iedereen door met zijn bezigheden, ik zie dat de eerste spiesjes – eindelijk – op de barbecue gaan. De zwarte rook en de sirenes, dat is hier zeker normaal. De buren links van mij zijn er ook, en de buurman rechts komt net aanfietsen. Hij heeft een vouwstoel aan het stuur hangen en achterop een koelbox. Volgens mij komt hij net van het strand. Goh, wat is deze man verschrikkelijk bruin. En ook goed gespierd, hij draagt zijn lange haar in een staart. Ik ben er jaloers op, maar goed, hij is een stuk jonger dan ik. Hij zal rond de dertig zijn, schat ik. Hij laadt de spullen af en stapt weer op zijn fiets. Zo te zien gaat het richting restaurant. Het is nu 21.00 en het begint iets te schemeren. De wijn is op en ik denk dat ik maar eens in mijn tentje kruip. Het is toch een lange, drukke dag geweest vandaag.
Vrijdag 19 augustus 2005
Hoek van Holland – Schipluiden
Om 07.45 gaat het wekkertje van mijn mobiele telefoon. Het is een nieuwe, de vorige is na vele jaren trouwe dienst defect geraakt. Ik heb nu een Nokia 6230. Ik kan er zelfs foto’s mee maken. Wat ik belangrijker vindt is dat de accu van deze telefoon het veel langer volhoud dan de accu van mijn oude telefoon. Als ik niet te veel en te lang bel, hoef ik hem deze dagen niet op te laden. Ik begin met een beker thee, het is nu al dorstig weer.
Wel iets heiig, maar de zon begint er al goed door te komen. Daarna havermoutse pap, de buren zullen zich inmiddels afvragen waar dat helse geluid vandaan komt. Tja, dat is mijn nieuwe brander. Inpakken en tegen negen uur ga ik op pad. Ik kijk nog even bij de receptie of er misschien toch nog iemand staat, helaas, ik zie niemand. Eerst even het stukje terug naar het begin van het Oeverloperpad. Daar ga ik iets omhoog en loop over een dijkje. Ik heb een prachtig uitzicht over een enorm kassencomplex. Of eigenlijk moet je zeggen: ‘warenhuizen’. Ik zie de komkommers en de tomaten hangen. In mijn schooltijd heb ik ook in tomatenkassen gewerkt. Ik vond het er vreselijk stinken. Gelukkig had mijn baas ook bloemenkassen. Ik heb vele duizenden bossen tulpen, narcissen en nerines gesneden. Het gevolg van deze activiteit is wel dat ik helemaal niet om bloemen in huis geef. Even verder kom ik door het Staelduinse bos. Het stikt hier van de Duitse bunkers.
Ik vraag me af met wat voor reden ze die hier gebouwd hebben. Zijn hiervandaan geen V1-raketten afgeschoten? Ik moet dat eens uitzoeken. Er is hier ook een bezoekerscentrum en ik verheug me al op een beker koffie met iets lekkers erbij. Ze zullen wel geen appeltaart hebben, eerder kruidkoek of zoiets. Een lekkere dikke plak, dat zou er best ingaan. Het oogt vrij rustig, of eigenlijk, ik zie geen kip. Slecht teken natuurlijk en inderdaad, het bezoekerscentrum gaat pas om 14.00 open. Verder maar weer.
Even verder loopt het pad dood. Terug maar weer. Ik zie nergens stickers en de routebeschrijving klopt ook niet. Ik pak het kompas erbij en oriënteer de kaart.
Even verder vind ik een pad dat in algemeen zuidoostelijke richting loopt. Een paar honderd meter verder zie ik weer een sticker, ik zit dus weer op de route. Vlak voor Maassluis is er een route-omleiding. Verderop zijn ze bezig met de aanleg van waterboezems. Het hele gebied gaat daar op de schop. Ik kan me herinneren dat er in het verleden meermalen grote problemen zijn geweest met de afvoer van regenwater. Alles is hier van glas en het water kan nergens de grond in. Ik loop langs een vrij brede sloot en langs de slootkant staan prachtige bloemen. Ik geef er eigenlijk niet om, maar hier is het heel bijzonder. Ik betreur wederom dat ik nog niet beschik over een digitale camera en dan uiteraard één met een macro-stand. Hier had ik prachtige foto’s kunnen maken.
Waar ik minder blij mee ben; het betrekt. Langzamerhand trekt het helemaal dicht en ik geloof dat ik al een spet regen voel. Een heel verschil met vanmorgen toen ik met ontbloot bovenlijf aan mijn ontbijt zat. Even verder gaat het echt mis, het begint hard te regenen.
Ik trek mijn regenjack aan. Ik baal; het was zulk prachtig weer, waardoor ik mijn regenbroek niet heb meegenomen. Zo zie je maar weer, je moet gewoon alles meenemen. Restaurants zie ik ook nergens, dus koffie zal ik zelf moeten maken. Maar ja, dat is zowat in de regen, dus in plaats daarvan eet ik maar een reep chocola. Tussen Maassluis en Maasland loop ik dwars door de weilanden. Het is volgens mij een oud kerkepad.
Het doet me denken aan Maarten ‘t Hart, die een verhaal heeft geschreven dat speelt op een kerkepad. Het gras is drijfnat. Mijn wandelschoenen hebben een gore-tex voering, dus ze zouden waterdicht moeten zijn. Ik ben benieuwd. In Maasland zie ik het eerste restaurant, maar helaas, dit is een hele deftige. Hier durf ik niet in met mijn natte plunje. Even verder is het gemeentehuis en er komt net een bruidspaar aan. Ik zie dat de bruid zeker een kop groter is dan de bruidegom. Moet kunnen. De vrouwelijke fotograaf maakt heel wat foto’s, jammer dat het zo regent. Vlak voor ik Maasland verlaat zie ik nog een restaurant. Alles is donker, het ziet er verlaten uit. Toch maar proberen en waarachtig, het is open! Inmiddels is het één uur, eigenlijk een beetje laat voor koffie met appeltaart.
Toch bestel ik dat en even later nog een tweede kop koffie. Het begint gelukkig wat op te klaren. Ik pak De Telegraaf, er is verder niemand in het restaurant. Om 13.45 ga ik weer op pad. Het is zo goed als droog. Ik loop vele kilometers over grasdijkjes. Aan alle kanten weiland en water. Wat een natte boel, temeer daar het weer is gaan regenen. Mijn lange broek is door en door nat en het water loopt langs mijn benen in mijn schoenen. Ik krijg nu toch natte voeten. Soms loopt het pad door weilanden waar de koeien nog in staan.
Ze kijken mij lodderig aan, ze doen gelukkig niets. Zou de boer ze ingelicht hebben?
Ik bereik Schipluiden, een zeer schilderachtig dorpje. Ik loop maar snel door, als het goed is moet ik nog een kilometer of drie naar de camping. Eindelijk wordt het droog. Volgens de kaart ligt de camping langs de weg, echter als ik daar tegen vijf uur ben, lees ik dat ik nog 700 meter verderop moet zijn. Camping ‘De Grutto’ – het is een natuurkampeerterrein – ligt in een boscomplex middenin de weilanden. Als ik aankom mag ik van de vrouwelijke beheerder zelf een plek uitzoeken. Druk is het hier niet. Verderop staat nog een tentje en op een ander veldje staat een caravan. Op weer een ander veldje staan vier jongens. Jongens met lang haar, echt van die alternatievelingen. De beheerder begint een enthousiast verhaal over een buitenissig soort reiger. Ik ben niet zo’n vogelaar, ik ga maar niet kijken. Het kamperen kost hier €6,90 inclusief warme douche. Voor niets eigenlijk. Verder kan ik hier mijn geld ook niet kwijt, want er is hier echt helemaal niets. Toch is er een boel lawaai, er loopt een spoorlijn zo’n 500 meter achter de camping en we zitten hier in de aanvliegroute van Zestienhoven. Ik hoor dat er ’s nachts gelukkig niet gevlogen wordt. Ik begin maar weer met een soepje, gevolgd door Orienty nassi van Knorr.
Het smaakt me niet zo goed, de rijstkorrel is enigszins hard. Ik heb er ook geen wijn bij en ook geen bier, misschien is dat het wel. Na het douchen inspecteer ik mijn voeten. Helemaal gerimpeld van het vele vocht en waar ik al bang voor was, ik zie een grote blaar op mijn linkerhiel en een kleine blaar op het tweede teentje van mijn rechtervoet.
Nog maar een bakje koffie en dan in de slaapzak. Eerst moeten mijn voeten goed opdrogen zodat ik morgenochtend mijn hiel met Second Skin en mijn teen met Compeed kan behandelen. ’s Nachts moet ik op jacht, er hebben drie muggen kans gezien mijn tent binnen te dringen. Ik sluit de ritsen volledig, zodat hun vriendinnetjes buiten moeten blijven.
Zaterdag 20 augustus 2005
Schipluiden – Rottemeren
Na de thee en de havermoutse pap ga ik even na negen uur op weg. Mijn hiel en teen heb ik netjes ingepakt, als het meezit zal ik er verder geen last van hebben. Het weer is goed, droog, wel iets nevelig. Het is helemaal niet koud.
Rond elven bereik ik Overschie. In een zijstraat ontdek ik een lunchroom. Ik ben niet de enige, het lokaal zit vol met merendeels blonde dames van een jaar of negentien.
Ze hebben allemaal een strak zwart T-shirt aan met daarop geschreven: ‘Dragon Girls’. Eén neemt het woord. Ik begrijp dat ze gaan kanoën. Ze zijn met z’n negentienen. Ik roep: ‘twintig’, maar de voorzitster gaat daar helaas niet op in. Tjonge, tjonge, van deze gezelligheidsvereniging wil ik ook wel lid worden. Zouden het soms studentes zijn?
Helaas, ze gaan weg. Ik reken mijn koffie af, die €1,00 blijkt te kosten. Dat is bijna voor niets, hoewel eigenlijk is het f2,20! Zalm, bedankt! Ik loop nu aan de noordrand van Rotterdam. Eigenlijk merk ik niet dat ik zo dicht langs deze wereldstad loop. Ik kom langs de Bergsche Achterplas en daarna langs de Bergsche Voorplas. Het is hier gewoon landelijk. Tegen 13.30 bereik ik ‘De Prinsenmolen’ en besluit hier op een bankje de lunch te nuttigen. Gelukkig is het tot nu toe droog gebleven. Het is wel ietwat nevelig en het is 7/8 bewolkt. Even verder bereik ik het recreatiegebied ‘De Rottemeren’. Ik loop over een groot golfterrein. Verderop is een skiheuvel – volgens mij is het een voormalige vuilnisbelt – en uiteraard gaat de route daar overheen. Het is even klimmen, maar dan heb je ook wat. Bovenop waai ik zowat uit mijn hemd. Ik loop maar snel naar beneden, anders koel ik teveel af. Verder maar weer langs de Rottemeren. Bijzonder mooi is het hier, er wordt hier veel gekanood, gefietst en hardgelopen. Ook grote aantallen ‘pensionado’s’ peddelen langs. Het is amusant om te zien dat man en vrouw veelal precies hetzelfde type fiets hebben. Duidelijk tegelijkertijd gekocht. Nog een klein stukje, dan bereik ik de camping. Vlak voor de camping is restaurant ‘De Roerdomp’ en waarachtig, het begint te regenen. Ik schuil even onder de veranda, maar loop toch maar door. Na vijf minuutjes sta ik in de receptie. Het is even na half vier, een mooie tijd om te stoppen en het is inmiddels gelukkig droog. Ik krijg plaats 31 toegewezen, echter wat blijkt na aankomst, ik sta langs een druk belopen pad recht voor een aantal caravans. Hier zit ik echt te kijk, en ik besluit een andere plaats te vragen. Onderweg naar de receptie doe ik al wat ideeën op. Wat blijkt, al mijn gedachte plaatsen zijn voorzien van elektra en daar mag ik niet staan. Op mijn argument dat er toch tientallen plaatsen beschikbaar zijn, wordt niet ingegaan. Zo zijn de regels hier, wordt gezegd. Nogmaals vraag ik vriendelijk of er niet ergens een rustig plekje beschikbaar is en na lang nadenken komen ze met plaats 313. Daar aangekomen blijkt het een klein grasveldje te zijn waar afgekeurde caravans neergezet worden. Verder staat er niemand en de plaats ligt ook nog vlak bij het sanitair. Een prima plekje voor mij, lekker rustig. Ik begin deze keer met een bak koffie. Ondertussen kan mijn tent lekker droog waaien. Daarna bereid ik spaghetti Carbonara (kaas-spek), ook weer van de firma Knorr. Ik besluit na het douchen maar snel de slaapzak in te duiken. Het was vandaag toch een hele tippel. Veel last van mijn blaren heb ik gelukkig niet gehad. Een mooie tocht, ik kan niet anders zeggen. Wel grote stukken van de route verhard, verder wat schelpenpaden en wat graspaden.
Zondag 21 augustus 2005
Rottemeren – De Loet
Om 06.30 uur sta ik op. Ik wil rond acht uur vertrekken. Ik moet aan het eind van de wandeling met de bus en daarna nog met de trein. Bovendien wil ik op een redelijke tijd thuis zijn. Het is droog, wel iets nevelig. De havermoutse pap brandt iets aan. De brander iets te hoog gezet waarschijnlijk. Toch is ie nog heel redelijk te eten. Na een anderhalve kilometer bereik ik Zevenhuizen. Er staan hier wel een paar meer huizen dan de naam aangeeft. Vlak voor Zevenhuizen zie ik een groot Shell-tankstation. Zouden ze daar koffie hebben? Vast wel! Ik loop erheen en zie door de glazen toegangsdeur een futuristische koffiemachine staan. Dat ziet er goed uit! Helaas, de deur zit potdicht. Willen ze hier geen benzine verkopen? Of zou de zondag ermee te maken hebben? Verder maar weer richting Nieuwerkerk a/d IJssel. Ik loop over een kaarsrechte asfaltweg. De zon komt er goed door, ik krijg het gewoon warm. Veel mannen op de racefiets. In Nieuwerkerk a/d IJssel is alles gesloten. Ik passeer diverse supermarkten. Waarom die goede gewoonte uit Frankrijk niet overgenomen om de supermarkten zondagochtend te openen? Bij de AH is de koffie gratis! Nooit weg! Op het traject naar Moordrecht loop ik over een grasdijk langs de ringvaart. Ik moet diverse hekken overklimmen wat niet altijd meevalt met een volle rugzak. Geen mens te zien, alleen watersporters in de ringvaart en schapen natuurlijk.
In Moordrecht is ook alles dicht, ik had niet anders verwacht. Het pontje over de Hollandsche IJssel ligt net aan mijn kant, de schipper wacht nog even terwijl ik een dribbel inzet.
Aan de overkant heet het Gouderak. De kerk is net uit, ik zie vele mannen in zeer donkere pakken op huis aangaan. Kort geknipt, dikke rose nekken ofwel echte mannenbroeders. Ik zal zelf koffie moeten maken, echter ik ben door mijn water heen. Ik zal erom moeten vragen. Even verder zie ik een gezin op hun oprit napraten met enkele andere kerkgangers. Er staat een meisje bij van een jaar of negentien. Ze draagt niet de gebruikelijke donkerblauwe lange jurk, maar een jurk in de kleur van het rijpe graan dat hier overal op de akkers staat. Daarop een rose blouse met decent lange mouwen.
Op heur haar een strohoed met bloemen. Ze ziet er – ongewild neem ik aan – buitengewoon sexy uit. Hier zal ik maar niet om water vragen, ze zouden er eens iets van kunnen denken. Of zouden ze mij helemaal geen water willen geven, ik ben in hun ogen natuurlijk een echte zondaar. Daar zal de voorganger net over gepreekt hebben en zie je wel, daar is er een.
Ik loop weer verder en wordt tot mijn verbazing aangesproken door een mannenbroeder. Hij vraagt vriendelijk waar ik naartoe ga en waar ik vandaan kom. Is hij toch iet of wat jaloers? Ik antwoord op z’n vriendelijkst. Eerst vrienden worden en dan pas vragen stellen, is het adagium. We lopen met elkaar op en op een gegeven moment vraag ik of hij me aan wat drinkwater kan helpen. Maar natuurlijk, zegt hij. Dat valt me mee, zou de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan net behandeld zijn? Iets verder woont hij en krijg ik een volle bidon water. Zou het gewoon kraanwater zijn of heb ik iets speciaals gekregen? Ik verlaat het dorp en kom weer tussen de weilanden terecht. Ik zie een bankje en maak koffie.
Het is intussen 11.30 uur. Ik eet er nog wat bij, zo, voorlopig kan ik er weer even tegen. Het is nog steeds prachtig weer. Nu is het eigenlijk deze Tiendweg volgen, over drie kilometer linksaf en dan nog drie kilometer langs een boezem. Het is hier uitgestorven.
Een enkele fietser en een enkele wandelaar zie ik.
Ook zie een paar prachtige plekjes om wild te kamperen. Dat hoeft deze keer niet, straks pak ik de bus naar Utrecht. Om 13.35 uur ben ik in De Loet, een groot natuurgebied. Ik loop naar de bushalte en zie dat de bus om 13.23 uur is vertrokken. Dan pak ik de volgende wel, die gaat 14.23 uur. Ik had thuis nog op OV9292 gekeken, echter ik had het niet uitgeprint. Nu heb ik even tijd om van een kopje koffie te genieten in het nabij gelegen restaurant. Precies op tijd komt een interliner voorrijden. Er zitten maar een paar mensen in de bus die al snel uitstappen. Ik zit lange tijd alleen in de bus, wel een grote taxi. Hier moet geld bij! We rijden door Schoonhoven, Benschop, IJsselstein en nog een handvol dorpjes. Echt een mooie rit, weer eens wat anders dan de trein. Om 15.25 uur rijden we het busstation in Utrecht binnen. Ik haal precies de stoptrein van 15.32 uur. Na de bus- en treinreis ben ik aardig stijf geworden. Ik voel mijn voetjes. Toch moet ik nog een kilometertje lopen vanaf het station naar huis. Dat lukt me ook nog vrij aardig. Deze keer besluit ik de wandeling niet in restaurant Peacock’s, dat bewaar ik voor de volgende keer. Resumerend: toch wel een mooie wandeling, ik heb er geen spijt van.